Esquivel, die in 1980 de Nobelprijs voor de Vrede ontving, schreef in zijn brief aan de Europees Comité tegen foltering (CPT): “We zijn de ontwikkeling van de gebeurtenissen in Koerdistan op de voet blijven volgen, onder andere door het bezoek met de Internationale Vredesdelegatie begin februari en het solidariteitsbezoek van de moeders van de Plaza de Mayo -in de persoon van mevrouw Nora Cortiñas, en begin maart vergezeld door de coördinator van Dialogue 2000, mevrouw Beverly Keene.”
De brief voegde hieraan toe: “We zijn er zeker van dat onze collega Nobelprijswinnaars opnieuw de nadruk zullen leggen die we willen leggen op de urgentie van een meer beslissende en publieke actie door de CPT, inclusief de realisatie van een dringend bezoek aan de Imrali Gevangenis, zoals beoogd in het CPT-mandaat. De CPT moet gebruik maken van het moment om actie te ondernemen om de situatie van ernstige illegaliteit te herstellen en, samen met de sociale en politieke actie die de afgelopen maanden is ingezet, het ontwapenen van een heel systeem van onderdrukking van de grondrechten van de bevolking, of het nu Koerdisch is of niet, onder detentie of niet.
Het feit dat de Turkse autoriteiten de heer Abdullah Öcalan afgelopen vrijdag na 8 jaar toestemming hebben gegeven om bezoek van zijn advocaten te ontvangen, lijkt ons een bevestiging van de impact van de massale openbare solidariteitsactie van kamerlid Leyla Güven en de duizenden mensen die zich hebben aangesloten bij de hongerstaking die ze 180 dagen geleden begonnen, waarbij ze hun leven riskeren om een humanitaire reactie van de Turkse regering te bereiken, een reactie die de inspanningen van stille diplomatie ontgaan is.”
Esquivel vervolgde: “Als de instellingen die in Europa, in ons Amerika en de rest van de wereld zijn opgericht om bij te dragen aan de verdediging en bescherming van de mensenrechten, geen beslissende actie ondernemen ten behoeve van degenen die het misbruik van de staat ondergaan, en in het nauw gedreven zijn door de belangen van de Staten verliezen zij hun reden om te bestaan.”
De brief eindigt met de volgende opmerkingen: “We herhalen ook onze bereidheid om de initiatieven die worden genomen in verband met deze eisen te begeleiden, met de overtuiging dat het beëindigen van het geïsoleerde isolement een eerste stap is naar een bredere naleving van de mensenrechten in Turkije en, in het bijzonder, bescherming tegen foltering en de mogelijkheid om door te gaan naar een vrede gebaseerd op respect voor de rechten van individuen en volkeren.”
50 Nobelprijswinnaars dringen er bij Turkije op aan het isolement te beëindigen