- Turkije
Abdullah Öcalan’s oproep tot “Vrede en een Democratische Samenleving”, aangekondigd door de Imrali Delegatie op 27 februari, heeft niet alleen weerklank gevonden in Turkije, Koerdistan en het Midden-Oosten, maar ook op internationaal niveau. Om dit historische standpunt te bespreken, dat een democratische en politieke oplossing voor de Koerdische kwestie voorstaat, spraken we met voormalig lid van de Imrali-delegatie en Koerdisch politicus Idris Baluken.
Öcalans langverwachte oproep tot ‘Vrede en een Democratische Samenleving’ werd aangekondigd door de Imrali-delegatie. Met deze oproep heeft Öcalan ook het begin van een nieuw proces gemarkeerd. Hoe beoordeelt u dit?
Eerst en vooral denk ik dat het essentieel is om vanuit een historisch perspectief het feit te evalueren dat Öcalan, de leider van het Koerdische volk, na 26 jaar de strijd van het Koerdische volk voor democratie, vrede en vrijheid opnieuw in het centrum van de politiek van het Midden-Oosten en de wereld heeft geplaatst. We weten dat 26 jaar geleden, door een internationale samenzwering (met als hoogtepunt 15 februari 1999, de dag dat Öcalan ontvoerd werd in Kenia), hij het doelwit was van eliminatie, met de bedoeling om hem geen toevluchtsoord in de wereld te laten vinden en alle banden met zijn volk en organisatiestructuur te verbreken.
Hierna werd hij onderworpen aan een systeem van zware martelingen en isolatie op Imrali. Ondanks dit alles heeft Öcalan zijn ideologische en intellectuele concentratie op vrijheid, democratie en vrede tot op de dag van vandaag in het hart van de regionale en mondiale politiek geplaatst. Dit confronteert ons met een belangrijke en krachtige realiteit. Gisteren bepaalde deze kwestie de mondiale agenda, en naast de inhoud van de boodschap zelf, waren de timing en de historische betekenis ervan net zo cruciaal. Ik wilde dit punt in het bijzonder benadrukken.
Wat naar voren kwam was een uitzonderlijk sterke boodschap, een die de hoop op vrede weer aanwakkert, die pleit voor democratische transformatie en die bevestigt dat een vrije toekomst niet alleen mogelijk is voor het Koerdische volk, maar ook voor het Turkse volk en alle volkeren van het Midden-Oosten.
In een tijd waarin het Midden-Oosten een nieuwe vorm krijgt, richt Öcalan zich niet alleen op de huidige politieke situatie; hij mengt zich in het proces met een perspectief dat rekening houdt met vijftig, zelfs honderd jaar regionale realiteit. Als zijn gesprekspartners positief reageren, kunnen we stellen dat hij een pakket voorstellen heeft gepresenteerd dat de weg kan vrijmaken voor belangrijke ontwikkelingen op de korte termijn ten gunste van de volkeren. Vanaf dit punt zal het verloop van de gebeurtenissen afhangen van de vraag of er een antwoord komt dat even diepgaand, oprecht en serieus is als de benadering die Öcalan heeft voorgesteld.
U maakte deel uit van de vorige Imrali-delegatie. Destijds werden er onderhandelingen gevoerd, maar door de houding van de staat werd het proces verstoord en mislukte het uiteindelijk. Als we die periode vergelijken met het proces dat nu opnieuw wordt bekeken, wat zou u dan zeggen? Hoe moeten we de poging interpreteren om de tafel opnieuw op te bouwen die jaren geleden werd omvergeworpen?
Er zijn bijna tien jaar verstreken en het is een extreem moeilijke periode geweest. De zware kosten van die tijd hebben de samenleving enorm onder druk gezet. Ook regionaal hebben er in dit decennium belangrijke ontwikkelingen plaatsgevonden. Voor de Koerdische kant was het een uitdagend proces, er werden offers gebracht, een ‘ineenstortingsconcept’ werd geïmplementeerd en er werd een poging gedaan om de wil van de Koerdische politieke beweging volledig te breken. Aan het einde van deze tien jaar is het echter duidelijk dat deze poging mislukt is, en de Koerdische beweging heeft haar wil en dynamiek in haar strijd behouden.
Voor de staat is een andere realiteit ontstaan. Turkije is in een administratieve, structurele, wettelijke en economische crisis beland die zijn weerga niet kent. Wanneer we de gevolgen van het omverwerpen van de onderhandelingstafel vanuit dit perspectief analyseren, zien we dat, als het onderhandelingskader dat tien jaar geleden in het Dolmabahçe Akkoord uiteengezet werd, uitgevoerd was, Turkije niet de huidige crisis en ineenstorting zou meemaken, en het Koerdische volk niet zo’n pijnlijke en uitdagende periode had moeten doorstaan.
Tegelijkertijd is de dynamiek in het Midden-Oosten aanzienlijk veranderd. Ontwikkelingen in Palestina, Libanon en Syrië hebben de Koerdische kwestie op een punt gebracht waar ze niet langer onopgelost kan blijven. Als we al deze factoren samen beschouwen, is de oplossing van de Koerdische kwestie een zaak van levensbelang geworden. De situatie heeft een breekpunt bereikt waar een oplossing niet langer een keuze is, maar een noodzaak.
