Koerdische activist die sinds maart in Duitsland gevangen zat, voorwaardelijk vrijgelaten

  • Duitsland

Het arrestatiebevel tegen Nihat Asut is opgeschort door de Derde Strafkamer van het Hanzeatisch Oberlandesgericht in Hamburg, Duitsland. De Koerdische man zat sinds zijn arrestatie in maart in de gevangenis en werd vrijdagochtend vrijgelaten. Zijn familie en enkele vrienden stonden hem buiten de gevangenis op te wachten.

Na zijn vrijlating legde Nihat Asut een korte verklaring af, waarin hij zijn blijdschap uitsprak over het herwinnen van zijn vrijheid, maar zijn gevoelens omschreef als “bitterzoet”.

“Duizenden van onze vrienden, met name de Koerdische leider Abdullah Öcalan, zitten nog steeds in de gevangenis. Zoals ik tijdens de rechtszaak heb verklaard, moeten Europese staten hun plichten en verantwoordelijkheden nakomen om het door Abdullah Öcalan geïnitieerde vredes- en democratiseringsproces te ondersteunen.”

Asut benadrukte dat het onmogelijk is om je identiteit, moedertaal en culturele rechten op te geven, en verklaarde: “Als ik opnieuw naar deze wereld zou terugkeren, zou ik nog steeds als kind van dit volk willen komen.”

“Ik hoop dat al onze vrienden die onterecht worden vastgehouden zo snel mogelijk hun vrijheid terugkrijgen”, zei Asut, waarbij hij iedereen bedankte die solidariteit had getoond.

Hoewel de opschorting van het arrestatiebevel aan strenge voorwaarden was onderworpen, zal het proces tegen Asut wegens lidmaatschap van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), dat op 10 september begon, worden voortgezet. Tot nader order moet Asut zich twee keer per week bij de politie melden in zijn woonplaats in de buurt van Hannover, mag hij Duitsland niet verlaten en is het hem verboden om activiteiten uit te voeren namens de PKK/KCK. Dit omvat ook het verbod om deel te nemen aan demonstraties, evenementen of fondsenwervingsactiviteiten.

De volgende zitting tegen Nihat Asut en een andere Koerdische activist uit Lübeck vindt plaats op 5 november bij het Oberlandesgericht (Hoger Regionaal Gerechtshof) in Hamburg. De uitspraak wordt naar verwachting in december bekendgemaakt.

De zittingen vinden plaats op 5, 6, 17, 19, 27 en 28 november, en op 2 en 3 december.