Internationalisten in Griekenland, Macedonië en Italië hebben geprotesteerd tegen de doodvonnissen tegen journaliste en maatschappelijk werkster Pakhshan Azizi en activiste Sharifeh Mohammadi in Iran en hebben opgeroepen tot solidariteit als onderdeel van de campagne “Nee tegen Executie, Ja tegen Vrij Leven” die is opgezet door de Gemeenschap van Vrije Vrouwen van Oost Koerdistan (KJAR) en andere activisten.
Athene
Activisten van verschillende groeperingen verzamelden zich in Athene en verklaarden dat repressieve regimes in de eerste plaats vrouwen aanvallen als het meest radicale deel van de samenleving. “We veroordelen het misogynistische Iraanse regime dat doodvonnissen heeft uitgesproken tegen journaliste Pakhshan Azizi en vrouwenrechtenactiviste Sharifeh Mohammadi,” zeiden de activisten. De twee vrouwen werden beschuldigd van een “gewapende opstand” in oneerlijke schijnprocessen en de doodvonnissen moeten worden ingetrokken. “We zijn solidair met de strijdende vrouwen in Rojhilat en Iran. Jin Jiyan Azadî!”
Skopje
In Skopje protesteerden activisten voor de Iraanse ambassade en eisten de vrijlating van Pakhshan Azizi, Sharifeh Mohammadi en de Koerdische vrouw Varishe Moradi, die ook gevangen zit en geëxecuteerd dreigt te worden voor vermeend lidmaatschap van de PJAK. De activisten verklaarden zich solidair met de strijd tegen het misogynistische Iraanse regime en lazen een open brief voor aan de opstandige mensen in Iran: “Blijf strijden. Jullie stemmen zullen ook in Macedonië gehoord worden en wij staan achter jullie.”
Turijn
In Turijn verklaarden maatschappelijk werkers dat ze de strijd van vrouwen in Rojhilat en Iran tegen onderdrukking steunen: “Pakhshan Azizi en Sharifeh Mohammadi zijn gemarteld en ter dood veroordeeld. We eisen hun onmiddellijke vrijlating.”
Achtergrond van de campagne “Nee tegen executie, ja tegen een vrij leven
Op 9 mei 2010 werd de Koerdische revolutionaire Shirin Alamhouli samen met Farzad Kamangar, Ali Heidarian en Farhad Vakili geëxecuteerd in de beruchte Evin gevangenis in Teheran. Alamhouli was een activiste in de Koerdische vrouwenbeweging, Kamangar en zijn twee collega’s werkten als leraren. Ze werden veroordeeld voor “het in gevaar brengen van de nationale veiligheid” en “vijandschap tegen God” in verband met de Partij voor een Vrij Leven in Koerdistan (PJAK). Op de 14e herdenkingg van de dood van Shirin Alamhouli startten activisten de campagne “Nee tegen Executie, Ja tegen een Vrij Leven”. “Als de Koerdische Vrouwenbevrijdingsbeweging, de Koerdische Vrije Vrouwenvereniging van Oost Koerdistan (KJAR) en een groep politieke, maatschappelijke, milieu- en vrouwenactivisten, zijn wij er vast van overtuigd dat de doodstraf onder alle omstandigheden een schending van de menselijke waardigheid is. De doodstraf is een ontkenning van het leven, een fundamenteel natuurlijk recht van ieder mens. Dit is in directe tegenspraak met onze fundamentele morele principes en menselijke waarden. Het opleggen van de doodstraf negeert niet alleen dit fundamentele principe, maar houdt ook een cyclus van geweld en wraak in stand die de essentie van onze samenleving vernietigt,” aldus een oproep voor de campagne. Ongeacht de aanklacht die wordt bestraft, is de doodstraf staatsmoord en neemt het de oorzaken van misdaad niet weg.
Bron: ANF