Hozat: Zonder de vrijheidsstrijd zouden we vandaag de dag niet over Koerdische identiteit kunnen praten

In een interview met Medya Haber TV sprak Besê Hozat, medevoorzitter van de Uitvoerende Raad van de KCK (Unie van Koerdische Gemeenschappen), over het lopende ‘Proces van Vrede en Democratische Samenleving’. Ze geeft gedetailleerd commentaar op de discussies rond het manifest van de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan, dat een uitdrukking is van het proces en van de transformatie van de Koerdische vrijheidsbeweging. Hozat evalueert onder andere ook de huidige geopolitieke ontwikkelingen en de situatie in Iran.

ANF Nieuwsagentschap publiceerde het eerste deel van het diepte-interview:

In de afgelopen weken is er een aantal materialen gepubliceerd over het lopende proces en de veranderingen in de vrijheidsbeweging. Centraal hierin staat het uitgebreide manifest van de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan. Het wordt intensief besproken door een grote verscheidenheid aan kringen. Het is over het algemeen goedgekeurd en velen zien het als een kans voor een debat dat al lang nodig was, maar er is natuurlijk ook kritiek. Sommige kritiek, bijvoorbeeld met betrekking tot de analyses van het alevitisme, is nogal hard. Wat kunt u ons vertellen over het manifest en de discussies en kritiek die er op volgden? Begrijpt u de kritiek?

Al het materiaal met betrekking tot het 12de PKK Congres is gepubliceerd. Eén daarvan was het veelbetekenende en verhelderende ‘Manifest van Vrede en Democratische Samenleving’ opgesteld door leider Öcalan. Hierin gaat hij uitgebreid in op de verschillende facetten van de menselijke geschiedenis, met bijzondere aandacht voor de geschiedenis van de vrouwen en de Koerden. Het manifest is een beoordeling die de historische realiteiten in hun juiste context plaatst, waardoor de geschiedenis bijna herschreven wordt naar haar ware aard. Natuurlijk zijn hier heftige debatten over gevoerd. Ook al kunnen we ze niet allemaal volgen, de essentie van sommige debatten heeft ons bereikt. Hoe waardevol deze discussies ook zijn, we hebben ook benaderingen en kritiek gehoord die geen echte basis hebben, maar alleen geuit worden met de bedoeling om leider Öcalan aan te vallen. Een dergelijk discours is ongepast en is een aanpak die bekritiseerd moet worden.

Wat wordt geuit door deze individuen en groepen die niet van plan zijn om een eerlijk debat aan te gaan, maar gewoon hun toevlucht nemen tot provocatie en sabotage om hun eigen werkelijkheid te verbergen, kan nauwelijks worden begrepen als kritiek. Het is laster. Wat nodig is, is kritiek op serieuze gronden en, in het algemeen, een gezond debat.

De analyses en perspectieven die leider Öcalan in het manifest uitdrukt, zijn beoordelingen die hij in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld. Het is een opeenstapeling van kennis en een verdieping van begrip die in de loop van de tijd is gegroeid, voortbouwend op de periode van de strijd in de vorm van de groep, vanaf de oprichting van de PKK tot vandaag. Leider Öcalan heeft een diep begrip van de geschiedenis ontwikkeld en op basis van zijn analyse van deze realiteiten heeft hij zijn ideeën in de loop van de decennia ontwikkeld. Het manifest is niet zomaar uit het niets ontstaan.

Vooral met het Manifest van de Democratische Beschaving publiceerde leider Öcalan diepgaande, opvallende en nieuwe beoordelingen met betrekking tot het alevitisme, de Koerdische geschiedenis, het marxisme en de geschiedenis van de vrouw. Nu, met het nieuwe manifest, heeft hij deze beoordelingen verder uitgediept. Bijzonder opmerkelijk is wat hij samenbrengt: de geschiedenis van de regio en de geschiedenis van de vrouw met de universele geschiedenis, evenals analyses met betrekking tot het begrijpen van kwantum en dialectische perspectieven die niet gebaseerd zijn op dogmatische idealistische of materialistische ideeën, om maar een paar aspecten te noemen. Daarbij bekritiseert hij veel tekortkomingen, maar zonder iets categorisch uit te sluiten. In plaats daarvan waardeert hij alles en ziet hij wat het de samenleving en de mensheid heeft opgeleverd.

