Serhat Tuğan werd in 1991 op 16-jarige leeftijd op separatistische beschuldigingen gearresteerd in de noordelijke Koerdische provincie Colemêrg (Hakkari). Na 28 jaar in de gevangenis werd hij gisteravond vrijgelaten.
Zijn familie was kort voor de vrijlating door de zwaar beveiligde gevangenis in Wan geïnformeerd en verwelkomde de 44-jarige voor de poort van de gevangenis. Zijn eerste woorden waren: “Gedurende 28 jaar kon ik mijn voet niet op de grond zetten. Met blote voeten over de grond rennen is wat ik het meest gemist heb en ik zou het nu graag willen doen.”
Serhat Tuğan werd voor het eerst in 1991 beschuldigd en gezien als een “gewapende separatist”, bedreigd met de doodstraf. In 1992 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf en een half jaar voor lidmaatschap van een gewapende organisatie. De straf werd later omgezet in een levenslange gevangenisstraf.
In 2008 vroeg de zus van Tuğan, Rojbin Tuğan, die sindsdien advocaat was geworden, om de zaak te heropenen omdat haar broer geen gewapende actie had ondernomen. De aanvraag werd afgewezen, alleen in 2015 trokken getuigen hun afgeperste verklaringen terug. Het proces tegen Serhat Tuğan is nog in behandeling.