Een grote groep Nobelprijswinnaars heeft een open brief geschreven aan Europese en internationale mensenrechtenorganisaties waarin ze hun grote bezorgdheid uiten over de omstandigheden waaronder de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan wordt vastgehouden tijdens zijn 25 jaar durende gevangenschap op het Turkse eiland İmralı. De laureaten benadrukten dat de omstandigheden van Öcalan zijn verslechterd sinds zijn laatste communicatie met de buitenwereld op 25 maart 2021.
Ondanks eerdere internationale druk en hongerstakingen onder leiding van het gevangen Koerdische parlementslid Leyla Güven in 2019, waardoor de advocaten van Öcalan hem vijf keer hebben ontmoet, is er sindsdien geen contact meer geweest. Zijn laatst bekende communicatie was een telefoongesprek met zijn broer in maart 2021, dat abrupt werd afgebroken toen hij protesteerde tegen de inperking van zijn rechten.
In de brief wordt kritiek geuit op Europese en internationale instanties omdat ze geen zinvolle actie ondernemen met betrekking tot de rechten van Öcalan, die worden gewaarborgd door de Turkse, Europese en internationale wetgeving. “Hoewel zijn rechten worden gegarandeerd door de Turkse grondwet en binnenlandse wetgeving, door statuten en verordeningen van de Europese Unie en door het internationaal recht, lijkt niets van dat alles er toe te doen”, aldus de laureaten. Ze merkten ook op dat hoewel de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties er bij Turkije op heeft aangedrongen om een einde te maken aan de incommunicado-detentie van Öcalan en hem toegang te geven tot zijn advocaten, de Turkse regering hier geen gehoor aan heeft gegeven.
Het Europees Comité ter voorkoming van foltering (CPT) werd in het bijzonder genoemd omdat het toegang had tot de Ihmralı gevangenis en omdat het 30 rapporten over zijn bezoeken daar produceerde, maar er niet in slaagde om enige significante verandering teweeg te brengen. Het laatste rapport van het CPT over de omstandigheden van Öcalan is niet openbaar gemaakt als gevolg van beperkingen opgelegd door de Turkse regering. “Het feit dat Turkije toestemming heeft geweigerd om dit laatste rapport te publiceren is vooral zorgwekkend omdat het CPT in zijn vorige rapport niets positiefs te zeggen had over de behandeling van de gevangenen in Imrali,” aldus de ondertekenaars.
De laureaten benadrukten het belang van dialoog en onderhandeling voor vrede tussen het Turkse en Koerdische volk, verwijzend naar eerdere onderhandelingen tijdens de Oslo gesprekken en het İmralı proces. “President Erdoğan erkende zelf dat de enige weg naar vrede tussen het Turkse en Koerdische volk via dialoog en onderhandelingen met Abdullah Öcalan is,” schreven ze, en riepen op tot zijn vrijlating en de hervatting van de vredesonderhandelingen.
Onder de ondertekenaars bevinden zich prominenten met uiteenlopende achtergronden, wat de wijdverspreide internationale bezorgdheid over de situatie van Öcalan en de noodzaak van zijn vrijlating en de hervatting van vredesonderhandelingen weerspiegelt. “De mensen van de wereld willen vrede en een veilige toekomst, wij sluiten ons bij hen aan in dat verlangen,” concludeerden ze.
Bron: Medyanews