- Nederland
Op 11 september vond in Den Haag de Koerdisch-Arabische Gemeenschappelijke levensdialoogbijeenkomst georganiseerd door het Koerdisch Instituut en de culturele vereniging Al Rafidey plaats.
De bijeenkomst begon om 10.30 uur met de deelname van tientallen mensen, waaronder academici, politici, activisten en journalisten uit vier delen van Koerdistan en het Midden-Oosten en Noord-Afrikaanse landen.
Na een minuut stilte ter nagedachtenis aan degenen die het leven lieten in de strijd voor democratie en revolutie, hield Nîhad Qazî van het organisatiecomité van het Koerdisch Instituut de openingstoespraak.
Qazî wees op de etnische, culturele, religieuze en sektarische diversiteit in de regio’s waar het Koerdische en Arabische volk samenleven en benadrukte het belang van dialoog en coëxistentie tussen alle segmenten van de samenleving, vooral het Koerdische en Arabische volk. Qazî benadrukte het feit dat de Koerden, Arabieren, Syriërs, Chaldeeërs, Armeniërs, Yezidi’s en verschillende religies, sekten en gemeenschappen momenteel geconfronteerd worden met invasie, onderdrukking en genocide-aanvallen zoals ze in het verleden gewend waren. Qazî onderstreepte dat een dergelijke bijeenkomst nog meer betekenis kreeg, gezien de toenemende aanslagen en de politieke ontwikkelingen in de regio.
Na de openingstoespraak hield historicus Prof. Dr. Cabbar Qadir een presentatie over de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, het neo-Ottomanisme-project van Turkije en in het bijzonder de Sykes-Picot-overeenkomst en het Verdrag van Lausanne. Qadir merkte op dat de Republiek Turkije werd opgericht na de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk, herinnerend aan het beleid van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang en de Armeense genocide in 1915. Verwijzend naar de voortdurende politieke impasse in Irak, zei Qadir dat een derde van de Iraakse samenleving in armoede leefde, en dat de politiek en staatsinstellingen dus niet langer in staat waren om aan de behoeften van de mensen te voldoen.
Irredentistisch beleid mislukt
Wirya Qedaxî, adviseur bij de VN over de diplomatieke dimensie van de problemen in het Midden-Oosten, Afrika, Afghanistan, Kosovo en enkele andere landen, hield ook een presentatie. Qedaxî sprak kort de geschiedenis van de betrekkingen tussen staat en samenleving en vatte de geschiedenis samen van intercommunale, etnische, religieuze en sektarische conflicten in de regio, met name in Irak. Qeredaxî wees erop dat het neo-Ottomanistische en irredentistische beleid van de Turkse staat met betrekking tot het Midden-Oosten had gefaald. De adviseur benadrukte dat Erdoğan-Davutoğlu’s “zero problem”-strategie met buren had geleid tot nulrelaties met buren.
Na de presentaties stelden andere deelnemers hun vragen en maakten evaluaties.
Het tweede deel van de bijeenkomst werd voorgezeten door Dilşa Osman van de Koerdische vrouwenbeweging.
In het tweede deel werd de eerste toespraak gehouden door Xosnav Ata, die een wake houdt buiten het OPCW-kantoor in Den Haag om te protesteren tegen het gebruik van chemische wapens door Turkije en zijn oorlogsmisdaden. Ata sprak over het doel van de wake.
In een verwijzing naar de moorddadige geschiedenis van de Turkse staat benadrukte Ata de huidige genocidale aanvallen op het Koerdische volk. Ata vertelde dat Turkije allerlei verboden wapens, waaronder chemische wapens, tegen het Koerdische volk gebruikte, en merkte op dat zijn twee nichten, die guerrillastrijders waren, tijdens de Turkse aanvallen de martelaarsdood stierven door chemische wapens.
Ata waarschuwde dat de Turkse staat een grote bedreiging vormde, niet alleen voor de Koerden, maar ook voor alle volkeren van het Midden-Oosten. Ata drong er bij de Koerden en Arabieren en alle andere volkeren op aan om de voortdurende wake te steunen en hun stem te verheffen tegen de oorlogsmisdaden gepleegd door de Turkse staat.
Na de toespraak van Ata hield Dicle Afrin van de Koerdische vrouwenbeweging een presentatie over de positie van vrouwen in het Midden-Oosten en de vrouwenbevrijdingsbeweging en de vrouwenrevolutie.
Het derde deel van de bijeenkomst besprak de crises in het Midden-Oosten en de democratische manieren om deze op te lossen.
Journalist Newaf Xelîl sprak over de verwachtingen voor de oplossing van de Koerdische kwestie in het Midden-Oosten.
Journalist Talib İbrahim richtte zich op de zoektocht naar een democratische oplossing voor de crises in het Midden-Oosten.
Dr. Ahmed Sheikh Ahmed Rabea hield een presentatie met de titel “De Koerdische sjiitische alliantie – Strategie om de staat te marginaliseren”.