- Rojava/Noord-en Oost-Syrië
Talloze mensen van over de hele wereld sloten zich aan bij de Rojava-revolutie en de verdediging ervan. Een van hen was Paramaz Kızılbaş. De Armeense vrijheidsstrijder viel in 2014 bij de verdediging van Kobanê.
Vóór september 2014 was Kobanê een kleine stad die zelfs in Koerdistan nauwelijks bekend was. Maar Kobanê werd de plek waar de ruggengraat van de zogenaamde “Islamitische Staat” (ISIS) werd gebroken. Het verzet van de strijders van Kobanê stopte de schijnbaar onstuitbare opmars van ISIS en leidde tot de ondergang van de territoriale heerschappij van de door Turkije gesteunde terroristische organisatie. Het moedige verzet van Kobanê vond overal ter wereld weerklank. Hoewel de Turkse staat er alles aan deed om ervoor te zorgen dat Kobanê in handen van ISIS viel en de wereldgemeenschap dit accepteerde, ontwikkelde zich een enorme druk zodat zelfs de VS van zijn koers moesten afwijken en vanaf het begin de strijd tegen ISIS in Kobanê gingen steunen vanuit de lucht.
Socialisten en revolutionairen over de hele wereld zochten naar manieren om zich aan te sluiten bij het historische verzet van Kobanê. Leden van revolutionaire organisaties in Europa, de VS, Scandinavië en Turkije staken de grens over naar Kobanê om zich bij de door Koerden geleide strijd aan te sluiten. Het verzet van Kobanê, dat begon met een handjevol mensen, bleef groeien en overschreed alle identitaire grenzen.
Hij komt uit een socialistische familie
Een van de eerste gevallen internationalisten was Suphi Nejat Ağırnaslı (Paramaz Kızılbaş). Suphi Nejat Ağırnaslı, geboren in 1984 in een Armeense familie, is vernoemd naar Mustafa Suphi en Ethem Nejat, de oprichters van de Communistische Partij van Turkije (TKP). Ze waren vermoord tijdens een bloedbad georganiseerd door de aanhangers van Mustafa Kemal (Atatürk) in 1921, samen met 14 van hun kameraden, bij Trabzon aan de Zwarte Zee. De revolutionaire strijd was een familie-erfenis voor Suphi Nejat Ağırnaslı. Zijn grootvader, Niyazi Ağırnaslı, was de verdediger van iconische revolutionairen Deniz Gezmiş, Yusuf Aslan en Hüseyin Inan, die werden vermoord door de Turkse staat. Zijn familie werd gedwongen tot politieke ballingschap in Duitsland vanwege hun actieve deelname aan de socialistische bewegingen in Turkije.
Antifascistisch verzet en eerste arrestatie
Suphi Nejat Ağırnaslı ging terug naar Turkije nadat hij in Duitsland naar school was gegaan en studeerde sociologie aan de universiteit van Marmara. Door aanvallen van Turkse fascisten moest hij van universiteit veranderen en vervolgde hij zijn studie aan de Boğaziçi Universiteit in Istanbul. Tijdens zijn studie organiseerde hij zich in studentengroepen en hielp hij bij de voorbereiding van tal van culturele en artistieke projecten. Hij deed onderzoek naar de geschiedenis van Turkije en de buurlanden, maar ook naar die van revolutionair links en de strijd van arbeiders. Zo verwierf hij brede revolutionaire kennis.
Op 29 april 2011 werd Suphi Nejat Ağırnaslı vastgehouden in het kader van het KCK-proces. Zijn aantekeningen werden als “documenten van de terroristische organisatie” tot reden van zijn detentie gemaakt. Zelf verklaarde hij: “Als actieve socialist beschouw ik de strijd van de Koerdische vrijheidsbeweging in mijn hart als mijn eigen traditie, en ik probeer mezelf te positioneren als een organisch onderdeel van de revolutionaire beweging in Turkije. Ik werd gearresteerd omdat alle politieke activiteiten die ik tot nu toe heb uitgevoerd, uiteindelijk op de een of andere manier verband houden met de Koerdische kwestie. De Koerdische kwestie is het belangrijkste politieke probleem in Turkije. De dertig jaar durende strijd van het Koerdische volk is een legitieme strijd van begin tot eind in alle zijn dimensies. Als we vandaag over de Koerdische kwestie in Turkije kunnen praten, is dat dankzij de vonk die werd aangestoken door Mazlum Doğan.”
