- Rojava/ Noord-en Oost-Syrië
Op 15 augustus 1984 loste de PKK “het eerste schot” in Eruh (Dih) in Noord-Koerdistan. Een 36-koppig guerrillaleger onder leiding van de legendarische commandant Mahsum Korkmaz – ook bekend onder zijn nom de Guerre Egîd (“de Dappere”) – voerde die dag de eerste aanval uit op de Turkse bezettingstroepen. Een kazerne van de militaire politie werd uitgekozen voor de actie, die wordt beschouwd als het begin van de gewapende strijd van de Koerdische bevrijdingsbeweging. Eén bewaker en één officier werden gedood en de guerrillastrijders leden geen slachtoffers.
Kongra Star, een confederatie van vrouwenorganisaties in Rojava, Noordoost-Syrië, gaf een verklaring uit ter gelegenheid van het 39e jaar van het initiatief van 15 augustus.
De verklaring van Kongra Star luidt als volgt: “De doorbraak van 15 augustus, die het Koerdische volk uit de duisternis in het licht bracht, droeg ons volk van slavernij naar verzet en bewees aan de hele wereld dat het Koerdische volk bestaat en zal blijven op hun historische land. Verkondigend dat ‘het tijd is om Koerdistan te bevrijden’, ontstak Commandant Egid de eerste vonk van strijd in Eruh en Şemdinli en bewees aan de Turkse vijand de heldhaftigheid van het Koerdische volk. De geschiedenis van Koerdistan kende vele opstanden waarbij het Koerdische volk een zware prijs betaalde. In het nieuwe leven dat ontstond met de opkomst van leider Abdullah Öcalan en de PKK, bereikten zij de macht om zichzelf voor het eerst te creëren en te organiseren in het land van Koerdistan.”
De verklaring ging verder: “Ondanks alle uitdagingen is deze strijd de afgelopen 45 jaar onophoudelijk doorgegaan onder leiding van Abdullah Öcalan. Op deze basis doen we een beroep op vrouwen, de jeugd en alle volkeren met historische verantwoordelijkheden. Het is tijd om een morele en politieke samenleving op te bouwen om vrijheid en overwinning te bereiken op dezelfde manier als de Doorbraak van 15 augustus werd gerealiseerd. Met de geest en het verzet van de Doorbraak van 15 augustus zullen de Koerden en de volkeren van het Midden-Oosten een eerlijk, gelijkwaardig en vrij leven opbouwen onder het leiderschap van vrouwen. Ook herhalen we onze belofte om te blijven strijden voor de fysieke vrijheid van leider Abdullah Öcalan en voor de bevrijding van alle bezette gebieden.”