Nu de sneeuw begint te smelten, duiken er steeds meer doden op in het Turks-Iraanse grensgebied. In het Çaldıran-district Van, bij het dorp Toprakseven, is door herders een mannelijk lichaam aangetroffen. Het lichaam zou een voortvluchtige zijn die blijkbaar de grens met Turkije probeerde over te steken.
Alleen al in maart werden in de regio Çaldıran twaalf lichamen van bevroren vluchtelingen gevonden. De oostgrens van Turkije is extreem gemilitariseerd. De vluchtelingen moeten daarom de gevaarlijke route over de hoge bergen nemen, zelfs onder de meest ongunstige omstandigheden. Veel vluchtelingen verdwijnen gewoon in de hoge bergen en worden nooit gevonden, omdat ze in rotsspleten vallen of hun lichaam wordt opgegeten door dieren.
Mensenhandelaren, die geen veiligheidsoverwegingen hebben, brengen bijna dagelijks honderden vluchtelingen naar Çaldıran, Erciş, Van en de omliggende steden. Terwijl jaarlijks tientallen vluchtelingen worden gedood, worden lichamen van honderden vluchtelingen die door mensensmokkelaars naar de regio zijn gebracht, onder de sneeuw begraven. Hoewel dit niet kan worden bevestigd, is de tragedie voor de hand liggend.
Volgens mensenrechtenactivisten zijn in 2019 minstens 37 vluchtelingen in Van doodgevroren. In juli 2019 stierven 17 mensen en raakten 50 mensen gewond als gevolg van een ongeval met een voertuig dat vluchtelingen vervoerde. Recentelijk werden meer dan 30 vluchtelingen die op 9 februari aan de oever van het meer in Van waren achtergelaten, bijna bevroren aangetroffen.