Mensen die in Turkije beschuldigd worden van banden met terrorisme of in verband worden gebracht met de militaire staatspoging van 2016, werden in de politiecellen gemarteld, terwijl anderen zijn ontvoerd, te midden van het toenemende bewijs van detentiemisbruik, zei Human Rights Watch in een rapport dat vandaag is vrijgegeven.
Het 43-pagina tellende verslag, “In de gevangenis: Politie marteling en ontvoering in Turkije”, geeft een creditwaardige bewijs van 11 gevallen van ernstig misbruik in detentie, waarbij er in de afgelopen zeven maanden een aantal individuen zijn betrokken. De bevindingen zijn gebaseerd op interviews met advocaten en familieleden, en een recensie van gerechtelijke transcripties, waaronder beweringen dat de politie de gevangenen ernstig martelden en bedreigden, ze van kleding hebben ontdaan, en in sommige gevallen hen bedreigde met seksuele aanranding of seksueel aanranding uitgevoerd hebben. Human Rights Watch heeft tussen maart en juni 2017 vijf gevallen van ontvoering in Ankara en Izmir gedocumenteerd, – gevallen waarin de autoriteiten een persoon in bewaring nemen, maar ontkennen of weigeren informatie te verstrekken over de woonplaats van de persoon en of de persoon nog in leven is.
” Als bewijzen aantonen dat marteling in politiebewaring plaatsvind in Turkije, moet de regering dringend onderzoek doen en dit stoppen,” aldus Hugh Williamson, directeur Human Rights Watch Europa en Centraal-Azië. Gezien Turkije’s donkere geschiedenis van gedwongen verdwijningen, moeten de autoriteiten de mensen die vermist zijn opsporen, en ervoor zorgen dat iedereen die door staatsagenten wordt aangehouden toegang heeft tot een advocaat en hun familie weet waar ze zijn.”
Officiële cijfers laten zien dat in het afgelopen jaar ruim 150.000 mensen zijn beschuldigd van terrorisme, lidmaatschap van gewapende groepen of betrokkenheid bij de staatspoging van juli 2016. De gerapporteerde gevallen tonen aan dat het grootste risico op marteling bestaat voor mensen die voor de vermeende associatie aangehouden werden, ofwel met wat de rechtbanken de Fethullahist Terroristen Organisatie (FETÖ) hebben genoemd, die de overheid verantwoordelijk houdt voor de poging tot staatsgreep of gelinkt worden met de Koerdische Arbeiderspartij (PKK / KCK).
De regering van president Recep Tayyip Erdoğan beweert in het openbaar nul tolerantie te hebben voor marteling en heeft de beveiliging hersteld om gedetineerden vroegtijdig toegang te geven tot advocaten, die aanvankelijk onder de noodtoestand van Turkije waren verwijderd. Maar de overheid heeft het afgelopen jaar niet ingegrepen op de krachtige stijging van misbruik praktijken in de politiecellen. Uit documenten van het Hof identificeerde Human Rights Watch verschillende gevallen waarin gedetineerden zeggen slecht behandeld te zijn aan de officieren van justitie of tijdens de hoorzittingen, maar dat zij de beweringen niet effectief hebben onderzocht.
Verscheidene advocaten hebben Human Rights Watch laten weten dat hun klanten hun marteling hebben verteld of hun fysieke bewijzen hebben laten zien.
Human Rights Watch vond dat advocaten aanzienlijke belemmeringen en risico’s ondervinden bij het vervullen van hun professionele taken. Zo wordt vaak voorkomen dat ze toegang hebben tot hun klanten zonder dat politieagenten aanwezig zijn. Advocaten moet zich onder grote druk onderwerpen en de beroepsorganisaties voor advocaten in Turkije (de Vereniging van Turkse Staatsverenigingen en Provinciale Staatsverenigingen) hebben gefaald in hun pogingen om foltering en mishandeling van hun klanten te documenteren.
Met drie advocatenverenigingen die werden gesloten onder de noodtoestand en honderden (beschuldigde) advocaten in gevangenissen verblijven, is het moeilijk voor advocaten in Turkije om hun cliënten te vertegenwoordigen wetende dat er gevaar bestaat voor represailles, vond Human Rights Watch.
Human Rights Watch en andere organisaties hebben gedurende vele jaren Turkije’s verankerde cultuur van straffeloosheid voor ambtenaren die beschuldigd zijn van ernstige mensenrechtenschendingen gedocumenteerd . De situatie heeft ook geleid tot meerdere ongunstige uitspraken door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
De Turkse autoriteiten zouden dringend moeten aantonen dat ze het absolute verbod op foltering en gedwongen verdwijningen strikt naleven, zei Human Rights Watch. Zij moeten zorgen voor snelle en doeltreffende onderzoeken naar veiligheidsmachten, inlichtingendiensten en alle andere ambtenaren die beweerd hebben gedetineerden te hebben gemarteld of geen medische zorg verleend hebben of onrechtmatig hen van hun vrijheid hebben beroofd.”