Het “Democratische Koerdisch Volkcentrum in Sweden” (NCDK-S) heeft een verklaring afgelegd over de uitlevering van Resul Özdemir aan Turkije. De 23-jarige Koerd uit Cizîr (Turks: Cizre) werd in april na zes maanden gevanegenisstraf in Zweden uitgeleverd aan Turkije. Daar werd hij gearresteerd nadat hij was ondervraagd door de antiterroristenpolitie in Istanbul en overgebracht naar de maximaal beveiligde gevangenis van Silivri.
Özdemir raakte tijdens het uitgaansverbod 2015/2016 gewond in Cizîr en had ongeveer twee jaar geleden in Zweden, waar zijn familie woont, politiek asiel aangevraagd. In Turkije werd hij wettelijk veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. In de Turkse media werd hij aangeduid als ‘PKK-leiding’.
In een vandaag vrijgegeven verklaring beschrijft de NCDK-S de uitlevering van Resul Özdemir als een schandaal en trekt vergelijkingen met de zaak van de Koerdische activist Gülizar Taşdemir, die twee jaar geleden door Noorwegen werd uitgeleverd aan Turkije. Het Noorse ministerie van Justitie is afgelopen september voor de uitlevering veroordeeld door een rechtbank in Oslo wegens schending van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Zoals de NCDK-S uitlegt, heeft Zweden ook nationale en internationale jurisprudentie geschonden:
“De Zweedse regering weet dat Resul Özdemir, die in Zweden woonde en asiel aanvroeg en wiens veiligheid daarom aan de Zweedse autoriteiten was onderworpen, in Turkije in levensgevaar is. Hij is niet alleen een oppositieman, maar ook veroordeeld tot een zware gevangenisstraf. De hele wereld weet dat in Turkije systematisch foltering plaatsvindt en dat er geen wettelijke normen zijn. In dit verband had de Zweedse regering in haar besluit het recht op leven van Resul Özdemir moeten overwegen. In plaats daarvan werd de jonge Koerd overgedragen aan de Turkse staat, die fungeert als beul van de Koerden.
De Zweedse regering rechtvaardigt uitlevering door te zeggen dat Resul Özdemir misdaden heeft gepleegd en daarom zes maanden in Zweden heeft vastgezeten. Zelfs als het waar is dat hij in Zweden een strafbaar feit heeft gepleegd, kan hij niet worden uitgeleverd aan een staat die duizenden onschuldige mensen opsluit. Dit is in tegenspraak met zowel de democratische normen in Zweden als de internationale jurisprudentie en mensenrechten. Zweden heeft de procedure voor internationaal recht niet gevolgd. We bekritiseren en veroordelen dat.
We willen ook benadrukken dat Resul Özdemir geen lid van ons was en dat er geen juridische of organisatorische connectie was. Er was dus geen gelegenheid om hem met zijn problemen van bureaucratische en juridische aard te ondersteunen. Zijn advocaat en familie volgden de juridische procedure. Pas toen de uitlevering aan Turkije bekend werd, kwam onze juridische commissie erachter en werd actief in deze kwestie. Er werden advocaten ingeschakeld en contacten gelegd met Zweedse instellingen en de media. Er is alles aan gedaan om te voorkomen dat Resul Özdemir zou worden uitgeleverd aan Turkije.”