En ik benadruk dit terwijl ik spreek vanuit mijn identiteit als vrouw, Koerd, socialist en aleviet. Als ik het manifest lees met deze identiteiten in mijn achterhoofd, voel ik een enorme kracht en energie. Door het lezen en bespreken verbreed ik mijn horizon en voel ik opwinding en enthousiasme. Het schept een enorme vreugde in mij. Ik zie geen verkeerd oordeel over al deze identiteiten. Integendeel, het opent mijn eigen bewustzijn en versterkt mijn zoektocht naar vrijheid. Ik ben ervan overtuigd dat dit is hoe alle andere vrouwelijke kameraden, alle kameraden in het algemeen, ons volk en de democratische en socialistische krachten zich voelen wanneer ze het manifest lezen en bespreken. Zonder twijfel zijn er ook kritieken en evaluaties uit deze kringen, wat legitiem en belangrijk is. Dit is een zoektocht naar begrip, een zoektocht naar begrip.

Wanneer leider Öcalan zijn meningen en conclusies uit over zaken die zeer verankerd zijn, is het niet meer dan normaal dat dit voor heel wat opschudding zorgt. Wanneer dogma’s in twijfel worden getrokken, is weerstand onvermijdelijk. Als een nieuwe gedachte of idee wordt afgezet tegen iets dat tot een dogmatisch niveau is verheven, zoals een god of een religie, dan roept dat zeker woede en frustratie op. Dit zet de dingen op hun kop en de gevolgen zijn logisch en begrijpelijk.

We weten zelf hoe moeilijk verandering en transformatie kunnen zijn, omdat we er al jaren mee geconfronteerd worden. Dit maakt het makkelijker voor ons om te begrijpen waar de reacties vandaan komen. Een deel van de kritiek wordt waarschijnlijk gevoed door het onbehagen dat mensen zich beginnen te realiseren dat datgene waar ze jarenlang voor hebben gestaan, overwonnen moet worden. Zoals ik al zei, kunnen we dit begrijpen en ze nog steeds zonder twijfel als waardevol beschouwen. Ze dragen bij aan de noodzakelijke vooruitgang. Alleen op deze manier kan er een nog nauwkeuriger begrip en een doelgerichtere strijd worden bereikt. We hechten dus waarde aan alles; het enige waar ik kritiek op heb zijn degenen die hun ‘kritiek’ uiten met de bedoeling om te denigreren en te provoceren. Deze ‘kritiek’ komt uit de kringen van collaborateurs en verraders die alleen maar proberen hun eigen werkelijkheid te verdoezelen. Dit zijn geen kritieken maar aanvallen, en we verwerpen ze met al onze kracht. Deze mensen moeten eerst met zichzelf afrekenen en hun eigen realiteit onder ogen zien.

Öcalans beoordeling van het alevitisme, in het bijzonder het Koerdische alevitisme, is accuraat. Het Koerdische alevitische geloof is in wezen het zogenaamde ‘Geloof van de Rechtmatige Weg’ en is gebaseerd op het zoroastrisme en de overblijfselen van de neolithische samenleving. Het is gebaseerd op de neolithische samenleving, animistische overtuigingen en natuurverering. In feite is het Koerdische alevitisme in zekere zin een geloof in de natuur. Het is een ecologisch geloof. De invloeden van het animisme zijn erg sterk. Ik heb dit zelf aan den lijve ondervonden. Dat wil zeggen, de omgeving waarin ik leefde, het gezin waarin ik opgroeide, was een gezin waar de Alevitische cultuur en geloof heel sterk waren. Ik heb het over het kerngezin en de omgeving. Wat ik wil benadrukken: Leider Öcalan zegt dat het ‘Comité van Unie en Vooruitgang’ een verzonnen alevitisme heeft gecreëerd. Vooral in de loop van de voorbije 100, 150 jaar heeft men geprobeerd het Koerdische Alevitisme te assimileren. Koerdische alevieten hebben geprobeerd geturkificeerd te worden. Dat is een realiteit die niet ontkend kan worden.

