Hoe bizar wil je het hebben? Nadat Macron vaststelde dat de NATO in een staat van hersendood was beland, zien wij toch een opleving, een nieuw elan. NATO zet de nieuwe roadmap uit naar de verdediging van haar ‘vitale’ belangen. De zone buiten de aardse dampkring wordt nu officieel haar domein van voortgezette oorlogsvoering. Zo! Die zit!!
Ik vind dat nogal surrealistisch aan doen. Zeker bedacht door ‘The office of Funny Steps’?
The Undead die op aarde er al zo’n potje van hebben gemaakt geven elkaar nu het groene licht om daar buiten — tussen het ruimteschroot — vol gas de strijd voort te zetten.
Met dit soort initiatieven is het niet de vraag òf dat fout gaat, maar alleen nog wanneer?!!
Net als met vuurwerkfabrieken en munitiedepots… weet je dat er om de zoveel tijd eentje de lucht in gaat. Doorgaans blijft die ellende dan beperkt tot het betreffende bedrijfsterrein, plus wat vervolgschade aan de belendende percelen…
Maar welk goed idee kan de geheide narigheid van het militariseren van outerspace rechtvaardigen? De wet van Murphy is, denk ik zomaar, niet aan de aardse dampkring gebonden! Wat mis kan gaan gaat ook mis.
Is het niet zo dat we de problemen die we op aarde creëren ook op aarde zelf hebben op te lossen? Of is dat een erg wereldvreemde gedachte?
Is, na een fase van enige stagnatie, de voorgestelde wapenwedloop in space niet een soort doorstart van ontremde paranoia? Wat is de gezonde gedachte achter dit alles?
Is het dan misschien een reach-out naar onze exo-buren? Een visite kaartje aan de aliens. Je weet maar nooit, wie er meeluisteren…
Maar wie zijn hier de aliens?
Is het zo dat we snakken naar een alien-attack? Om in ons dagelijks bestaan ons onvermogen om in vrede te leven met elkaar zonder externe druk, niet onverdoofd te hoeven ervaren?
Maar dat is niets nieuws natuurlijk. We kunnen er wat van. We houden van rust, maar ook van herrie schoppen. We hebben een zwak voor leiders die de zaak bij tijd es flink willen opschudden.
De levenscyclus van de doorsnee-tiran is toch dat ie doorgaans eerst met open armen wordt binnen gehaald, om — gaande weg — met de precisie van een wurgslang zijn eigen bevolking leeg te knijpen.
Uiteraard moet een deel van de bevolking gespaard blijven om enige legitimiteit aan de zaak te geven, en om het reservoir voor recrutering van voetvolk, cipiers en miezerige verklikkers in stand te houden.
Wat dat betreft is de staat Turkije een mooi voorbeeld van ‘politiek realisme’.
De Turkse terreur-machine heeft al een eeuw de tijd gehad om een beetje warm te draaien: ( zie mijn stukje “Overzicht”; bronnen: The Independent, Wikipedia, Washington Post ) en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Het Erdogan imperium heeft een grote staat van dienst om externe en interne vijanden aan te wijzen, en een feitelijke staat van oorlog in stand te houden, die het legitimeert om de levenssappen aan grote delen van zijn eigen bevolking te onttrekken.
Dit alles zou nooit zo kunnen bestaan, ware het niet dat het een super lucratieve aangelegenheid is voor de heersende club. Net als Imelda Marcos moet de Erdogan clan laten zien hoe geweldig het met ze gaat. Want heersers die het aura van ongekende rijkdom om zich heen hebben hangen hebben nu eenmaal een magnetische uitstraling. De magie van de glans.
Angst, ontzag en bewondering hebben een collectief stuwende werking.
Zoals neuroses en ander gestoord gedrag gehoorzamen aan een innerlijke logica, en berusten op een bepaalde economie van kosten en baten voor het individu, zo is de opkomst en handhaving van de Turkse terreurstaat ook aan een innerlijke logica onderworpen.
Zoals een psychopaat geen belang ziet om zich te verdiepen in de schade die hij heeft aangericht, zo valt voor de Turkse staat het kosten-baten plaatje negatief uit waar het gaat om de noodzaak tot zelfreflectie op de kolossale roof, plundering en vernietiging van de Koerden, de Armeniërs, de Jezidi’s… Op wat bedrijfsongelukjes na hadden ze het allemaal — stuk voor stuk — aan zichzelf te danken, toch? En daarmee is de kous af.
Opvallend is dat in Nederland, en in Amerika, het voor de meeste mensen ook worst zal wezen. De banaliteit van het kwaad is natuurlijk dat het ons ook niet zoveel kan schelen. Natuurlijk is er wel een sluimerend bewustzijn, een onbehaaglijk gevoel, een zeker ongemak, maar veel wordt de Turkse praktijk niet in de weg gelegd.
Amerika telt z’n knopen, Europa ligt aan het infuus… Kortom: Turkije mag het fijn zelf uitzoeken. Hoe minder we nog kunnen uitrichten, hoe megalomaner de ideeënwereld.
Dat de NATO zich nu opwerpt als scheidsrechter, ordehandhaver en crime fighter in space, is niet gelegen in eerder behaalde certificaten van succes, maar is, vrees ik, het zoveelste brevet van onvermogen.
Auteur: Paul Terlunen