‘Thou shalt commit adultery’. Gij zult overspel plegen!!
Aldus de Bijbeluitgave van 1916. De Saint John’s editie. Qua moreel kompas een beetje te vergelijken met onze Statenbijbel.
Natuurlijk werd deze oproep tot overspel weer teruggedraaid tot een verbod òp. ‘Thou shalt not…!’ Die drukfout heeft wel een jaar lang weten te overleven zonder te zijn ontmaskerd.Wie weet, heeft het ook mogen inspireren. Een schrijffoutje dus, naar het schijnt. Ach ja, moet kunnen. Is God misschien een vlinder? Zijn alle vlinders God? Vlinders duiken wel op de raarste plekken op. Afijn, ik dwaal nu al af. Sorry.
Ik weet niet hoe het met jou zit, waar jij meer gelukkig van wordt: van ‘dingen doen die niet mogen’ of ‘dingen die moeten’. Lastig onderwerp. Vind ik ook. Nou ja, ik zei het al: na een jaartje was het oude normaal weer in ere hersteld en kon de tegendraads aansporende prikkel van al die christelijke verboden weer de regie op de mens terugpakken. Per slot van rekening: ‘Gij zult niet doden’ heeft ook miljoenen ertoe aangezet dàt juist wél te doen. Dit even terzijde.
Afijn, ik wilde zeggen dat ik die weeffoutjes in de christelijke geschriften ook best wel schattig vind. Het maakt het ook wat menselijker, bij tijden. Ook al heeft men in naam van de Here er toch vaak een potje van gemaakt, en er flink op los geslagen. Het was daar vaak bepaald geen pretje.
Uit alles spreekt dat de christelijke leiding er altijd goed van doordrongen was, dat er behoorlijk moest worden aangeklooid met de oorspronkelijk teksten om er toch een sexy dingetje van te maken, in hun ogen. De schriftgeleerden bepaalden wel zelf, top-down, wat wél en wat niet Bijbel-waardig werd geacht.
Wonderlijk hoe het leven van één timmerman, en ook het leven van een roverhoofdman, later nog zoveel stof deed opwaaien. Pas enkele eeuwen na hun overlijden zijn die wonderlijke zaken op schrift gesteld. Wat betreft de Bijbel bleef dat over de eeuwen heen een flinke knoeiboel: steeds weer werd die zaak herschreven, terwijl de Koran op miraculeuze wijze tot op de punt en komma nauwkeurig het woord van God bleek te vertegenwoordigen. Geen spatje gelogen van alles wat daarin staat opgeschreven. En pas op!: daaraan twijfelen is Fatwa-waardig. De Bijbel daarentegen moest eerst nog een paar keer door de wasstraat getrokken worden om het verteerbaar te maken voor de Griekse belevingswereld van die tijd. Prima, maar het werd er toch niet echt meer verzoenlijk door. (Dankzij Paus Vittore I werd Christus (in 138 na Chr) opeens, geheel in de Griekse traditie, een half god. Een make-over: van dorpspastoor tot ‘Gods Zoon’).
Ach, afrekeningen binnen de eigen gelederen, die horen er nu eenmaal bij. Zowel voor de Christenen, als ook voor de volgelingen van De Profeet. Want het gaat wel over het zielenheil in het hiernamaals, dat is geen akkefietje. En dan nog: Wat stond jou en jouw clan te wachten als je in de dans om de macht op het verkeerde paard had gewed? Bij de opvolgingsstrijd voor de Kalief, de eerste dienaar van De Allerhoogste, zijn er veel koppen gerold. Daarom kon je bij twijfel beter zelf je concurrerende kandidaat-kalief uit de weg ruimen, dan dat je dit klusje zou uitbesteden aan de Voorzienigheid Hemzelve. Dat hoorde bij het metier van de mannen met een roeping.
Met Stalinistische precisie werden om te beginnen de afvalligen van ‘De Ware Leer’ binnen de eigen gelederen opgespoord en de dood ingejaagd, om vervolgens de strijd aan te binden met de veldheren van een andere Abrahamitische school: the enemy you love to hate.
