Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) heeft het beroep van de PKK tegen het besluit van de Raad van Europa om de PKK te handhaven op de lijst van “terroristische organisaties” verworpen.
In zijn uitspraak van 13 maart zei het Hof dat het handhaven van de PKK op de lijst van de Raad van Europa rechtmatig was en verwierp vijf belangrijke bezwaren van advocaten die de PKK vertegenwoordigen.
De PKK was in beroep gegaan tegen het besluit van de Raad van Europa met het argument dat het juridische fouten bevatte, dat de gebruikte gronden verouderd waren en dat de genomen maatregelen onevenredig waren. Het hof verwierp het beroep en stelde dat er voldoende bewijs was om de PKK op de lijst te houden.
Met deze beslissing blijft de PKK op de “lijst van terroristische organisaties” van de Europese Unie staan.
Dit is de vijfde keer dat het Hof van Justitie de beslissing van de EU over de lijst van terroristische organisaties bevestigt.
Achtergrond van de zaak
Nadat de Duitse staat de PKK op 26 november 1993 op zijn lijst van verboden organisaties had gezet, werd wereldwijd een nieuw veiligheidsconcept geïntroduceerd na de aanslag op de Twin Towers in de VS in 2001.
De Europese Unie stelde in december van hetzelfde jaar haar eigen lijst op als onderdeel van de door de VS opgelegde “strijd tegen het terrorisme”. De PKK werd zo in 2002 op de lijst gezet.
Sinds 2014 heeft het Europees Hof van Justitie verschillende zaken met betrekking tot de PKK behandeld. In een uitspraak van het Hof uit 2018 werden de lijsten tussen 2014 en 2017 geannuleerd.
Het Hof vond de argumenten om de PKK op de lijst te zetten “ontoereikend” en oordeelde dat de groep niet op de lijst mocht worden geplaatst.
De EU ging tegen deze beslissing in beroep. Onmiddellijk daarna vroeg het Verenigd Koninkrijk in 2018 om de PKK op de lijst te houden, en de PKK werd op 9 januari 2018 automatisch opnieuw op de lijst gezet, op basis van dezelfde argumenten. Daarop spande de Koerdische partij op 7 maart van hetzelfde jaar een rechtszaak aan tegen de nieuwe lijst.
Het bezwaar van de Raad van Europa tegen het vorige besluit en de dossiers tegen de nieuwe lijsten werden samengevoegd en de eerste hoorzitting vond plaats op 31 maart 2022.
Tijdens de hoorzitting op 31 maart bekritiseerde het Hof van Justitie de Raad van Europa en reageerde op het “copy-paste” verweer dat dezelfde argumenten bevatte ondanks de schrapping van de vorige lijsten.
Op 30 november kondigde het Hof van Justitie van de Europese Unie haar beslissing aan in de rechtszaak die was aangespannen door de PKK om tussen 2014 en 2020 van de lijsten van “terroristische organisaties” te worden geschrapt. Hoewel het hof in een eerdere uitspraak had geoordeeld dat de PKK niet op de lijst kon worden geplaatst, trok het de lijst niet in, die automatisch werd bijgewerkt met dezelfde argumenten.
Op 14 december 2022 verwierp het Europese Hof van Justitie het bezwaar van de PKK uit 2021 om van de lijst van “terroristische organisaties” geschrapt te worden.