Van Istanboel naar Kobanê
Tijdens zijn masteropleiding aan de Faculteit Sociologie van de Universiteit van Boğaziçi leerde de intellectueel, schrijver, historicus, socioloog en revolutionair Suphi Nejat Ağırnaslı over het Kobanê-verzet en besloot hij deel uit te maken van deze strijd. Toen hij lid werd van de MLKP (Marxistisch-Leninistische Communistische Partij), kreeg hij de strijdnaam Paramaz Kızılbaş. Hij noemde zichzelf naar de Armeense revolutionaire socialist Paramaz (Madteos Sarkisyan), die op 15 en 16 juni 1915 samen met 19 kameraden door het Ottomaanse Rijk werd gemarteld en geëxecuteerd.
“Elk hart een revolutionaire cel”
Voordat hij zich bij de verdediging van Kobanê voegde, schreef Suphi Nejat Ağırnaslı het volgende aan zijn familie: “Ik heb mijn leven geleefd en veel geleerd van iedereen die in mijn leven is gekomen. Ik heb een keuze gemaakt op basis van wat ik heb geleerd, ik ben een getuige van de waarheid van alle waarheden, en ik heb dit punt in de dialectiek van het leven bereikt. Ik hoop dat het van nut zal zijn. Ik ben geboren als een gewone man, en als een gewone man neem ik afscheid van je. Ik weet dat ik heb je vaak heb teleurgesteld, dat ik me soms onvriendelijk heb gedragen en dat ik je heb geërgerd. Vergeef me een laatste keer. Als gewone jongeman heb ik uit gewone tegenstellingen een keuze gemaakt. Die keuze heb ik in de eerste plaats voor mezelf gemaakt. Ik vertrok niet vanwege een verheven geloof, ik wilde de levens betoveren van mensen die geen verhevenheid hadden ervaren, ik wilde de verdinglijkte wereld betoveren. Ik heb geleerd dat mijn tegenstellingen niet individueel kunnen worden overwonnen, omdat ze sociaal zijn. Men kan alleen maar proberen zichzelf in die zin te organiseren en ze op een hoger niveau te socialiseren. Dat is het punt waarop ik in mijn leven het dichtst bij de waarheid ben gekomen.
Als Duisburger, Clauberger uit Turkije, die illegaal in Söke is geboren, heb ik er geen spijt van. Integendeel, elk ongeluk in het leven is een kans die mensen helpt. Mijn enige zorg was om nooit volwassen te worden, nooit deel uit te maken van de volwassen wereld, altijd een kind te blijven… Nu ga ik naar Neverland, net als Peter Pan, om nooit volwassen te worden. Niets kan me gelukkiger maken dan dat. Ik hoop dat je de zaden van dit grote ontwaken zult laten ontkiemen, dat het de levens van gewone werkende mensen in West-Turkije zal betoveren, dat het gewone helden zal voortbrengen en dat je door zult gaan met het zoeken naar de waarheid. Elk hart is een revolutionaire cel! Verbeelding aan de macht!”
Martelaar op Miştenûr
Suphi Nejat Ağırnaslı streed als Paramaz Kızılbaş op vele fronten in Kobanê. Op 5 oktober 2014 viel hij op het verzetsfront bij de Miştenûr-heuvel. Zijn lichaam werd pas 15 maanden later gevonden, in december 2015. Zijn vader verklaarde destijds op sociale media: “We hebben het lichaam van Nejat na 15 maanden ontvangen. Volgens zijn wensen zullen we hem begraven als een ‘internationalistische revolutionair’ in Kobanê, in het land waar hij thuishoort. We zullen hem toevertrouwen aan zijn kameraden die met hem tegen ISIS-terreur hebben gestreden voor een vrij Rojava.”
Op 15 december 2015 werd Suphi Nejat Ağırnaslı begraven tijdens een grote ceremonie op de begraafplaats van de martelaren in Kobanê. Zijn vader Hikmet Acun zei: “Eervolle strijders, Kobanê is de poort naar de geschiedenis van waardigheid, en het is goed dat jullie en Paramaz door deze poort zijn gegaan. Het is goed dat jullie Kobanê, dit heilige land, hebben bevrijd. Ik heb het hart van Nejat in jullie harten gestopt, omdat Nejat een kreet en een hoop voor Kobanê werd. Je opende de deur van Rojava en verwelkomde ons. We zeggen dat Rojava ons thuis is. Wij, jij bent Rojava. We zullen komen, we zijn de mensheid. Je hebt de mensheid gered. Paramaz wilde dat ook. En hij heeft zijn wens, zijn doel bereikt. Ik vertrouw Paramaz aan jullie toe.”