Dat is iets wat ik me herinner uit mijn eigen jeugd. Mijn vader werd geboren in 1920/21 en mijn moeder in de jaren 1930. Toen het bloedbad in Dersim (Tr. Tunceli) plaatsvond, was mijn vader getrouwd en had hij drie kinderen. Zijn drie kinderen, zijn vrouw en zijn vader – mijn grootvader dus – werden gedood in het bloedbad van Dersim. Vóór het bloedbad waren het alevitische geloof en de Koerdische cultuur veel sterker en niet in zulke grote mate geassimileerd. Ik ben nog steeds opgegroeid met de Koerdische cultuur en ik ben nog steeds opgegroeid met die alevitische cultuur en geloof. Vraag het de ouderen in Dersim en ze zullen allemaal zeggen: “Ik ben Kirmanc.” “Mijn taal is Kirmanc,” “Kirmanckî.” Het alevitisme, de alevitische identiteit, werd pas veel later zo dominant, na de genocide in Dersim. Het is nu verheven tot een positie die de nationale identiteit bijna overschaduwt. Als je het nu iemand vraagt, zullen ze hun alevitische identiteit als eerste benadrukken. Waarom? Leider Öcalan heeft veel diepgaand onderzoek gedaan, gelezen en hierover gediscussieerd, en we weten het allemaal uit ons eigen leven. We weten het door het allemaal samen te voegen en er historisch over te lezen. Persoonlijk heb ik ook veel gelezen over het alevitisme. Als ik er naar kijk, kan ik met zekerheid zeggen dat de beoordelingen van het alevitisme, vooral door het ‘Comité van Unie en Vooruitgang’, in de afgelopen 100, 150 jaar het Koerdische, Turkse alevitisme en het Arabische alevitisme bijna homogeen hebben gemaakt. Er zijn echter grote verschillen en unieke kenmerken. Dergelijke geschriften en evaluaties over alevitisme, vele geschriften, verhandelingen en debatten in deze zin werden ontwikkeld als onderdeel van de culturele genocide en religieuze genocide uitgevoerd op basis van Turkificatie van Koerdische alevieten en Turkificatie door alevitisme. Niemand kan dit ontkennen. Dit is een feit. Daarom is het zeer belangrijk om de evaluaties en observaties van Leider Öcalan correct te benaderen, om te proberen ze te begrijpen, om hun diepte te onderzoeken en om ze te onderzoeken.

Leider Öcalan heeft in het verleden soortgelijke beoordelingen gemaakt over Seyit Rıza. Dat wil zeggen, hij waardeerde zijn weerstand, zijn onverzettelijke houding. “Ik was niet in staat om jullie leugens te doorzien, en dat zit me dwars; maar ik knielde niet voor jullie, en dat zou jullie dwars moeten zitten” – Leider Öcalan hechtte altijd veel waarde aan deze laatste woorden van Seyit Rıza. Hij zei dat hij hier enorme lessen uit trok. Hij verklaarde dat hij deze strijd zodanig ontwikkelde door de lessen die hij hieruit trok, door de inspiratie die hij opdeed, dat hij niet misleidde noch misleid werd; dat wil zeggen, hij ontwikkelde deze strijd langs deze lijn. Wat ik zei over het alevitisme verklaart ook de Koerdische identiteit. Als er geen 52-jarige vrijheidsstrijd was geweest, dan zouden we vandaag niet kunnen spreken over de Koerdische identiteit. Alle Koerden zouden geassimileerd zijn, onderworpen aan genocide, en niets zou overblijven in de naam van de Koerden. Dit is duidelijk. Vooral de laatste 200 jaar van de geschiedenis staan bol van bloedbaden. Het is een geschiedenis vol culturele genocide, ecocide en alle vormen van genocide. De wil van de Koerden was gebroken voordat de PKK opkwam en de Koerden waren onderworpen aan genocide. Ze hadden een punt bereikt waarop ze bang waren om Koerdisch te zijn en hun Koerdische identiteit uit te drukken. Ze waren niet meer in staat om Koerdisch te spreken. Ik herinner me dat we thuis een kostbare recorder hadden die Kirmanckî-liederen afspeelde. In die tijd was de taal verboden; Koerdisch was verboden. Er waren dagelijks militaire operaties in ons dorp. Ze fouilleerden voortdurend, beledigden de mensen en sloegen en vervloekten hen. Degenen die Koerdisch spraken werden gemarteld. Mijn moeder stond elke ochtend bij zonsopgang op om te gaan kijken; ze keek om zich heen en als er soldaten in de buurt waren, maakte ze ons meteen wakker uit onze slaap. We namen die recorder mee en verstopten hem in het hooi. Als de operatie voorbij was en de soldaten zich hadden teruggetrokken, haalden we de recorder uit het hooi en brachten hem terug. We speelden hem af als er geen soldaten in de buurt waren. We luisterden naar de platen en spraken onze taal om te voorkomen dat ze werden gedood. Uit angst konden we geen Koerdisch spreken in het bijzijn van de soldaten. Degenen die geen Turks kenden, zouden met stomheid geslagen worden, sprakeloos worden.

