- Zuid-Koerdistan
Als lid van het uitvoerend comité van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) sprak Duran Kalkan over actuele onderwerpen in een speciaal programma op Medya Haber TV. Kalkan verwees onder meer naar de Turkse aanslagen in de aanloop naar de presidents- en parlementsverkiezingen in Turkije op 14 mei en de aanslag op Mazlum Abdi op 7 april in Silêmanî. De aanval op de commandant-generaal van de Syrische Democratische Krachten (SDF) was niet de eerste in zijn soort, zei Kalkan, waarbij hij Abdi citeerde die zei: “Hoe vaak ben ik het slachtoffer geweest van soortgelijke aanvallen, die allemaal zijn mislukt.”
Kalkan vervolgde: “Ze vielen niet alleen Mazlum Abdi aan, maar ook vele vooraanstaande persoonlijkheden in Noordoost-Syrië.” De Turkse staat heeft bij verschillende gelegenheden zijn misdaden openlijk erkend. De Koerdische beweging moet hiertegen beschermende maatregelen nemen, “maar de hele wereld moet deze realiteit ook erkennen. Er moet een bepaalde houding en gedrag tegenover staan”, eiste Kalkan.
Verband tussen de aanslagen en de verkiezingen
Kalkan wees erop dat de aanvallen en moorden door de Turkse staat verkiezingsgerelateerd zijn: “AKP/MHP-fascisme mobiliseerde MIT en contraguerrilla’s tot het uiterste om de PKK-leiding te vinden en neer te schieten. Ze willen het gebruiken om de verkiezingen op 14 mei te winnen, dat is vrij duidelijk. Ze hebben het in het verleden gedaan en het heeft enige impact gehad. Om stemmen te krijgen uit racistische, chauvinistische, fascistische en nationalistische kringen, willen ze een deel van de PKK-leiding en prominente Koerden uitschakelen. De huidige verkiezingspropaganda van Tayyip Erdoğan is volledig op deze basis gebaseerd. De methode waarop hij rekent voor zijn herverkiezing tot president is een bloedbad van de Koerden die strijden voor vrijheid.”
Erdoğan sprak zelf met de PKK
Tegelijkertijd hekelde Erdoğan politieke concurrenten wegens vermeende banden met de PKK, zei Kalkan, in verband met de gesprekken tussen de Turkse staat, Abdullah Öcalan en de PKK in de jaren 2013 tot 2015 en de eerdere vredesonderhandelingen in Oslo: ” Tayyip zelf had de meeste relaties met de PKK, de AKP had ze. Ik bedoel, ze waren ook op Imrali. Ze hadden zoveel ontmoetingen met Rêber Apo [Abdullah Öcalan], ze stuurden zoveel gezanten naar Qandil. Deze vertegenwoordigers waren gestuurd door de regering van Erdoğan. Dat weet iedereen, de regering Erdoğan heeft hen ook naar de besprekingen in Oslo gestuurd. Het hoofd van MIT die al deze bloedbaden heeft gepleegd, ging daarheen en had gesprekken. En nu worden sommige mensen onder druk gezet alsof banden met de PKK een misdaad is.”
Om de politieke concurrentie in diskrediet te brengen
Om de politieke concurrentie in diskrediet te brengen, spreekt de regering voortdurend van vermeende “terreurbanden”. Het echte probleem is echter het heersende onrecht, de ongelijkheid en de genocidale aanvallen op de Koerdische beweging, aldus Kalkan:
“De Koerden tellen niet mee, ze zouden vernietigd moeten worden. Er leven echter dertig miljoen Koerden, misschien zelfs meer, binnen de grenzen van de Republiek Turkije. Volgens Tayyip Erdoğan hebben ze geen identiteit, geen naam, geen taal. Hij zegt dat er geen Koerden zijn en als die er zijn, moeten ze worden gedood. Degenen die zich Koerden noemen, gaan naar de gevangenis of naar het graf. De Koerden mogen geen ander alternatief. Mensen moeten dat feit inzien en wat empathie tonen. Ze zouden in de schoenen van de Koerden moeten gaan staan en nadenken over wat ze zouden doen als hen hetzelfde zou worden aangedaan. Je moet realistisch zijn. Het is ons als het ware verboden te spreken. Er wordt constant gezegd dat Qandil dit zegt, de PKK steunt dat. Als PKK steunen we echter alle liberale en democratische krachten. We zullen het AKP/MHP-fascisme verpletteren. Dit fascisme zal zeker instorten. Dat zeggen veel mensen, en wij ook. Vrijheid en democratie zullen winnen, dat is onze maatstaf.”