Bronnen melden dat het PKK-Comité voor Solidariteit met Martelarenfamilies een verklaring aflegde over de grafschennis op de begraafplaats van Garzan Martelaren en zei: “Het aanvallen van martelaren begraafplaatsen, onze heilige plaatsen en het stelen van lichamen is een uitdrukking van radeloosheid.”
Verschillende bronnen melden dat het PKK (Koerdische Arbeiderspartij) Comité voor Solidariteit met martelaren families heeft een schriftelijke verklaring uitgegeven waarin het volgende is opgenomen:
“Onze strijd voor vrijheid neemt toe in tijdens het 40- jarig bestaan van onze partij,het groeit elke dag en wint terrein, en bereikt de top in alle delen. Moedige Koerdische zonen en dochters vechten voor de meest natuurlijke rechten van de Koerdische bevolking, om een vrij leven en het individu te creëren met identiteit, karakter en waardigheid en om leven te krijgen. In de 21ste eeuw vechten ze heldhaftig, zonder terug te deinzen, alsof ze samen dansen, om het menselijke en vrije en karaktervolle leven te schenken aan hun mensen. We herdenken onze kameraden die hebben gevochten als degenen die het goede en het mooie cadeau geven en het heilige niveau van martelaarschap met respect en dankbaarheid hebben bereikt. We buigen in respect voor hun herinneringen.
PKK’s 40 jaar durende verzet tegen de vrijheid is het verzet van het Koerdische volk om vrij, onafhankelijk en als zichzelf te leven, en een verzet tegen tirannie onder alle omstandigheden. Zo’n weerstand gebeurt zelden elders en is de hoop van het Koerdische volk en de volkeren van het Midden-Oosten. Waar onze 40 jaar lange strijd vasthoudt aan succes, waar het de leider wordt van grote revolutionaire ontwikkelingen, waar geofferd wordt voor participatie omwille van revolutionaire waarden, een cultuur van verzet ontwikkelt en ons en de samenleving als geheel aanspoort tot de strijd is de waarden onze martelaren creëren.
De realiteit van de PKK en martelaren heeft een volk doen opstaan dat diep in de grond lag begraven en bedekt was met beton, dat ondanks dat de kracht heeft door de aarde en het beton te breken. Deze realiteit creëerde een nieuwe taal en cultuur voor mensen waarvan de taal verboden was en waar de cultuur met uitputting te maken hadden. Het heeft zijn eigen mensen en socialisatie terug uit de as gehaald. Soms weerstonden ze de vijand met hun leven, terwijl het alles was wat ze hadden bij het vasten met de dood. Ze daagden de fascist en de tiran uit. Soms toonden ze de hele wereld dat overgave ondenkbaar is door zich van kliffen te werpen. Ze wilden ons laten zien hoe je een vrije man en een vrije vrouw moet zijn, hoe je moet vechten voor vrijheid in hun manier van aanpakken, om de vijand weer te laten herinneren wie ze zijn door te exploderen in het fort en het hart van de vertrouwde citadellen van de vijand. Onze martelaren hebben de vijand laten zien hoe te sterven voor de identiteit van de vrije Koerd als dat nodig is, om niet te buigen, niet over te geven, om eer te houden.
Deze houding hield het Koerdische volk staande en verhoogde de strijd, het voegd waarde aan waarden toe, het creëren van zin in het leven, met arbeid, zweet en opoffering. De PKK groeide dagelijks met zijn martelaren, zij werden het volk, leidde alle delen van de samenleving en maakte zijn aanwezigheid permanent. En deze realiteit werd gecreëerd door de realiteit van onze martelaren, onze heilige waarde. De realiteit van de martelaren werd een antwoord op de zoektocht van de Koerdische samenleving naar het bestaan, omdat ze zichzelf waren met hun eigen taal, cultuur en geloof. We weten dat deze realiteit een realitiet is die de fascistische Turkse staat niet kan tolereren. De toenemende roekeloosheid van recente aanslagen drukt dit feit duidelijk uit.
Eerdere schade aan de begraafplaatsen van martelaren, druk op families en luchtaanvallen gericht op de begraafplaatsen van onze martelaren hadden ons het ware gezicht van de vijand laten zien. Maar de recente aanvallen op onze heilige ruimtes, de begraafplaatsen van onze martelaren en zelfs onze lichamen stelen van de begraafplaatsen, is een uitdrukking van totale radeloosheid. Dit onthult een giftig, kwaadaardig fascisme en is ongekend in de menselijke geschiedenis. We worden geconfronteerd met de realiteit van een vijand die de begraafplaatsen van onze martelaren niet kan verdragen. Het zou onachtzaam en verkeerd zijn om deze situatie die zich tot een 40 jaar durende strijd ontwikkelde, de realiteit van een volk, een samenleving en de waarden die ze hanteren louter vijandschap te noemen. Omdat we weten dat er zelfs vijandigheid bestaat in een code. Er is een moraal, er zijn principes. Maar de vijand waarmee we worden geconfronteerd, is moreel tot op de bodem verzonken en kent geen beginselen of regels van oorlog, die zich bezighouden met benaderingen die binnen het bereik van oorlogsmisdaden vallen. Ze hebben zich bemoeid met onze heilige waarden, de begraafplaatsen van onze martelaren zijn verscheurd en onze lichamen zijn in het geheim ontvoerd naar een onbekende locatie. Ze hebben onze martelaren, die de garantie zijn voor het bestaan en de vrijheid van het Koerdische volk, niet gerespecteerd.”