“Het publiceren van een rapport over een bezoek van twee jaar geleden komt niet overeen met de ernst van de taken van CPT, vooral wanneer men bedenkt dat Turkije wordt bestuurd onder een noodregel en de zwaarste onderdrukkende omstandigheden,” aldus KCK.
KCK uitte dinsdag sterke kritiek op CPT’s rapport over de omstandigheden van de Koerdische leider Abdullah Ocalan die gevangen zit op het gevangeniseiland Imralı.
De covoorzitter van de Uitvoerende Raad van de Vereniging der Koerdische Gemeenschappen (KCK) zei dat het rapport van het Comité ter voorkoming van foltering en mishandeling “schandalig” is en alleen dient om de toegenomen druk in Imrali te dekken.
KCK bekritiseerde ook de timing van de publicatie van het rapport, die slechts twee dagen na de invasie van Afrin werd gepubliceerd, op 20 maart nadat Turkije het document had goedgekeurd.
“Onlangs publiceerde CPT de resultaten van haar bezoek aan Imrali van twee jaar geleden. Het publiceren van een rapport over een bezoek dat twee jaar geleden is, is niet in overeenstemming met de ernst van de taken van CPT, vooral wanneer men bedenkt dat Turkije wordt bestuurd onder een noodregel en de zwaarste onderdrukkende omstandigheden”, aldus de verklaring van KCK.
Terwijl KCK kritiek uitte op CPT’s rapport die melding maakten van advocaten- en familiebezoek (naar Ocalan) voegde KCK eraan toe: “Vooral in zo’n fascistisch land als Turkije is het publiceren van twee jaar oude informatie over de omstandigheden in de gevangenis een schandaal. Wie weet wat er in deze periode met de mensen (van Turkije) is gebeurd? In een land dat tijdens de inval van Afrin honderden burgers heeft gedood waaronder vrouwen en kinderen, is het niet acceptabel van een instelling als CPT om over een situatie van twee jaar geleden te praten.”
De verklaring luidde als volgt: “Naast de nietigheid van de inhoud, de publicatie of de instemming met de publicatie van de verklaring doet vermoeden dat iets wordt gedekt of verborgen.
De recente informatie over de toegenomen druk en isolatie van onze leider met nieuwe beperkingen doet ons denken dat de publicatie van dit rapport (van CPT) gericht is op het afdekken of vervormen (van iets). In deze periode waar de vijandigheid tegen de Koerden wordt bekroond door het AKP-MHP-fascisme, weten we uit eerdere ervaringen dat dit als eerste zal worden weerspiegeld in Imrali. In dit opzicht verwachten we dat CPT, in plaats van het publiceren van een rapport dat berust op bevindingen van twee jaargelden, het karakter van het Turks fascisme ziet en de nadruk legt op de huidige situatie. Omdat het rapport van CPT allesbehalve overtuigend is en de Koerdische publieke opinie en democratische machten niet geruststelt, heeft het juist voor meer zorgen gezorgd.
Iedereen weet dat de taak van CPT geen openbare oproepen doet. Vooral oproepen na twee jaar zijn niet zinvol en stemmen tot nadenken. In plaats van te pleiten voor bezoek aan familie en advocaten, had CPT moeten doen wat er moest worden gedaan voor de realisatie van de oproep in de afgelopen twee jaar. Omdat wat CPT heeft verklaard een schending van mensenrechtencriminaliteit vormt volgens de principes van de Raad van Europa. Daarom is het een overtreding. De CPT had inspanningen moeten verrichten om een beroep te doen op betreffende instellingen om deze overtreding te stoppen of sancties op te leggen. Het niet handelen (van CPT) betekent wanbeheer op kantoor. Of er is een dubbele standaard wanneer Koerden het onderwerp zijn en worden de Turkse misdaden bedekt.
Deze situatie betreft ook de Raad van Europa. De onwetendheid van onderdrukking en schendingen die de Raad van Europa kent, toont aan dat de acties gebaseerd zijn op politieke belangen in plaats van principes. Als dit niet het geval is, moet de Raad van Europa handelen in overeenstemming met zijn verantwoordelijkheden. Het zou de fysieke en psychologische druk van de Turkse staat op Imrali moeten stoppen. Het Koerdische volk en de democratische machten verwachten dat de Raad van Europa verantwoord handelt.”
KCK drong er bij alle Koerden en democratische machten op aan om hun acties voor Koerdische Volksleider Abdullah Ocalan voort te zetten om druk uit te oefenen op CPT en de Raad van Europa.