De Uitvoerende Raad van het Nationaal Congres van Koerdistan (KNK) heeft een verklaring uitgegeven ter gelegenheid van de 40e verjaardag van het Initiatief van 15 augustus 1984.
In de verklaring staat het volgende: “Op 15 augustus stonden Koerdistan en Turkije onder het bewind van de fascistische junta die aan de macht kwam na de staatsgreep van 12 september 1980. Door meedogenloze wreedheid en zware martelingen werd het leven van de mensen verwoest. De gevangenissen werden gevuld met vrijheidsstrijders en de fascistische junta spreidde een deken van dood over de bevolking uit. De angst voor arrestatie en de dood was alomtegenwoordig in de hele samenleving.
Ondanks deze barre omstandigheden gaven het Koerdische volk en de leiders van de Koerdistan Vrijheidsbeweging niet toe aan de onderdrukking door de Turkse staat. Ze hielden stand en boden krachtig weerstand. Van gevangenissen tot alle aspecten van het leven werd een onbaatzuchtige strijd georganiseerd. Hoewel er grote offers werden gebracht, werd de vlag van de vrijheid gehesen tegen de onderdrukking door de staat.”
De verklaring voegde eraan toe: “In deze moeilijke atmosfeer kreeg een moedige strijd en verzet vorm. Met de lancering van de eerste kogel op 15 augustus 1984 weerklonk de roep om vrijheid en bevrijding van de Koerden en Koerdistan opnieuw in heel Koerdistan, Turkije en de wereld. Tijdens dit historische moment werden Dihe (Eruh) en Şemzînan de arena’s waar de legitieme gewapende strijd in Koerdistan begon. Met deze inspanning veranderde de vonk van de Koerdische revolutie in een groot vuur van verzet in Koerdistan en het Midden-Oosten. Commandant Egîd (Mahsum Korkmaz) startte de gewapende strijd met een groep vrijheidsstrijders, en vandaag zijn ze uitgegroeid tot een geduchte guerrillamacht in Koerdistan en het Midden-Oosten. In de geschiedenis van de Koerdische strijd markeert dit moment een belangrijke stap naar de overwinning.
Terwijl we het historische 40-jarig bestaan van het 15 augustus-initiatief vieren, zet de Turkse staat zijn agressie met alle middelen en methoden voort. Geconfronteerd met het verzet en de strijd van de vrijheidsstrijders, het Koerdische volk en alle volkeren van Koerdistan, heeft de Turkse staat zijn conflict verdiept. Gedreven door woede en haat neemt het zijn toevlucht tot escalerende oorlogsvoering en agressie. In deze strijd tegen de menselijkheid heeft het alle beschikbare wapens en uitrusting gemobiliseerd om leven te vernietigen. Chemische bommen en vergif regenen vanuit de lucht en vanaf de grond neer op onze mensen en strijders. Het menselijk leven is een primair doelwit, maar de natuurlijke omgeving van Koerdistan is ook ernstig aangetast. Van Dersim tot Colemêrg, van Qers tot Maraş, geen berg, vallei of grot is gespaard gebleven van bombardementen.”
De verklaring ging verder: “De aanvallen van de Turkse staat beperken zich niet tot Noord Koerdistan; ze gaan ook door in Rojava en Zuid Koerdistan. In beide regio’s voert de Turkse staat aanvallen uit met het oog op de regionale bezetting, die zich met de dag uitbreidt. Al vijf jaar lang valt het regime van Erdoğan de gebieden van Xakurk, Heftanin, Metina, Zap en Avaşîn aan met al zijn kracht, waarbij verboden wapens (chemische, fosfor, nucleaire tactieken) zonder terughoudendheid worden ingezet. Ondertussen wordt in deze regio’s en in heel Groot Koerdistan een sterk en ongeëvenaard verzet gevoerd door de Koerdische Vrijheidsguerrilla’s, die de geest van het grote moment van 15 augustus belichamen.
Vandaag de dag voert de Turkse staat weer hetzelfde onderdrukkingsbeleid als in de jaren ’80 tegen het verzet van het Koerdische volk in de strijd voor de bevrijding en vrijheid van Koerdistan. Het Turkse rechtssysteem is een keten van gevangenschap geworden voor de strijders van Koerdistan.
Gevangenissen zitten vol met Koerdische activisten en geweld en marteling door de politie en het leger zijn een routineonderdeel van het leven geworden voor alle volkeren van Koerdistan. Alles wat te maken heeft met de Koerdische identiteit en cultuur is het doelwit. De staat valt bruiloften en dansvloeren aan, houdt Koerdische zangers en muzikanten vast en verbiedt Koerdische cultuur en muziek.”
Maar, benadrukte de verklaring, “al deze inspanningen zijn zinloos. De Koerden zijn verwikkeld in een sterke weerstand en strijd, die de geest van het grote moment van 15 augustus belichaamt. De Turkse staat zal overwinnen. De oorlogsgerichte en agressieve coalitie van AKP-MHP-Ergenekon staat op het punt te mislukken. De overwinning behoort toe aan het volk van Koerdistan.
Terwijl we dit moment vieren, herinneren we ons dat de architect van het grote moment van 15 augustus, Abdullah Öcalan, al 26 jaar onder zware druk staat en geïsoleerd zit in de Imrali-gevangenis. Al 40 maanden is er geen informatie van hem of zijn medegevangenen ontvangen. Deze situatie is onaanvaardbaar en alle Koerden en vrienden van de Koerden moeten actief deelnemen aan de campagnes tegen dit onrecht. Bij deze gelegenheid bevestigen wij, als het Koerdische Nationale Congres (KNK), nogmaals onze steun aan de internationale campagne “Vrijheid voor Öcalan – Politieke oplossing voor het Koerdische vraagstuk” en roepen alle volkeren van Koerdistan en vrienden van de Koerden op om zich aan te sluiten en de inspanningen van deze campagne te verhogen.
Als Nationaal Congres van Koerdistan (KNK) groeten wij het Koerdische volk, de mensen van Koerdistan en de vrienden van het Koerdische volk van harte met het 40-jarig bestaan van het grote moment van 15 augustus. We gedenken de martelaren van de Koerdische revolutie met respect en eer, en buigen ons hoofd in hun nagedachtenis. De grootste groeten gaan naar hen die tijdens dit grote moment gemarteld werden; we zijn hen onze toewijding verschuldigd en zullen in hun voetsporen treden. We groeten en wensen succes aan de Koerdische Vrijheidsguerrilla, die weerstand bieden in de Medya-verdedigingsgebieden in de geest van Commandant Egîd, en alle vrijheidsstrijders van Koerdistan.”
Bron: ANF