Oproep voor Behdinan-gevangenen in hongerstaking die de dood tegemoet zien als hun vrijlating wordt geweigerd

  • Zuid-Koerdistan

“De Behdinan-gevangenen zijn al bijna 20 dagen in hongerstaking en hun gezondheid is verslechterd. Hun dode lichamen kunnen over een week uit de gevangenis komen’, zeiden activisten en advocaten voor het gerechtsgebouw van Sulaymaniyah en eisten hun vrijlating.

Een groep activisten en advocaten verzamelde zich voor de rechtbank van Sulaymaniyah en eiste de onmiddellijke vrijlating van de Behdinan-gevangenen.

Hêmin Mihemed las een persverklaring voor namens de families van de gevangenen en de activisten en zei: “Na Şêrwan Şêrwani en zijn vrienden werden alle gevangenen uit Behdinan veroordeeld dankzij de beslissing van Masrour Barzani en een oneerlijk proces. Ze worden niet vrijgelaten, hoewel hun straf voorbij is. Ze voeren al zo’n 20 dagen een hongerstaking uit. Door de extreme hitte lijden onze vrienden aan nierfalen en verliezen ze hun gezichtsvermogen.”

Hun gezondheidstoestand is erg slecht, waarschuwde Mihemed en citeerde de gevangenen als volgt: “Volgende week kunnen onze lijken uit de gevangenis komen. Als de situatie zo voortduurt, zijn we allemaal dood.”

“Als er iets ongelukkigs met onze vrienden gebeurt, zal de regering verantwoordelijk zijn. We roepen politieke partijen op om een serieus standpunt in te nemen. We vragen religieuze geleerden ook om speciale preken te houden voor de gevangenen uit Behdinan”, voegde Mihemed eraan toe.

Advocaat Karzan Fazıl gaf informatie over de dossiers van de gevangenen: “Volgens wet nr. 23 hebben gevangenen het recht om voorwaardelijk vrijgelaten te worden. Als hun advocaten roepen we het ministerie van Justitie, de procureur-generaal en alle ambtenaren op om de wetten te handhaven en te werken aan de vrijlating van onze cliënten.”

Achtergrond

Op 22 juli gingen 52 gevangenen uit Behdinan, die vastzaten in Hewler (Erbil) in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak), in hongerstaking en eisten hun voorwaardelijke vrijlating in overeenstemming met artikel 331 van het Wetboek van Strafrecht, wat een wettelijk recht is maar hen wordt ontzegd door de openbare aanklager.

De gevangenen begonnen het protest nadat een rechtbank in Hewler had geoordeeld dat zij op de eerste dag van het Offerfeest vrijgelaten dienen te worden, maar de vrijlating werd zonder enige rechtvaardiging uitgesteld.

In een brief aan de VN, vertegenwoordigers van de staten en de publieke opinie over de schendingen waaraan ze zijn blootgesteld, verklaarden de gevangenen: “We zijn beroofd van elk menselijk, wettelijk en democratisch recht. We werden veroordeeld omdat we onze rechten en vrijheid van gedachte eisten. Sommigen van ons zijn veroordeeld voor hun verzet tegen de invasie en bombardementen op ons land. De regering daarentegen huilt nu krokodillentranen voor de slachtoffers van het Turkse bombardement.”

52 gevangenen uit Behdinan gaan in hongerstaking tegen schendingen van rechten