Een vriend nam me in vertrouwen dat hij was aangeschoven bij de Taliban. Op uitnodiging. Een nachtje slapen bij de Taliban.
In het gezelschap daar bevond zich ook een zelfverklaard zelfmoordcommando. Maar ook de gastheer was er trots op dat hij in Kabul met een revolver 12 tegenstanders had omgelegd. ‘Dat voelde ge-wel-dig! Want als de grote leider dat zegt, dan doen we dat!’ Dat waren zijn woorden – niet die van mijn vriend. Nu kan je bij mij wel wat kwijt als het gaat om dingen die eigenlijk niet kunnen…
Ik herinner mij, terugkijkend op mijn leven, nogal wat feestjes met hardcore ciminelen… Zeker niet de minste! Niet alleen dat, maar ook mijn dronken nachten met idealisten en wereldverbeteraars van zeer dubieus allooi – Gasten die er geen probleem mee hadden om, voor het behalen van hun gelijk, alles en iedereen op te blazen – al dan niet bijgeplust met een snuif coke. Maar ik sprak ook de kinderen die hun broertje of zusje verloren hadden bij zo’n actie – of hun vader of moeder. Ik liet het binnenkomen wat dat heeft aangericht. Ik herinner mij hun blik.
Vol in de wereld staan zonder vuile handen te maken, dat is een mooi streven, maar niet altijd houdbaar in de praktijk. Okay, maar zonder scrupules doden, dat is toch net weer wat anders. Daar geen ongemak meer bij voelen, dat vind ik nogal verontrustend. Ooit dacht ik dat er wel heel wat voor nodig was om die grens te passeren. Maar daar ben ik toch op teruggekomen. Onder de juiste condities is het zo geflikt. Hoe hoger gestemd de idealen, hoe minder rafelig de nasleep. ‘Twaalf tegenstanders eigenhandig doden… I love it?!!’ Die dingen zijn niet zo vreemd…
Dat mensen in het heetst van de strijd bizarre beslissingen nemen, dat is één ding. Maar er daarna totaal niet mee zitten, dat vind ik angstaanjagend. Het roept bij mij het beeld op, dat ieder mens in een eigen morele zeepbel leeft. Zolang die zeepbellen in een eigen nationalistisch /religieus sopje gedijen is er niets aan het handje. Ook kan je eigen persoonlijke urgentie een vergoelijkende factor zijn. Afijn, gaandeweg is bij mij het beeld gegroeid dat er vaak maar weinig voor nodig is om het sociaal wenselijke masker te laten zakken.
Ooit raakte ik verzeild in een straatroof. Dat was Parijs, Saint-Germain-des-Prés, Augustus 1978. Met een revolver op mijn kop moest ik mijn plan trekken. Lang verhaal kort, in een split second realiseerde ik me dat die overvaller banger was van mij dan ik van hem. Ik heb hem van me afgeluld, en zonder te dokken ben ik weggelopen. Even onder ons, dit moet je niet kopiëren he. Deze jongen was dus ergens nog op aanspreekbaar, en dat voelde ik. Dat was mijn escape. Maar die gastheer-Talibanstrijder, die man executeerde zonder een moment van twijfel, zonder enig innerlijk overleg. De leider had gesproken.
Het morele universum van ieder mens is compleet. Ook die van een psychopaat. Alleen de ingrediënten verschillen. Het ‘gezond verstand’ is een universeel goed: iedereen meent er ruimschoots over te beschikken. Alleen iedereen verstaat er wat anders onder.
Het ongemak dat ík voel, míjn ongemak, dat is niet het ongemak van een ander. Als je zo wat tegenstanders hebt afgeknald zonder er later enig ongemak bij te voelen, dat roept bij mij het vermoeden op, dat er in die bovenkamer hier en daar een zekeringetje is doorgeschroeid.
Als ik was uitgenodigd voor een Pyjama Party bij de Taliban, dan zou ik wel met wat vragen blijven zitten.
Voordat ik nu erg moralistisch ga worden, vraag ik me even af of je ooit de film ‘Nocturnal Animals’ hebt gezien? Voor zover niet, dan zou ik zeggen: echt een aanrader.
Die film voert je mee in een gruwelijk script dat is ingebed in het verhaal van een gestrande verhouding van de hoofdfiguur, de schrijver van dat fictieve script, en zijn jeugdliefde.
De terugblik op de onvermijdelijke ondergang van die verhouding, en het noodlot van de figuren in dat script, zij lopen synchroon door die film. Het script ( ‘Nocturnal Animals”) en de film ( ook ‘Nocturnal Animals’) doorlopen een zelfde catastrofe. Voor de kijker die nog lijdt aan een overdaad aan ‘naïef realisme’ is deze film het breekijzer om de dichtgespijkerde ziel open te scheuren en je hart te laten spreken.
De ontknoping van ‘Nocturnal Animals’ grijpt je bij de strot, en laat je achter met een blijvend ongemak.
Misschien is het ervaren van een diep moreel ongemak wel het hoogst haalbare om als mens een beetje bij zinnen te blijven.
(Jay Howie, 2023)
Auteur: Paul Terlunen