De zoektocht van de Turkse staat of de huidige regering naar een nieuwe aanpak kan niet los gezien worden van deze ontwikkelingen. Öcalan heeft consequent vastgehouden aan zijn standpunt over vrede en een democratische politieke oplossing, wat opnieuw de aandacht van de wereld heeft getrokken. In het resolutieproces 2013-2015 heeft hij dit duidelijk gemaakt door middel van het akkoord van Dolmabahçe.
Als we naar de huidige situatie kijken, blijft Öcalan zich inspannen van waar hij nu is en houdt hij vast aan zijn engagement voor vrede en een democratische politieke oplossing. Aan de kant van de staat kunnen we, gezien zowel de dieper wordende interne crisissen als de manier waarop de Koerdische kwestie zijn eigen oplossing afdwingt in het Midden-Oosten, spreken van een nieuw standpunt. Vanaf nu komt het erop aan of de staat en de regering concrete en praktische stappen zullen zetten in lijn met dit nieuwe standpunt. Als er sprake is van een oprechte en serieuze aanpak, kan de door Öcalan voorgestelde oplossing voor vrede en democratie de deur openen naar een geheel nieuw proces voor het hele Midden-Oosten.
Van Turkse zijde is vooral de nadruk gelegd op Öcalans oproep aan de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) om de wapens neer te leggen. Hoewel deze verklaring niet expliciet in de tekst is opgenomen, heeft Sırrı Süreyya Önder de woorden van Öcalan overgebracht: ‘Ongetwijfeld vereisen het praktisch afleggen van de wapens en de ontbinding van de PKK de erkenning van het wettelijke en democratische politieke kader.’ Desondanks heerst er in sommige kringen nog steeds verwarring. Welke stappen moet de staat nemen om dit proces tot een succes te maken?
Het standpunt van Öcalan in deze kwestie is altijd heel duidelijk geweest. Met deze verklaring verwoordde Sırrı Süreyya Önder in wezen de verwachtingen die Öcalan had overgebracht aan de staat en de regering met betrekking tot het proces. De aangekondigde oproep geeft niet alleen verantwoordelijkheden aan de Koerdische kant, maar ook aan de Turkse staat en zijn regering. Er is geen dubbelzinnigheid of verwarring binnen de Koerdische beweging. Het Koerdische volk en de Koerdische politieke beweging hebben al verklaard dat ze bereid zijn om serieus in te gaan op het initiatief van Öcalan. Hun standpunt is duidelijk.
Als we echter kijken naar de houding van de staat en de regering tot nu toe, te beginnen met het breed uitgemeten beeld van Devlet Bahçeli die de gelederen van de Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie (DEM-partij) in het parlement nadert, zien we een tegenstrijdigheid tussen woorden en daden. Deze tegenstrijdigheid heeft geleid tot groot wantrouwen en verwarring. Er zijn geen wettelijke of grondwettelijke hervormingen doorgevoerd die nodig zijn voor democratisering. Bovendien is er geen wezenlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot het isolement dat is opgelegd aan het eiland İmralı. De beperkingen op familie- en advocaatbezoeken duren voort.
De Koerden zullen niet verliezen met Öcalan aan de onderhandelingstafel
Ondanks al deze uitdagingen heeft Abdullah Öcalan opnieuw laten zien dat hij een historische inspanning levert om de komende vijftig, zelfs honderd jaar veilig te stellen voor alle volkeren van het Midden-Oosten. Terwijl hij dit doet, heeft hij echter ook de behoefte gevoeld om de staat en de regering op hun verantwoordelijkheden te wijzen. Als de democratische politiek geen ruimte krijgt om te werken, als er geen wettelijke stappen worden gezet om de Koerdische kwestie op te lossen en Turkije te democratiseren, zal dit proces geen kans hebben om vooruitgang te boeken.
Tegelijkertijd moet de verwarring rond Koerdische rechten gezien worden als een gebied dat bepaalde kringen, die niet in staat of bereid zijn om hun standpunt over het proces duidelijk te maken, proberen te manipuleren. Öcalans bijdragen aan de strijd van het Koerdische volk voor democratie, vrede en vrijheid zijn onmiskenbaar. De heropleving van een volk waarvan de identiteit, taal en cultuur ontkend werden, en hun opkomst als politieke kracht, is een direct resultaat van Öcalans politieke inspanningen.
Zelfs na 26 jaar gevangenschap op een eiland, achter tralies en muren, is Öcalan nooit afgeweken van de eisen van zijn volk. Integendeel, hij heeft deze strijd versterkt met nieuwe ideologische openingen. Daarom is het onmogelijk om te zeggen dat het Koerdische volk aan hem twijfelt. Naast hun georganiseerde structuren, vertrouwt het Koerdische volk erop dat Öcalan, net zoals in het verleden, dit proces vandaag en in de toekomst correct zal leiden.
Het volk is er zich goed van bewust dat in elk onderhandelingsproces waarbij Öcalan betrokken is, het Koerdische volk niet zal verliezen. Bovendien zal dit proces niet alleen het Koerdische volk ten goede komen, maar ook alle gemarginaliseerde en onderdrukte groepen in Turkije.
Bron: ANF