Ontheemden uit Shehba: Velen vertrokken op blote voeten om hun leven te redden

Op 29 november lanceerden door Turkije gesteunde huurlingen een aanval op Afrin-Shehba. Op 2 december werden de mensen gedwongen om Shehba te verlaten en te migreren naar de veiligere regio’s van het Autonoom Bestuur. Burgers die zich in Kobanê vestigden spraken met ANF Nieuwsagentschap over de dag van de aanvallen.

Mihemed Hebeş Hebeş, die uit het dorp Bedîna in het Rajo-district van Afrin komt en in Til Rifat woont, vertelde het verhaal van het verlaten van zijn huis als volgt: “We woonden in ons eigen land en dorp in Afrin, maar de bezettende Turkse staat viel onze stad van alle kanten aan. Onze strijders boden een ongekend verzet in Afrin. Ons dorp was het doelwit van luchtaanvallen en werd vernietigd. We vluchtten naar Shehba en woonden daar 7 jaar, maar de aanvallen van de Turkse staat gingen elke dag door. Niemand zorgde voor ons, behalve onze mensen en ons bestuur. We hadden twee dagen lang veel problemen totdat we Tabqa en onze mensen bereikten. De huurlingen beledigden ons. We werden heel goed ontvangen door het autonome bestuur, maar het was heel pijnlijk voor ons om onze steden achter te laten. Nu zijn we in Kobanê en de mensen hier hebben ons heel goed ontvangen. Dit is het Kobanê van martelaar Arîn en dit is onze stad.”

Rojda Ebda, een leerling uit groep zes in Shehba, verklaarde dat ze opnieuw moesten migreren vanwege de Turkse staat en zei: “We migreerden uit Afrin en voor de tweede keer migreerden we uit Shehba vanwege de Turkse bezetting. De Turkse staat en zijn huurlingen hebben onze huizen voor onze ogen in beslag genomen en geplunderd. Ze richtten geweren op ons en vielen ons aan. Ze lieten bommen op ons vallen, maar onze verdedigingstroepen waren altijd bij ons. We sliepen twee dagen in de auto tot we Tabqa bereikten. We hadden het erg koud in de auto, maar toen we hier aankwamen, waren we enigszins opgelucht.”

Xezne Îsmaîl, een moeder uit Efrîn-Shehba, beschreef het migratieverhaal als volgt: “Vrouwen en kinderen liepen op blote voeten om hun leven te redden. Zwangere vrouwen liepen zonder voedsel en water. Ze wilden ons vernietigen, maar we verdedigden onszelf. We stonden op het punt om twee dagen lang te sterven van de kou en de honger, maar we verzetten ons en bereikten onze eigen gebieden. We kwamen met vrachtwagens en bussen. Sommigen kwamen te voet. Wat er ook gebeurt, we zullen Afrin bevrijden; het is niet ver meer, het is dichtbij.”

Bron: ANF