Frane Maroevic, de uitvoerend directeur van het International Press Institute (IPI), zei tijdens zijn bezoek aan Antakya dat verslaggevers in Turkije met tal van hindernissen werden geconfronteerd, zelfs voordat de aardbeving toesloeg.
Frane Maroevic bezocht deze week de zwaar beschadigde stad Antakya. Hij zei: “Journalisten willen nog steeds verslag uitbrengen omdat ze geloven dat het belangrijk is om de verhalen te vertellen van de mensen die het hebben overleefd en nog steeds worstelen om daar te leven. Maar het is duidelijk dat er meer druk op journalisten zal komen naarmate de verkiezingen naderen. In Turkije is de vrijheid van meningsuiting in de loop der jaren verslechterd en de noodtoestand heeft zojuist een extra laag gecreëerd voor de complicaties voor journalisten die hun werk uitvoeren”.
Verslaggevers moeten beschikken over een speciale accreditatie om in het aardbevingsgebied te werken. Verschillende journalisten werden gearresteerd omdat ze kritische artikelen hadden gepubliceerd over de trage reactie van de regering op de ramp onder de veel bekritiseerde nieuwe desinformatiewet van Turkije.
Turkije blokkeerde ook de toegang tot Twitter gedurende meer dan 12 uur in de eerste dagen van de ramp vanwege een stortvloed aan kritische berichten over een gebrek aan reddingswerkers en humanitaire hulp. “Het is duidelijk dat de autoriteiten journalisten ervan weerhouden om terplaatse onafhankelijk verslag te doen”, aldus Maroevic.