Irak weigert Yezidi-genocide te erkennen

Elf jaar na de genocide die ISIS in 2014 heeft gepleegd, zijn de discussies, evaluaties en inspanningen binnen de Yezidi-gemeenschap en onder de bevolking van Shengal geïntensiveerd rond het opbouwen van een vrije en democratische toekomst. Sinds 2014 heeft het Yezidi-volk zich niet alleen verdedigd tegen voortdurende aanvallen, maar is het ook begonnen met het opbouwen van een eigen democratisch systeem.

De afgelopen elf jaar heeft het autonome bestuur van Shengal consequent gestreefd naar het aangaan van betrekkingen met de centrale Iraakse regering op democratische basis om de dringende problemen in de regio op te lossen. In plaats van de inspanningen van het Yezidi-volk voor zelfbeschikking en democratisch bestuur te ondersteunen, heeft de Iraakse staat, met name tijdens de regeringen van Mustafa al-Kadhimi en Mohammed Shia’ al-Sudani, ervoor gekozen om de onderdrukking door middel van militaire en inlichtingenmiddelen te escaleren.

Nu, na elf jaar, heroverwegen de Yezidi-gemeenschap en de bevolking van Shengal hun relatie met Irak. In deze context zijn zowel het verloop van de Iraakse politiek sinds de jaren twintig van de vorige eeuw als de houding van Bagdad ten opzichte van Shengal na de genocide het onderwerp geworden van hernieuwde analyse en discussie. Vanuit een historisch perspectief intensiveren de Yezidi’s hun strijd om een democratisch systeem en een toekomst op basis van vrijheid tot stand te brengen.

Politicus Hisên Hecî sprak met ANF Nieuwsagentschap over de vorming van de Iraakse staat na de val van het Ottomaanse Rijk en de daaropvolgende politieke en administratieve veranderingen.

De Yezidi’s zijn nooit erkend als volk of religieuze gemeenschap

Politicus Hisên Hecî benadrukte dat de Yezidi’s de afgelopen 100 jaar sociale en democratische rechten zijn ontzegd. Hij zei: “Na de val van het Ottomaanse Rijk werd de Iraakse staat in de jaren twintig van de vorige eeuw opgericht als een monarchie. Binnen deze nieuwe staat werden de Yezidi’s noch als volk, noch als religieuze gemeenschap erkend. Als gevolg daarvan kregen ze geen rechten. De Yezidi-gemeenschap werd nooit als gelijkwaardige burgers beschouwd. Of het nu onder een monarchie, een republiek of een parlementair systeem was, de specifieke identiteit van de Yezidi’s werd nooit erkend. Toch hebben de yezidi’s tijdens alle genocides, oorlogen en crises in Irak moedig standgehouden.”

Zoals bekend heeft Saddam Hoessein in 1975 de Yezidi’s met geweld verdreven uit het Shengalgebergte en hen hervestigd in de laaglanden. Hisên Hecî beschreef dit beleid als een vorm van “gedeeltelijke genocide” en verklaarde: “De Yezidi’s werden opnieuw met geweld ontworteld uit hun huizen, landerijen en gebieden. Ze werden weggerukt uit hun bergen en hervestigd in collectieve landbouwgebieden. Op dat moment waren de Yezidi’s machteloos. Sindsdien zijn de pogingen om de Yezidi’s uit hun geboorteland te verdrijven nooit opgehouden. Toen de oorlog tussen Iran en Irak uitbrak, kwamen duizenden Yezidi’s om het leven. Ze vochten met geloof en moed in de frontlinies. Toch worden ze tot op de dag van vandaag noch als volk, noch als geloofsgemeenschap erkend.”

Wie ook aan de macht kwam, gebruikte de yezidi’s voor zijn eigen belangen

Hisên Hecî herinnerde zich dat Shengal na 2003 onder controle kwam van de Koerdische Democratische Partij (KDP), nadat de Iraakse regering haar gezag over de regio had gevestigd. Hij legde uit: “De KDP nam de hulpbronnen, de begroting en de verkiezingen van Shengal over. Wie ook aan de macht kwam in Irak, gebruikte de Yezidi’s voor zijn eigen politieke belangen. De yezidi’s mochten nooit vrij bestaan als yezidi’s. Wij respecteren alle volkeren en alle geloofsovertuigingen en verwachten dat ons bestaan met hetzelfde respect wordt behandeld. Door de geschiedenis heen zijn de yezidi’s bedreigd met decreten, plunderingen en gedwongen verplaatsingen. Telkens wanneer de gelegenheid zich voordeed, werd het yezidi-volk een nieuw decreet of een nieuwe golf van ballingschap opgelegd.”

Hecî dacht na over de genocide van 2014 en vervolgde: “Die genocide maakte deel uit van een systematische en geplande poging om ons uit te roeien. In de afgelopen elf jaar heeft de Iraakse regering de zaak van de yezidi’s, of de rechten en gerechtigheid van de yezidi’s, nooit serieus genomen. Zonder het verzet van de Shengal Resistance Units (Yekîneyên Berxwedana Şengalê- YBS) zou de berg Shengal in handen van ISIS zijn gevallen. De Yezidi’s zouden misschien wel een eeuw lang niet naar hun thuisland zijn teruggekeerd. Maar dankzij de vrijheidsstrijders kon de Yezidi-gemeenschap terugkeren om haar land terug te eisen.

Sindsdien zijn er zes verschillende regeringen gekomen en gegaan, maar geen enkele heeft zinvolle stappen ondernomen voor het Yezidi-volk. Alle regeringen hebben hun toevlucht genomen tot vertragingstactieken en hebben de Yezidi-zaak gebruikt als politiek pressiemiddel. Tientallen staten en internationale instellingen hebben de genocide van 2014 erkend, maar het Iraakse parlement weigert dit nog steeds te doen. Tot op de dag van vandaag ontbreekt het aan de moed om de genocide officieel te erkennen. Ze weigeren dit te erkennen omdat ze weten dat ze schuldig zijn. En door het te ontkennen, voorkomen ze dat de zaak van de Yezidi’s aan kracht wint. Tot nu toe heeft geen enkele Iraakse regering de kwestie Shengal met oprechtheid of toewijding benaderd. De drie dominante machten in Irak werken samen om hun eigen belangen te beschermen, en het is het volk van Shengal dat daarvoor de prijs blijft betalen.

Bron: ANF