Inwoners van Shengal eisen de vrijlating van YBŞ-strijders die gevangen zijn genomen door het Irakese leger

  • Zuid-Koerdistan

Iraakse troepen hebben in de nacht van 18 maart een voertuig van Shengal Verzetsstrijders (YBŞ) in een hinderlaag gelokt in het centrum van Shengal. Volgens een verklaring van het YBŞ commando op 20 maart, werden vijf YBŞ strijders in het voertuig gevangen genomen door Irakese soldaten en raakten sommigen van hen gewond.

Na de aanval op YBŞ strijders, zette het Irakese leger een groot aantal troepen in naar het centrum van Shengal.

In de vroege ochtend van 19 maart begonnen de inwoners van Shengal verzet tegen het leger. Vrouwen en jongeren leidden het verzet, waardoor de Iraakse troepen zich uiteindelijk twee dagen later moesten terugtrekken. Omdat de gewonde strijders die gevangen werden genomen echter nog niet zijn vrijgelaten, gaan de protesten van de bewoners door.

Inwoners van Shengal hielden een protestmars tegen de Sudanese regering en de aanval van het Irakese leger op Shengal en de gevangenneming van 5 YBŞ-strijders.

De menigte verzamelde zich voor de Volksvergadering van Shengal en marcheerde naar Zafife Ose Madrasa door slogans te scanderen. De demonstranten eisten de vrijlating van de YBŞ-strijders en een einde aan de aanvallen van Irak op het Yazidi-volk.

Na een minuut stilte voor de madrasa ter nagedachtenis aan de martelaren van de vrijheid van Koerdistan, sprak Sara Botan, lid van de Jonge Vrouwen Unie van Shengal, de menigte toe en zei: “Op 18 maart werd een oneervolle aanval uitgevoerd door het Iraakse leger tegen de YBŞ-strijdkrachten. Wij, als het Yazidi volk van Shengal, verzetten ons tegen deze aanvallen en we zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ze onbeslist blijven.”

Sara Botan merkte op dat de YBŞ strijders grote weerstand bieden om hun volk te beschermen tegen aanvallen en zei: “Deze strijdmacht heeft ons volk beschermd, ook tegen aanvallen van het Irakese leger. Wij, als Yazidi mensen en jongeren, staan achter de YBŞ strijders en steunen hun rechtvaardige strijd.”

Bron: ANF