We hebben dit meegemaakt; we hebben het gezien. Ik heb het zelf meegemaakt. Wie durft dit te ontkennen? Dat is waar leider Öcalan het over heeft. Hij heeft het over de Koerd die bang is om zichzelf uit te drukken, die gekoeioneerd is, wiens wil gebroken is, die door iedereen gebruikt wordt, die in dienst van iedereen gedwongen wordt, en die tot soldaten, arbeiders en slaven gemaakt wordt. Zijn kritiek gaat niet over de vrije Koerd; het gaat niet over de georganiseerde, vastberaden Koerd; het gaat niet over de Koerd die zich bewust is van haar/zijn eigen bestaan en identiteit en die ervoor strijdt. De Koerdische identiteit ligt al honderden jaren onder constante aanval en onderdrukking, en wordt geconfronteerd met ernstige fragmentatie en desintegratie, en in het bijzonder, over de laatste 200 jaar, is er een geschiedenis van gruwelijke genocide, fysieke massamoorden en culturele genocide. Wat kan een Koerdisch volk hebben dat zo’n culturele en fysieke genocide ondergaat? Wij hebben het meegemaakt! Hun eigen taal werd verboden en ze leefden in constante angst. Het is belangrijk om dit goed te begrijpen en er de juiste betekenis aan te geven.

Doorheen de geschiedenis heeft zich in de Koerdische samenleving bijna een soort traditie van verraad en samenwerking ontwikkeld. Wanneer een samenleving duizenden jaren lang geconfronteerd wordt met existentiële bedreigingen, is het duidelijk dat die samenleving op een bepaald moment gefragmenteerd raakt en begint te vervallen. Dit is wijdverspreid in de huidige Koerdische samenleving. Het zijn precies deze kringen die verraders werden van hun eigen samenleving en collaborateurs waarnaar leider Öcalan verwijst wanneer hij het heeft over de ‘Judenrat’ onder het Duitse fascisme. Waarom reageren deze kringen hier zo hard op? Omdat de analyse juist is. Ze zijn verraders van hun eigen samenleving en collaborateurs. Daarom vallen ze aan in de vorm van lastercampagnes. Zij zijn degenen waarnaar leider Öcalan verwijst wanneer hij het heeft over ‘Judenrat’. De geschiedenis van de Koerden staat er bol van. De lijst gaat maar door en het zou niet volstaan om ze in dit interview op te noemen. Een heel duidelijk voorbeeld: de structuur die ze de ‘dorpswachten’ noemen. Ze werken overal samen met de staat, doen aan Koerdische vijandigheid, vallen vrije Koerden aan en creëren een comfortabele leefruimte voor zichzelf. Ze werken samen met de kolonialistische vijand, met diegenen die genocide plegen en optreden als contrarevolutionairen en moordenaars. Er zijn niet weinig Koerden die zo zijn. Ze zijn Koerdisch door hun etnische identiteit, maar ze zijn vijanden van de Koerden. Het zijn verraders. Ze vallen de identiteit van de vrije Koerden met de grootste vijandigheid aan. Deze verraderlijke collaborateurs, die we ‘Judendrat’ noemen, zijn aanwezig in de politiek, de handel, de media – overal. Ze zijn aanwezig in elk deel van de samenleving. Ik wil geen namen noemen. Het zijn er veel en de meesten zijn bekend in de samenleving. Ze verschijnen op televisie als “terrorisme-experts” of “veiligheidsexperts”, als journalisten, medialeden of schrijvers. Ze zijn 24/7 op televisie om Koerdische vijandigheid te verspreiden en het genocidale oorlogsbeleid te legitimeren.