De proto-religieuze oersoep, zoals ik dat wel es heb genoemd, is een vrij fluïde aangelegenheid. Een sponsachtig geheel van zo’n beetje alles wat je boven de pet gaat. Maar let op, het kan ook gaan aankoeken in die bovenkamer, en verklonteren. Dan verschijnen daar opeens die monotheïstische galstenen die gaan malen. Gedachten, opgetekend voor de eeuwigheid, gegoten in beton. Wat verklontert wint aan massa, en stuwkracht. Zeker als je daarbij je tegenstanders trakteert op een enkele reis naar het hiernamaals.
Kort gezegd: Ik word er niet blij van. Kijk, natuurlijk mag iedereen zijn gebedsmatje uitrollen in de richting die hem bevalt. Maar in de richting van de plek waar De Profeet zijn manschappen het groene licht gaf om de ongewapende mannen van Qurayza te vermoorden en hun dochters uit te delen als roofbruidjes, dat vind ik nogal wat. En over de beste man geen kwaad woord. Ook dat nog. Sommige christenen zouden nu maar al te graag hun bidstoeltjes keren naar ‘the Gulf of America’, waar naar het schijnt de nieuwe messias is opgestaan.
Afijn, je weet het, ik blijf een onverbeterlijke optimist: decency precedes religion!. In iedere gelovige schuilt er toch ook een restje gezond verstand en een spatje menselijk gevoel. Maar toch, na de aanslag op Theo van Gogh had ik het er best moeilijk mee dat nog zo te zien. Nadien ben ik – ietwat vertwijfeld – verder gegaan, nu als blijvend verontruste islamoscepticus, maar wel met een groot vertrouwen in de doorsnee islam aanhanger, simpel omdat ik erop vertrouw dat hij – net als ik – toch ook gewoon een grote sukkel is. Het blijft toch flink behelpen. God dank!
Is God een vlinder? ‘k weet niet. Hoe dan ook. In de Tao Te Ching, een oud boek uit China, was er geen notie van een God. Ook nergens een profeet te bekennen, die flink los gaat op het orgel. Nee, de schrijver schreef op wat hij zag: “Ooit droomde ik dat ik een vlinder was, een vlinder die op een dag droomde dat ie een mens was. Toen werd ik wakker, en herinnerde me weer die droom. Nu weet ik het niet meer: Ben ik die vlinder die droomde dat-ie een mens was, of ben ik een mens die droomde dat hij een vlinder was?”
Afijn, dit is niet de stuff waarmee je een wereldgodsdienst optuigt en gedrogeerde kindsoldaatjes kan ronselen om je diamantmijnen mee veilig te stellen. Maar het houdt mij wel bezig.
Echte slagkracht put je uit het koesteren van heilige verontwaardiging en het uitrollen van disruptieve politiek: het creëren van paniekvoetbal. Met mijn dromerijtjes kom je dus niet zo ver. Daar heb je een punt.
Maar is de ‘zero sum’ geopolitiek, waarin een handjevol nucleaire bullies het nu voor het zeggen hebben, dan wél een wakker spelletje? Is de aarde slechts een taart, hùn taart, die zij onderling hebben te verdelen?
In zware tijden keren de neuzen zich naar mannen die de oplossing voor de wereld kunnen samenvatten in drie woorden. ‘Geloven, knielen, vechten!’. En dat afgewisseld met zinnetjes als: ‘There are bad people, very bad people!’ Oorlogstaal trilt fijn na in ons doorgegroeide apenbrein. Zeker als het deint op een prettig ritme: ‘Credere. Obbedire. Combattere.’, zoals Il Duce zijn mannen voorhield. Dan had je het begrepen. Helaas voor hem hield dat geen stand.
Ik houd ook mijn hart vast voor Rupsje Nooit Genoeg in Washington, ‘the chosen one’, en vrees voor hem dat hij misschien nooit z’n vleugeltjes echt zal kunnen uitslaan, maar ook voor als-ie ooit nog eens wél z’n dromen gaat waarmaken. Of ik dan nog op tijd heb leren knielen en bidden, dat is nog de vraag. Moet toch es wat vaker naar de sportschool om mijn gewrichten soepel te houden, je weet maar nooit.
Auteur: Paul Terlunen