Als baby kan je soms totaal overdonderd zijn dat je vingers zich laten sturen door je prille willetje. Door het maar te willen steekt die ene vinger op, of trekt juist weer in… Hóe bijzonder is dat!… Iets oppermachtigs maakt zich van binnen van je meester…
In de loop van de tijd komen daar nog een paar verrassingen bij.
‘Iets willen’ neemt in ons bestaan een prominente plek in.
Toch bestaat er een spanningsveld tussen ‘de vrije wil’ en het gedetermineerd handelen.
Ik vrees dat ons beeld over onze keuzevrijheid ergens toch wat gaatjes vertoont. En dat de daaraan verbonden ideeën over onszelf en de eigen beslisvaardigheden hier en daar flink mank gaan.
Er zijn twee scholen. Zeg maar: de Tjakkah “Ik wil dus ik besta!”-school, en de school van dat alles al vaststaat, en jij alleen in je vrijheidsillusie zit opgesloten.
Zelfbeschouwing over deze zaak leidt vaak tot conclusies over onszelf die we bij aanvang er al in hebben gestopt.
De ideeën over onze eigen vrije wil blijken dikwijls niet vanuit onszelf te zijn ontstaan: ze zijn er van buitenaf al in-geprojecteerd, en beloond. Een wereld van opvoeders en – later, als er nog wat moet bijgeplust: therapeuten– is daar debet aan. Zij laten zich er rijkelijk voor uitbetalen. Een gevalletje van ‘Win win’?
Aan de andere kant is daar het arsenaal van vrij ontnuchterende constateringen. 1) Het fysisch determinisme, waarin de mens niet anders wordt behandeld dan ieder ander willekeurig complex fysisch systeem. En 2) natuurlijk: de School van De Grote Onbewijsbaarheden, verpakt als feitelijkheden: van het type “De mensch is van nature slecht en tot het kwade geneigd.”
Je kan zeggen: wat maakt ‘t ook uit: mensen zien de wereld zoals ze staan voorgesorteerd. Tja, daar is wat voor te zeggen. Toch voel ik me er niet helemaal senang bij, omdat ik vrees dat in de mate waarin we dingen buiten schot houden we ons ontremmen, met alle ellende die daaruit volgt — waar we achteraf toch een beetje spijt van zullen krijgen.
Het besef dat er een zeker besef ontbreekt is al heel wat.
Maar zelfs als we menen te weten hoe het zit, juist dan gaat er nog enorm veel mis:
Om de mens samen te vatten in die paar hersencellen die onze morele status monitoren, daar voel ik me niet comfortabel bij.
Ik ben van mening, we zijn zelf een soort biotoop van van alles en nog wat, van rijp en rot. Dat alles in een envelopje gewikkeld. Hèt Individu?? Ondeelbare eenheid? Uit één stuk?? Tja… Onder druk wordt alles vloeibaar… Woorden verdampen, ideeën lossen op, en daden worden autonome reflexen.
De mens, geschapen naar het evenbeeld van… ja, van wat eigenlijk?? Iets hogers? Oh?!… Naar wat dan?
Een fermentatie kuip? Een reactorvat, waar aan de ene kant spullen naar binnen worden geschoven, en aan de andere kant veel voedzaams naar buiten komt… voor herbemesting van onze planeet?
We zijn een ecosysteem, ingevouwen in een ecosysteem in een ecosysteem… Innig vervlochten en ingebed.
Zoals schimmeldraden en boomwortels in een innige verstrengeling leven, zo zijn wij de som van onze lichte kanten en onze schaduwzijde.
Hoe meer een leider zich boven iedere kritiek verheft, en zich een heilige status aanmeet, hoe duisterder mijn vermoedens over het psychische achterland van deze persoon. Als het blijkt dat hij/zij banktegoeden in fijne offshore eilanden heeft geparkeerd, pas dan ga ik het ineens een stuk beter begrijpen. Alle faciliteiten om knoeigeld te stallen, de save havens voor besmette rijkdom ,en alle loopholes in de Europese financiële constellatie ( Malta, Cyprus etc) … ze zijn, volgens mij, geen toevallige weeffouten, maar koel doorgerekende vriendendiensten op de apenrots van het gewin.
Het fraaie van gewetenloos handelen is dat het geen actief geweten vooronderstelt, — In tegendeel, hooguit als een na-rokende vulkaanpluim, die boven de horizon drijft en nog wat uitdampt. Het draait slechts, puur en alleen, op het geweten van de anderen…
Zodra dat is geëvolueerd boven het voorstellingsvermogen van mensen die wèl gebukt gaan onder een actief geweten, is de cirkelrond.
Als we de familie Erdogan willen begrijpen, en hun perspectief willen inschatten, is het wijs om eerst eens een stevige docu over de familie Marcos te volgen. Dan kan je snappen dat ‘het beest’ in verschillende gedaantes kan doorgroeien, mòet doorgroeien — als een slang die zich van zijn eerste, te krappe vel heeft ontdaan.
Als je het nogal spastisch ogende gedrag van Donald J. Trump in zijn laatste presidentsdagen beter bekijkt, is het koelbloedig doorgerekend en volkomen rationeel, vanuit dat perspectief bezien.
Wat bindt mensen aan dit soort leiders?
En hoe kunnen we ons er weer van ontdoen?
Voorlopig kunnen we slechts constateren dat dit soort leiderschap zeer succesvol blijkt, en de grip op het leven drastisch heeft verstevigd.
Hoe je daartegen te weren is nog zo simpel niet: cynisme is toch ook maar een achterhoede gevecht, en vaak een vrij sneu excuus om de over onszelf afgeroepen rampen maar over ons heen te laten komen zonder actief verweer.
Niet alleen de zeespiegels rijzen, ook de bestaansnood van veel mensen.
We hebben daar echter nog geen geschikte satelliet voor ontworpen.
Auteur: Paul Terlunen