Op 22 februari 2021 was Murat Karayılan, lid van de Uitvoerende Raad van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), aan het woord op het Koerdische televisiestation Stêrk TV. Hij verklaarde dat het Turkse leger van 10 tot 14 februari chemisch gas gebruikte bij haar aanval op de Garê-regio in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak). In zijn verklaring riep hij internationale instellingen op om de regio te bezoeken en daar onderzoek naar te doen.
“Als het zomer was geweest of als er drie tot vier uur regenachtig, bewolkt weer was geweest, zou geen enkele soldaat van het Turkse leger het hebben overleefd. Ze zouden allemaal zijn vernietigd. Niettemin resulteerde het verzet van onze kameraden in een grote nederlaag voor het Turkse leger. Toen het zich realiseerde dat het omsingeld was, gebruikte het chemische middelen en vloog weg zonder achterom te kijken. Vanuit het oogpunt van het Turkse leger was het een bittere nederlaag”, zei Karayılan.
De topcommandant onderstreepte dat de militaire operatie niet werd uitgevoerd om de gevangenen te redden, aangezien het Turkse leger zich in het midden van Gare wilde vestigen. Hij zei: “Toen de Turkse troepen zich realiseerden dat ze omsingeld waren, moesten ze zich terugtrekken. Zelfs een persoon met weinig militaire kennis zou zich realiseren dat deze operatie niet logisch is. Want, Is het mogelijk om gevangenen uit een ondergronds kamp te bevrijden met bombardementen en gifgas? Dit is gewoon absurd. De aanvallen, hoe hevig ze ook zijn geweest, zijn door onze commandant Şoreş afgewend met tegenaanvallen, waardoor het Turkse leger zich uit het kamp moet terugtrekken. Deze scène werd tientallen keren herhaald: bombardementen – poging tot infiltratie – terugtocht. Uiteindelijk zijn er chemische middelen gebruikt. Kortom, er is niets gedaan om de krijgsgevangenen te redden, integendeel. Alle mogelijke dodelijke wapens zijn gebruikt.”
Beeldmateriaal van ANF Nieuwsagentschap toonden ook gasmaskers tussen het materiaal dat de Turkse troepen hadden achtergelaten tijdens hun terugtrekking uit het omstreden gebied.
In een ‘informatie’-toespraak in het parlement na de militaire operatie, waarin ook 13 Turkse krijgsgevangenen werden gedood, zei de Turkse minister van Nationale Defensie, Hulusi Akar dat er ‘alleen traangas’ werd gebruikt tijdens de operatie, wat eigenlijk een bekentenis was van de gebruik van chemisch gas.
Ondanks zowel de bekentenis van de Turkse minister van Defensie als de verklaringen van Karayılan, trekt de stilte van internationale organisaties, waaronder de OPCW (Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens), de aandacht.
Gisela Penteker, IPPNW (Internationale artsen ter voorkoming van een nucleaire oorlog) vertegenwoordiger voor Turkije, sprak met ANF over het onderwerp en zei dat de oorlog van Turkije tegen de Koerden in verschillende opzichten illegaal is volgens het internationaal recht, zelfs zonder het gebruik van chemische wapens.
Verwijzend naar eerdere beschuldigingen van soortgelijke gevallen in de regio, zei Penteker; “We weten uit ervaring met eerdere meldingen van gifgasgebruik, bijv. in Syrië, hoe moeilijk het is om ter plaatse bewijs te leveren. Van de verstrekte foto’s kan meestal alleen worden uitgegaan van een gebruik. Zelf weet ik alleen wat ik heb gelezen over gifgasovertredingen.”
Op de vraag of ze wist of Turkije in het bezit is van chemische wapens, antwoordde Penteker: ‘Ik weet het niet. Ik denk echter dat het mogelijk is, hoewel het niet binnen het kader van de NAVO zou moeten vallen. Deze onuitsprekelijke oorlog van Turkije tegen de Koerden, zowel in Turkije als in Syrië en Irak, is in verschillende opzichten illegaal volgens het internationaal recht, zelfs zonder het gebruik van chemische wapens. De zogenaamde westerse waardengemeenschap maakt zich medeplichtig.”
In de tussentijd, na de verklaringen van Karayılan, vroeg ANF OPCW op 24 februari per post of de organisatie actie zou ondernemen om de beschuldigingen van chemisch gasgebruik door het Turkse leger in Gare te onderzoeken. OPCW moet nog antwoorden.
De nauwe betrekkingen van OPCW met Turkije kwamen aan het licht in de nasleep van de Turkse bezetting van Gire Spi (Tal Abyad) en Serekaniye (Ras al-Ain) in oktober 2019. Ondanks herhaalde en luidere oproepen tot een internationaal onderzoek naar Turks gebruik van verboden wapens tijdens genocidale aanvallen, kwam op 17 oktober 2019 naar buiten dat de regering van Turkije € 30.000 heeft bijgedragen aan een “speciaal OPCW Trusfonds om het project te ondersteunen om de huidige OPCW Laboratory and Equipment Store te upgraden”.
