Twee jaar geleden vond bij het Ankara-treinstation een bloedbad plaats waar 102 mensen werden vermoord en meer dan 500 gewond. De aanval is uitgevoerd door twee ISIS-zelfmoord terroristen die zichzelf onder de demonstranten bevonden bij een vredesdemonstratie.
Na het eerste onderzoek werd één aanvaller geïdentificeerd als Yunus Emre Alagöz. De andere kon niet worden geïdentificeerd, maar de Turkse autoriteiten hebben gezegd dat hij van Syrische afkomst was. Alagöz was de oudere broer van Seyh Abdurrahman Alagöz die de aanval op socialistische jongeren in Suruç heeft uitgevoerd die 34 jongeren gedood heeft,drie maanden voor de Ankara-bloedbad.
De Alagöz broers hebben kunnen opereren onder politietoezicht
In 2013 informeerden sommige families in Adıyaman de Turkse politie dat hun kinderen bij ISIS waren aangesloten. Daarna nam de politie een aantal mensen, waaronder de Alagöz-broers, onder technische toezicht. In maart 2015 werden de gesprekken van de Alagöz-broers opgenomen door de politie waarin te horen was dat ze afscheid van elkaar namen. Het was een signaal dat ze zich voor een aanval voorbereidden. Ook 22 dagen voor de aanval op10 oktober gaf de Turkse Veiligheidsdirectie een rapport welke waarschuwde tegen de aanval van ISIS.
Desondanks werden 102 mensen die in Ankara de Vredesdemonstratie bijwoonden gedood. Onlangs is er nieuw beeldmateriaal opgedoken hoe Alagöz en andere aanvaller de plek waar ze de aanval hebben uitgevoerd, vrij hebben bereikt.
Vraagtekens over het onderzoek
Advocaat Eylem Sarıoğlu vertegenwoordigt familieleden van de slachtoffers in het geval waarin verdachten die de aanvallers hebben geholpen, verhoor hebben. De laatste hoorzittingen werden op 24 tot 25 september gehouden in het vierde strafhof van Ankara.
Sarıoğlu vertelde over het tweejarige proces dat na de aanval plaatsvond.
Ze zei dat ze ongeveer een jaar geen toegang hadden tot de onderzoeksdossiers en toen de bestanden werden vrijgelaten, was het duidelijk dat een effectief onderzoek niet was uitgevoerd.
Verantwoordelijkheid bij openbare ambtenaren
De advocaat bekritiseerde de Turkse staat voor het beperken van het onderzoek met ISIS-leden en -ondersteuners en beweerde dat openbare ambtenaren aangeklaagd dienen te worden voor verwaarlozing en het actief deelnemen aan de planning van de aanslagen.
“We moeten de rol van de publieke ambtenaren en de werknemers van de 10 oktober bloedbad in drie afzonderlijke delen verdelen: Voor, de dag van en de dag na het bloedbad. Vóór de massacre werden voorwaarden voor ISIS-leden verstrekt om zich in Antep te vestigen en te organiseren en werden de aanslagen dus gemakkelijk uitgevoerd.
Op de dag van de aanslag heeft de Turkse staat of de veiligheidsdirectie geen maatregelen genomen om de veiligheid van de deelnemers aan de vergadering te waarborgen. Wat er gebeurde na de aanslagen, valt ook onder de verantwoordelijkheid van Turkse ambtenaren.
Na de aanslagen gebruikte de Turkse politie traangas tegen mensen die de gewonden probeerden te helpen “, zei ze.
Ambulances hielpen gewonden niet
Sarıoğlu zei ook dat de ambulances een kilometer verderop wachtten van waar de ontploffingen plaatsvonden en eenmaal ter plekke werden de mensen die in de dubbele ontploffing gewond raakten, niet hielpen. De advocaat verstrekte op die dag informatie over de GPS-gegevens van de ambulances en na de zorgvuldige evaluatie van de gegevens bleek dat de ambulances na een uur de scène, het centraal station van Ankara, bereikten.
De officier van justitie heeft geen toestemming verleend voor een onderzoek tegen de publieke- en medische werknemers die die dag hun verantwoordelijkheden niet nakomen.
“De staat beschermt de ambtenaren en medewerkers die hun verantwoordelijkheden op die dag niet hebben vervuld”, onderstreepte Sarıoğlu.