- Brussel
In een breed gedragen initiatief heeft het Nationaal Congres van Koerdistan (KNK) de Commissie van Ministers van de Raad van Europa opgeroepen om eindelijk een besluit te nemen over de langdurige discussie over het ‘recht op hoop’ in de zaak van de Koerdische leider Abdullah Öcalan. De volgende vergadering van de commissie die toezicht houdt op de uitvoering van uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) vindt plaats van 16 tot 18 september.
Sinds eind augustus stuurt het KNK samen met talrijke supporters brieven naar de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten en naar de voorzitter van het Comité van Ministers. In de brieven eisen zij dat het comité zijn verantwoordelijkheid neemt en eindelijk een besluit neemt, gezien de ernstige schendingen van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat foltering en onmenselijke of vernederende behandeling verbiedt.
Arbiter EHRM verplicht Turkije
In 2014 oordeelde het EHRM dat het opleggen van levenslange gevangenisstraffen zonder realistisch vooruitzicht op vrijlating, zoals opgelegd aan Abdullah Öcalan en andere gevangenen in Turkije, in strijd is met het EVRM. Dit leidde tot het zogenaamde “recht op hoop” – de verplichting om zelfs in gevallen van levenslange gevangenisstraf de mogelijkheid van herziening en mogelijke vrijlating open te houden.
De KNK benadrukt dat Turkije nog geen wettelijke wijzigingen heeft doorgevoerd om aan de uitspraak te voldoen, ondanks verzoeken van de Raad van Europa. Integendeel, uit een door de Turkse staat gepresenteerd “actieplan” blijkt duidelijk dat Öcalan en andere betrokkenen dit recht uitdrukkelijk wordt ontzegd.
Internationale steun
Het initiatief van de KNK wordt gesteund door tal van internationale partijen, vakbonden en maatschappelijke organisaties. Samen roepen zij de Raad van Europa op om Turkije eraan te herinneren de uitspraak van het EHRM uit te voeren. Anders vrezen zij dat het vertrouwen in de mensenrechtennormen van de Raad van Europa verder zal afbrokkelen.
Vredesproces in het ongewisse
In de brieven van de KNK wordt ook de politieke betekenis van Abdullah Öcalan benadrukt. Ondanks dat hij al meer dan twintig jaar in eenzame opsluiting op het gevangeniseiland Imrali zit, heeft de oprichter van de PKK “herhaaldelijk stappen in de richting van vrede gezet”. Bijzondere nadruk wordt gelegd op zijn rol als sleutelfiguur in een mogelijke democratische en vreedzame oplossing voor de Koerdische kwestie in Turkije.
“De erkenning van Abdullah Öcalan als legitieme onderhandelingspartner is essentieel voor elk realistisch vooruitzicht op vrede”, aldus de KNK, die opmerkt dat een positief besluit van het Comité van Ministers een beslissende bijdrage zou kunnen leveren aan de politieke openheid in Turkije.
De KNK roept de Raad van Europa daarom op om een actieve en positieve rol te spelen in dit proces: “De Raad heeft de plicht om Turkije te dwingen zich te houden aan minimale mensenrechtennormen. Tegelijkertijd moet hij erkennen dat een oplossing voor de Koerdische kwestie ondenkbaar is zonder Abdullah Öcalan.”