IHD: Opheffing van het isolement van Öcalan is essentieel voor vrede

  • Turkije

Hüseyin Küçükbalaban, medevoorzitter van de mensenrechtenorganisatie IHD, doet een beroep op de Turkse staat en het Turkse regime om zijn politiek van oorlog en vernietiging op te geven en een weg in te slaan die de sociale vrede dient. Abdullah Öcalan is hiervoor de belangrijkste contactpersoon. Öcalan heeft echter al jaren geen aanspraak kunnen maken op een advocaat of familiebezoek en sinds maart 2021 is er geen teken van leven meer van de Koerdische vertegenwoordiger die gevangen zit op het gevangeniseiland Imrali en zijn drie medegevangenen.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft de veroordeling van Öcalan tot levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van voorwaardelijke invrijheidstelling aangemerkt als een schending van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Hoewel er sinds de uitspraak van de rechtbank, bekend als het Gurban-arrest, tien jaar zijn verstreken en er geen positieve stappen zijn ondernomen door de Turkse staat, is er geen actie ondernomen. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa zal het zogenaamde “Gurbet-arrest” van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) bespreken tijdens zijn zittingen van 17 tot 29 september. Ondertussen duurt de illegale incommunicado-detentie van Öcalan en zijn medegevangenen al 42 maanden. In een ANF interview geeft Hüseyin Küçükbalaban, medevoorzitter van de mensenrechtenorganisatie IHD, commentaar op de kwestie.

Turkije heeft geen stappen ondernomen

Küçükbalaban herinnerde eraan dat er nu tien jaar zijn verstreken sinds de uitspraak van het EHRM en dat de situatie al tien jaar “onder de loep” wordt genomen door het Comité van Ministers. De meest recente beslissing dateert van december 2021: “Het Comité heeft besloten dat Turkije wetgevende of andere passende maatregelen moet nemen om een mechanisme in te stellen dat de herziening van levenslange gevangenisstraffen met verzwarende omstandigheden na een bepaalde minimumperiode mogelijk maakt en de mogelijkheid van vrijlating van de tot levenslang veroordeelde persoon garandeert. Turkije moet vóór eind september 2022 een lijst van de betrokken personen indienen. In de tussentijd heeft Turkije zich niet ingespannen om de juiste juridische voorwaarden te creëren en heeft het ook geen informatie verstrekt aan de commissie.”

“De Turkse staat heeft een sterke lobby”

Küçükbalaban voorspelt dat de commissie in september een soortgelijk besluit zal nemen, “aangezien Turkije aan geen enkele van de eerdere voorwaarden heeft voldaan. De actieplannen die in het kader van de casusgroep zijn ingediend, blijven zich herhalen. De zaken Kavala en Demirtaş zullen ook tijdens deze zitting worden geanalyseerd. In de zaak Kavala is al een inbreukprocedure tegen Turkije ingeleid. De commissie oefent druk uit op Turkije om het Kavala-arrest uit te voeren. Dit is een prioriteit. Er lopen inbreukprocedures tegen twee landen van de Raad van Europa: Azerbeidzjan en Turkije. De procedure tegen Turkije loopt al langer dan die met betrekking tot het Ilgar Mammadov/Azerbeidzjan-arrest. We verwachten dat de commissie haar eerdere aanbevelingen in belangrijke zaken zoals Gurban zal herhalen totdat het Kavala-arrest is uitgevoerd. Natuurlijk speelt de sterke lobby van Turkije binnen het hof hier ook een rol. Zo heeft het Europees Comité ter voorkoming van foltering (CPT) tijdens zijn bezoek aan Turkije dit jaar niet eens de Imralı-gevangenis bezocht.”

Een nieuw vredesproces is noodzakelijk

De Turkse regering voert herhaaldelijk aan dat de eis van de commissie uit december 2021 dat de vrijlating van een levenslange gevangene “in geval van chronische ziekte, invaliditeit of ouderdom” kan plaatsvinden door middel van een presidentieel pardon, is ingewilligd. Küçükbalaban legde uit: “Als je kijkt naar de voorbeelden waarin de president gebruik heeft gemaakt van zijn gratiebevoegdheid, wordt het duidelijk dat dit geen geldige wettelijke regeling kan zijn voor de Gurban Groep. In het Turkse parlement hebben verschillende parlementsleden voorstellen ingediend om de wet over deze kwestie te wijzigen, die vervolgens werden doorgestuurd naar de Commissie Juridische Zaken. Zonder uitzondering werd geen van deze voorstellen op de agenda van het parlement geplaatst. Wetgevend werk over deze kwestie wordt systematisch geblokkeerd, net als pogingen om de wet te wijzigen om de schending te verhelpen. Er is een nieuw vredesproces nodig en de politieke wil om de beslissingen in het Gurban-arrest uit te voeren.”

“Öcalan is een belangrijke speler voor een oplossing”

Küçükbalaban benadrukte dat Abdullah Öcalan een sleutelrol speelt in de oplossing van de Koerdische kwestie: “De staat erkent ook zijn essentiële rol. Als IHD hebben we vrede en het recht op vrede verdedigd sinds de dag dat we werden opgericht. We zeggen ook dat de Koerdische kwestie moet worden opgelost door vreedzame politiek. Het feit dat Abdullah Öcalan, die een essentiële rol speelt in de oplossing van de Koerdische kwestie, al meer dan vier jaar zijn familie en advocaten niet mag ontmoeten, beschouwen wij zowel als een mensenrechtenprobleem als een afwijking van een op vrede gericht beleid. Als organisatie hebben we herhaaldelijk ons verzoek voor een bezoek aan Imrali naar het Ministerie van Justitie gestuurd, maar geen reactie ontvangen. We roepen de staat en de regering op om zo snel mogelijk van dit beleid af te stappen en terug te keren naar een beleid dat de sociale vrede dient. Als eerste stap roepen we de staat en het ministerie van Justitie op om Abdullah Öcalan toe te staan om bezocht te worden door zijn familie en advocaten.”

Bron: ANF