- Rojhilat (Oost-Koerdistan)
Een Iraanse rechtbank in Rojhilat heeft een Koerdische geestelijke veroordeeld tot twee jaar voorwaardelijk. Dat meldt de in Frankrijk gevestigde mensenrechtenorganisatie Kurdistan Human Rights Network (KHRN). De soennitische imam Hossein Alimoradi uit Sine (Sanandaj), tevens directeur van een school voor religieus onderricht, werd beschuldigd van “verstoring van de openbare orde”. De man werd veroordeeld door een administratieve rechtbank in de provincie Hemedan.
KHRN gelooft dat de veroordeling van Alimoradi verband houdt met de “Jin, Jiyan, Azadî”-revolutie die het land al maanden op zijn kop zet. De geestelijke was in het najaar al door de administratieve rechtbank in Hemedan ontboden om zijn preken te becommentariëren. Daarin bekritiseerde hij de staatsverantwoordelijken voor hun acties tegen demonstranten en riep hij in zijn waarschuwende woorden op tot steun voor de opstand.
Hossein Alimoradi is niet de eerste Koerdische predikant die in het middelpunt van de belangstelling van de regeringsautoriteiten staat tijdens de volksopstand in Oost-Koerdistan en Iran. Eind januari werden ook de imams Loghman Amini Ebrahim en Karimi Nanaleh in Sine gearresteerd en naar een aanvankelijk onbekende locatie gebracht. Slechts enkele dagen later werd bekend dat ze waren overgebracht naar een detentiecentrum van de Iraanse Revolutionaire Garde in de stad Merîvan. Ze worden er ook van beschuldigd de “Jin, Jiyan, Azadî”-protesten te steunen. Ze zijn sinds eind februari op borgtocht vrij en het proces is nog hangende.
Volgens de KHRN worden sinds het begin van de week nog twee Koerdische imams, Farough Ahmadi en Abdolghader Ghaderi, vermist. De twee soennitische geestelijke behoorden tot de Dar al-Eslam-moskee in Mahabad, aldus bronnen. Maandag werden ze gearresteerd door troepen van het Iraanse regime toen ze de kerk in het Mukriyan-district verlieten. De autoriteiten weigerden informatie aan de nabestaanden te verstrekken. Noch de reden voor de arrestatie is bekend, noch de verblijfplaats van de predikant.
De landelijke protesten van de “Jin, Jiyan, Azadî”-revolutie begonnen in september na de dood in politiehechtenis van de jonge Koerdische vrouw Jina Mahsa Amini, die was gearresteerd wegens vermeende schending van de kledingvoorschriften van de Islamitische Republiek. Sindsdien zijn volgens mensenrechtenorganisaties meer dan 530 demonstranten gedood door Iraanse veiligheidstroepen in verband met de opstand.