Er kunnen mensen zijn die het punt verkeerd begrepen hebben, zich beledigd voelen door dit misverstand en er daarom tegen reageren. Mijn kritiek heeft natuurlijk geen betrekking op hen. Zij zeggen: “Judendrat was een Joodse raad tijdens de Joodse genocide. Het was een raad die bestond uit collaborerende Joden. Ze collaboreerden met de nazi’s. Wat heeft dit met de Koerden te maken?” Misschien hebben ze een zwak gevoel voor geschiedenis of begrijpen ze het niet, dus bekritiseren ze het. Dat is begrijpelijk. Mijn kritiek is niet op hen gericht. Mijn woorden zijn gericht aan degenen die de waarheid kennen, die weten waar Öcalan naar verwijst en die zijn evaluaties aanvallen.

Het onderwerp van Judendrat en de lijn van collaboratie en verraad moet uitvoerig besproken worden onder de Koerden. Al hun ware gezichten moeten onthuld worden en ze moeten veroordeeld worden. Als er geen Judendraten waren in Koerdistan, onder de Koerden, dan zou de Koerdische kwestie nu zeker opgelost zijn op een democratische basis. Turkije zou democratisch geworden zijn, en het Midden-Oosten zou democratisch geworden zijn. Het feit dat de Koerdische kwestie nog steeds wordt uitgevochten ondanks zo’n zware prijs, dat het bestaan en de vrijheid van de Koerden niet gegarandeerd zijn, dat hun identiteit niet gegarandeerd is, dat ze geen democratische en vrije status hebben, en dat ze niet vrij in hun land leven, is fundamenteel, en zelfs hoofdzakelijk, te wijten aan deze Judendraten onder de Koerden. Dit is de lijn van collaboratie en verraad. Dit is een feit dat niet kan worden ontkend. Het is noodzakelijk om deze kwestie vanuit de juiste invalshoek te benaderen en te bespreken. En het is belangrijk voor de vrije pers, iedereen die strijdt en iedereen die vecht voor vrijheid en democratie om effectieve en krachtige antwoorden te geven aan zulke individuen en kringen.

Op dezelfde manier heeft leider Öcalan opvallende oordelen over het marxisme en beoordeelt hij ook in grote mate de ineenstorting van het echte socialisme. Hij zegt dat het aanpakken van alle kwesties op basis van klasse heeft geleid tot de ineenstorting van het echte socialisme. Is de menselijke geschiedenis begonnen met klasse? De eerste tegenstelling in de geschiedenis is de tegenstelling tussen vrouwen en mannen. De eerste socialisatie was de socialisatie die zich rond vrouwen ontwikkelde. Het is gemeenschappelijk; het is gebaseerd op clans. En toen, met de organisatie van mannen tegen vrouwen en hun inbeslagname van de waarden die rond vrouwen waren gevormd, in de socialiteit van vrouwen, en hun vestiging van dominantie over vrouwen, over de socialiteit die door vrouwen was gecreëerd, begon de eerste en diepste tegenstelling in de geschiedenis. Daarmee ontstonden natuurlijk geleidelijk aan klassen.

