KCK herdenkt Suruç martelaren: De gemeenschappelijke houding en strijd van volkeren zal zegevieren

Het covoorzitterschap van de Uitvoerende Raad van de KCK (Unie van Koerdische Gemeenschappen) heeft een verklaring vrijgegeven waarin eer wordt betuigd aan de slachtoffers van de aanslag in de wijk Suruç in Urfa aan de Turks-Syrische grens op 20 juli 2015. Bij de aanslag tien jaar geleden werden 33 mensen, voornamelijk jonge activisten, gedood door een ISIS jihadist die onder politiebewaking stond, en meer dan honderd anderen raakten gewond, sommigen ernstig.

De aanval vond plaats toen ongeveer 300 vrijwilligers zich verzamelden in het Amara Cultural Center als reactie op een oproep van de Federation of Socialist Youth Associations (SGDF) om een persconferentie te houden voor hun vertrek naar Kobanê. De geplande reis naar Rojava was bedoeld als een daad van solidariteit. De jongeren wilden humanitaire hulp en speelgoed naar de door ISIS verwoeste stad brengen.

In de verklaring van de KCK op zondag staat onder andere het volgende:

“Op 20 juli 2015 werd er een wrede aanval uitgevoerd op activisten van de Turkse socialistische jeugdbeweging die zich inzetten voor de wederopbouw van Kobane en zich hiervoor in Pirsûs [Tr. Suruç] bevonden. Drieëndertig activisten verloren het leven en tientallen raakten gewond. Ter gelegenheid van deze verjaardag veroordelen we nogmaals met al onze woede deze verachtelijke aanval, die gericht was tegen de eenheid en solidariteit van de volkeren. We herdenken de 33 kameraden die als martelaren zijn gevallen met groot respect en dankbaarheid. Door hen te herdenken, herdenken we alle martelaren die hun leven gaven voor de revolutie en de strijd voor democratie en vrijheid. We herhalen dat de gemeenschappelijke houding en strijd van onze volkeren zal zegevieren, en op deze basis zal een historische afrekening van de bloedbaden worden geëist.

De solidariteit en de strijd van de volkeren spelen een belangrijke rol in de verdediging van de Revolutie van Rojava, die zich heeft ontwikkeld als antwoord op het historische verlangen naar vrijheid van de volkeren van het Midden-Oosten. Daartoe zijn de solidariteit en de strijd ontwikkeld door de revolutionaire, democratische, socialistische en bevrijdingskrachten van het Turkse volk van historische betekenis geweest. Deze houding heeft geleid tot historisch succes in de verdediging en bevrijding van Kobane. De aanval van Daesh op Kobane, die de grootste bedreiging vormde voor de Revolutie van Rojava, werd afgeslagen als gevolg van deze historische solidariteit tussen de volkeren, wat leidde tot het begin van de militaire nederlaag van Daesh. Met de nederlaag van Daesh in Kobane werd niet alleen de stad verdedigd, maar de hele revolutie, die het historische verlangen naar vrijheid van de volkeren van het Midden-Oosten vertegenwoordigt. Dit historische resultaat heeft de kracht en de kwaliteit van de solidariteit van de volkeren aangetoond. De kameraden die in Pirsûs als martelaren zijn gevallen, zijn de symbolen van deze historische ontwikkeling en dit succes. We gedenken hen nogmaals met groot respect en dankbaarheid, en we buigen voor hun dierbare herinneringen.

Onze strijd, die een nieuwe fase is ingegaan met het ‘Proces van Vrede en Democratische Samenleving’, heeft ons geloof in het samenleven van volkeren in vrijheid en gelijkheid verder versterkt en heeft ons dichter bij de verwezenlijking gebracht van de idealen waarvoor we onze martelaren hebben opgeofferd. Het bereiken van dit doel zal het grootste geschenk zijn dat we aan onze martelaren en onze volkeren kunnen geven en het meest gepaste antwoord op de bloedbaden. Met dit geloof en deze overtuiging roepen we onze volkeren op om hun democratische allianties en strijd verder uit te breiden en roepen we revolutionaire, democratische en socialistische krachten op om hierbij het voortouw te nemen.”

Bron: ANF