- Oost-Koerdistan
Iraanse grenswachten hebben het vuur geopend op een voertuig met kolbars in de buurt van de bergachtige Zhalaneh regio in Sarvabad, Koerdistan Provincie, waarbij kolbar Kourosh Moradi werd gedood en Rizgar Vatan-Doust ernstig gewond raakte.
Een bron in Sarvabad bevestigde het nieuws aan het Kurdistan Human Rights Network (KHRN) en zei: “In de ochtend van 27 mei 2025 werd een voertuig met meerdere kolbars in het grensgebied Zhalaneh in Sarvabad beschoten door troepen van de lokale grenspost. Als gevolg hiervan werd Kourosh Moradi, een 20-jarige kolbar uit het dorp Sepidar in Sarvabad, op slag gedood en Rizgar Vatan-Doust raakte ernstig gewond.”
De bron voegde eraan toe dat de grenstroepen van dichtbij het vuur openden op het voertuig, dat geen goederen vervoerde, op weg naar de grens.
Het lichaam van Moradi is voor onderzoek overgebracht naar een forensisch medisch centrum in Marivan.
Achtergrond
Oost-Koerdistan is in de loop der jaren door bewust beleid van het Iraanse regime steeds dieper in de armoede weggezakt en is een van de armste regio’s van Iran. Vergeleken met andere regio’s is er in dit gebied aanzienlijk minder geïnvesteerd en is de ontwikkeling bewust afgeremd. Landbouw en industrie mochten zich niet ontwikkelen en als gevolg daarvan steeg de werkloosheid tot de hoogste in Iran.
Geconfronteerd met een beleid van discriminatie, onderdrukking en verarming, is het smokkelen van goederen geen keuze maar een must om te overleven.
Kolbar komt van de Koerdische woorden “kol” (rug) en “bar” (lading). Kolbars verdienen hun brood met het dragen van ladingen langs de gevaarlijke grenslijn. Hun vracht bestaat uit sigaretten, mobiele telefoons, kleding, huishoudelijke artikelen, thee en zelden alcohol. Ze lopen door gevaarlijk terrein om deze handel tussen Zuid- en Oost-Koerdistan voort te zetten. De goederen die ze vervoeren worden tegen hoge prijzen verkocht in Teheran, maar de kolbars die hun leven ervoor wagen, krijgen een zeer bescheiden loon.
De tussenpersonen die de leveringen aannemen en kopers vinden in de steden worden kasibkars genoemd. Kolbars en kasibkars variëren van 13 tot 70 jaar oud. Sommigen hebben alleen de lagere school afgemaakt, anderen zijn universitair geschoold. Ze dragen ladingen, omdat ze geen ander werk kunnen vinden.
Volgens het Kurdistan Human Rights Network zijn er in 2024 51 Koerdische kolbars gedood en 246 anderen gewond geraakt door het Iraanse regime in de grensregio’s Urmia, Bane, Serdasht, Pawe en Kermanshan.