Rahmani zat sinds 2011 vast en werd in 2013 drie keer tot de doodstraf veroordeeld vanwege “het lidmaatschap van een oppositiepartij in Oost-Koerdistan, het vermoorden van twee leden van de Revolutionaire Garde en vijandigheid jegens God”.
HRANA geeft aan dat er geen concreet bewijs is geleverd gedurende het proces tegen Rahmani. Rahmani werd ook in het geheim verhoord en berecht.