Wanneer leider Öcalan dit zegt, ontkent of verwerpt hij de klassentegenstelling niet. Integendeel, hij benadert en evalueert de waarheid van de geschiedenis in al haar dimensies. De klassenstrijd bestaat al heel lang in de samenleving, maar de basis ervan is de strijd en tegenstrijdigheid tussen de commune en de staat, dat wil zeggen tussen de door vrouwen gecreëerde socialiteit en het door de door mannen gedomineerde mentaliteit gecreëerde machtsstaatsysteem. Leider Öcalan baseert de historische strijd hierop, en dat is volkomen terecht. Hij benadrukt ook dat Marx in zijn latere jaren soortgelijke zoektochten en evaluaties had. Marx schreef en besprak de Parijse Commune. Zo kwam hij tot nieuwe inzichten, maar noch zijn leven, noch zijn kennis waren toereikend, noch liet de realiteit van die tijd het toe, dat hij die verder zou ontwikkelen. Leider Öcalan zegt ook dat Marx, Lenin en Engels ongetwijfeld grote waarden hebben bijgedragen aan de mensheid, dat er een zeer krachtige sociale strijd is gevoerd door de volkeren, vrouwen en de mensheid op basis van die ideeën en gedachten, en dat er zeer belangrijke waarden zijn ontstaan. Hij erkent dit zonder aarzeling. Dit is niet wat hij bekritiseert. Het is belangrijk om een allesomvattende beoordeling te maken door al deze delen opnieuw te lezen, vooral in de vijf delen van het Manifest van de Democratische Beschaving, en door het nieuwe manifest erna opnieuw te lezen. Dit kan leiden tot gezondere en nauwkeurigere beoordelingen.

In de afgelopen weken zijn opnieuw enkele notulen van vergaderingen op Imrali naar voren gekomen. Er wordt gezegd dat er een discussie is over de Joodse identiteit. Leider Öcalan heeft in dit verband al brede en belangrijke evaluaties gemaakt in de vijf delen van het Manifest van de Democratische Beschaving; zijn huidige evaluaties staan daar niet los van. Ik raad degenen aan die problemen hebben met het begrijpen van de huidige uittreksels van discussies en degenen die denken dat ze een compleet beeld hebben gekregen op basis van ingekorte en daarom onnauwkeurige samenvattingen en op basis daarvan beoordelingen maken, echt de gevangenis geschriften te lezen en op basis daarvan hun evaluaties te formuleren. Men moet naar het hele plaatje kijken om het te kunnen analyseren. Doorheen de geschiedenis hebben Joden veel belangstelling gehad voor Koerden. Ze hebben veel belang gehecht aan hun relatie met Koerden. Joden zeggen zelfs dat ze een verloren stam hebben en ze specificeren dat deze stam de Joods-Koerdische stam is. Deze dingen worden vermeld in de geschiedenis. Er zijn nog steeds Koerdische Joden. Vooral in Mosul en andere plaatsen in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak), en weer in andere plaatsen zoals Colemêrg (Tr. Hakkari). Er zijn Joodse gemeenschappen onder vele volkeren. Dit is door de geschiedenis heen ook het geval geweest vanuit het perspectief van de Koerden. De steun van de Joden voor het federatieproces in Zuid-Koerdistan en de strijd in Zuid-Koerdistan tegen de dictatuur van Saddam is aanzienlijk geweest. Dit is geen evaluatie die wij maken, maar een historische realiteit.

De Koerden zijn een strategische macht in de regio. Wie relaties aanknoopt met de Koerden, wie relaties ontwikkelt met de Koerden en wie een alliantie aangaat met de Koerden, wint aan superioriteit in de regio. Strategische relaties en allianties met de Koerden spelen een bijna beslissende rol om de fundamentele, strategische macht van de regio te worden. Iedereen discussieert hier nu over. Turkije bijvoorbeeld ook. Een van de redenen voor dit proces zijn deze discussies. Het is een dimensie van het ‘proces van vrede en democratische samenleving’. En niet alleen Turkije, maar ook Israël, de Arabieren en de Perzen discussiëren erover.

De relatie van de Koerden met de Perzen is zeer oud en historisch. Nogmaals, de relatie met de Turken is duizend jaar oud. De relatie met de Joden is een relatie die duizenden jaren teruggaat. Het feit dat leider Öcalan rekening houdt met deze historische realiteiten en ze evalueert in de context van de huidige politiek is daarom het meest logische en redelijke om te doen. We moeten de geschiedenis correct en rationeel benaderen. We moeten het dialectisch benaderen. We moeten het benaderen met historische sociologie. Ik nodig iedereen uit om het op dezelfde manier te benaderen.