- Italië
Aan het stadhuis in Rome vond een herdenkingsbijeenkomst plaats ter gelegenheid van de 20e herdenking van Dino Frisullo. Damiano Giovanni Frisullo, zoals hij officieel heette maar ook bekend stond als “Hevalê Dîno”, overleed op 5 juni 2003 in Perugia aan de gevolgen van kanker. Op dezelfde dag was het tevens zijn 51e verjaardag.
Meer dan 300 mensen namen deel aan de bijeenkomst, georganiseerd door de antiracistische organisatie Senza Confine, het Koerdisch comité in Italië, Rete Kurdistan en solidariteitsgroepen. Onder de aanwezigen waren Dino Frisullo’s medestrijders, een vertegenwoordiger van de gemeente Rome, de voormalige burgemeester van Riace Mimmo Lucano en vertegenwoordigers van organisaties uit Pakistan, Bangladesh en Palestina.
Het herdenken werd geleid door mensenrechtenadvocaat Simonetta Crisci, die in 2022 met de Hans-Litten-prijs werd bekroond en leiding geeft aan de door Dino Frisullo opgerichte organisatie Senza Confine. Ze sprak over Frisullo’s leven en politiek werk. Dino Frisullo was al actief binnen linkse structuren toen hij nog jong was. Als student zette hij zich in voor pacifistische en milieugroepen en organiseerde hij vredesmarsen tegen de militaire infrastructuur in Italië. Hij was spreker voor de Democratische Partij, mede-oprichter van de antiracistische organisaties “Rete Antirazzista” en “Senza Confine” en werkte als adviseur voor migratie bij de gemeente Rome. Toen in 1997 ongeveer 15.000 Koerdische vluchtelingen uit Turkije, Irak en Iran aan de zuidkust van Italië strandden, ontstak in zijn hart de eerste vonk van solidariteit en saamhorigheid, die in de jaren daarna een krachtige vlam in Italië ontstak.
Alessia Montanari en voormalig senator Giovanni Rosso Spena vertelden over Frisullo’s inzet voor de Koerdische beweging en zijn rol tijdens het verblijf van Abdullah Öcalan in Rome.
In een bijdrage van het Koerdisch comité werd de deelname van Frisullo aan de vredesmars Musa Anter van Europa naar Koerdistan in 1997 beschreven. Het initiatief was gestart door de “Hannover-oproep” om de “democratiseringsproces in Turkije en de onmisbare eerbiediging van de mensenrechten af te dwingen” en te protesteren tegen de oorlog in Noord-Koerdistan. Het oorspronkelijke plan om met honderden mensen in een gecharterde trein van Brussel naar Amed (Tr. Diyarbakir) te reizen, mislukte aanvankelijk door toedoen van de toenmalige Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Manfred Kanther. De deelnemers uit tientallen landen vlogen daarom naar Istanbul om van daaruit de reis voort te zetten met bussen. Frisullo was destijds een van ongeveer twintig personen die tijdens een politie-inval in een hotel in Istanbul brutaal werden gearresteerd.
Een jaar later werd hij tijdens een delegatiereis naar Newroz in Koerdistan in Amed gearresteerd. Op dat moment werkte hij als fractiemedewerker in het Italiaanse parlement en had hij samen met 25 andere Italianen deelgenomen aan de Koerdische nieuwjaarsfestiviteiten. Na veertig dagen werd het arrestatiebevel opgeheven, maar mocht Frisullo het land nog steeds niet verlaten. Pas toen hij op 16 juni 1998 werd veroordeeld tot een jaar beroepsverbod, werd hij het land uitgezet. Op de bijeenkomst werd zijn onvermoeibare inzet voor de Koerdische vrijheidsbeweging geprezen.