“Make Rojava Green Again”: Politiek van de verschroeide aarde gaat door in heel Koerdistan

“Make Rojava Green Again,” de ecologische campagne van de Internationalist Commune, heeft een nieuw artikel gepubliceerd. Het artikel luidt als volgt:

“Terwijl we getuige zijn van het proces van opwarming van de aarde, zijn bos- en veldbranden in elk deel van de wereld een gevaar geworden voor de samenleving, de natuur en onze planeet als geheel. Van de Middellandse Zee tot de Australische kusten, van Siberië tot het Amazonegebied, elk jaar branden duizenden hectaren bos en duizenden dieren hulpeloos af, dorpen worden onbewoonbaar en mensen die de branden proberen te bestrijden verliezen hun leven door gebrek aan middelen en middelen om ze te stoppen. De regeringen zijn hier met hun onwil en onwetendheid verantwoordelijk voor.

Tragedies zoals deze zijn routine geworden door de vernietiging van hele ecosystemen en het globale evenwicht van de natuur. In Koerdistan is de situatie echter nog erger geworden. De Turkse staat gebruikt het verbranden van bossen en de vernietiging van de natuur als oorlogstactiek tegen de mensen in de regio. De Koerden, maar ook de Arabische en christelijke bevolkingsgroepen in de regio Mesopotamië* proberen pogingen tot lokale democratieën en autonomie te creëren, waarvan het Democratisch Autonoom Bestuur van Noordoost-Syrië slechts één voorbeeld is. In Noord-Koerdistan (in Turkije) hebben de gemeenteraadsverkiezingen de burgermaatschappij opnieuw versterkt en ook in Zuid-Koerdistan en Irak accepteren politieke partijen en inwoners de Turkse interventie in het gebied niet gemakkelijk.

Al deze factoren zijn ernstige obstakels geworden voor de expansionistische politiek die de Turkse staat in de regio probeert te voeren. Om deze obstakels te overwinnen, is het duidelijk dat de staat besloten heeft om zijn politiek van de verschroeide aarde voort te zetten.

Al in de jaren ’90 gebruikten de Turkse regeringen deze genocidale politiek tegen Koerdische guerrillastrijders, waarbij ze grote stukken bos en dorpen in brand staken, vooral in het gebied Botan, dat in het grensgebied van Turkije, Syrië en Irak ligt.

Deze politiek wordt ook vandaag de dag opgelegd door de Turkse regering, geleid door de partijen AKP en MHP, maar in een aanzienlijk groter gebied en met subtielere methoden. Op 21 juni vonden nieuwe van dit soort aanvallen plaats in de gebieden tussen Amed (Diyarbakir) en Merdîn, waarbij meer dan 5.000 hectare in brand werd gestoken. Bij deze branden kwamen 15 mensen om het leven, 78 raakten gewond en honderdduizenden levende wezens werden door het vuur vernietigd. Meer dan 1.000 schapen en geiten verbrandden, 200 werden behandeld voor ernstige brandwonden. Ontelbare planten, bloemen, lokale kruiden, mieren en bijenkorven werden verbrand.

Terwijl de Turkse staat beweerde dat deze branden werden veroorzaakt door de hitte, verklaarden lokale bronnen dat de brand werd veroorzaakt door defecte elektriciteitskabels. Het Turkse privébedrijf DEDAŞ, dat als energieleverancier in de regio bijna het monopolie op elektriciteit heeft, is verantwoordelijk voor tekortkomingen in de dienstverlening zoals voortdurende stroomonderbrekingen, hoogspanningsproblemen, gebrek aan vernieuwing van de elektriciteitsinfrastructuur en verwaarlozing van het toezicht op deze diensten door de staat. Het bedrijf staat bekend om het verwaarlozen van herstelwerkzaamheden, vooral in Koerdische gebieden. “Terwijl de overheid zei dat het een brand door een struikgewas was, spraken de dorpelingen, de eerste getuigen van de brand, over de nalatigheid van DEDAŞ”. Er werd ook gemeld dat de overheidsinstanties te laat ingrepen en de dorpelingen alleen lieten met het blussen van de brand, wat op zijn beurt leidde tot meerdere doden. Tegelijkertijd zijn er in de gebieden rond de Turks-Iraakse grens bosbranden gemeld die door het Turkse leger zijn aangestoken, evenals ontbossing. In Rojava hebben de Turkse staat en zijn huurlingen hectaren tarwe in brand gestoken, wat zware schade heeft veroorzaakt voor de boeren tijdens het oogstseizoen. Om in getallen te spreken: alleen al in het kanton Manbij zijn 1.500 hectare landbouwgrond en meer dan 18.000 olijfbomen verbrand. Er is ook enorme schade aangericht aan zowel de natuur als burgers door het verbranden van velden door Turkse militairen in het kanton Cizire.

Deze manier van verwaarlozen en het opzettelijk riskeren van rampen zoals deze zijn klassieke koloniale praktijken, die hun doelen stellen op de vernietiging van bestaansmiddelen en het demografisch leegvissen van het gebied, om zo de weg vrij te maken voor de genoemde expansionistische politiek. De getroffen berggebieden tussen Amed en Merdîn spelen een cruciale rol voor het hele ecosysteem tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris.

Uit de aanpak van de Turkse staat valt op te maken dat de vernietiging van de natuur onder de huidige AKP-MHP regering doorgaat en dat duizenden jaren oude ecosystemen worden opgeofferd voor politieke belangen. Niet alleen democratische projecten in de regio, maar ook het voortbestaan zelf wordt bedreigd.

Om het ergste te voorkomen is snelle actie van vitaal belang. Ecologen, milieuactivisten en dierenrechtenactivisten moeten erkennen dat de Turkse staat een van de actoren in de regio is die het schadelijkst is voor ecologie en natuur.

*Mesopotamië is een historische regio in West-Azië, gelegen binnen het rivierenstelsel van de Tigris en de Eufraat, in het noordelijke deel van de Vruchtbare Sikkel. Tegenwoordig staat Mesopotamië bekend als het huidige Irak. In bredere zin omvat de historische regio Mesopotamië ook delen van het huidige Iran, Turkije, Syrië en Koeweit.