- Turkije
Een openbare bijeenkomst georganiseerd door KAYY-DER in Ümraniye, Istanbul, stond in het teken van boodschappen voor de erkenning van de Koerdische taal en identiteit en het lopende proces om een oplossing te vinden voor de Koerdische kwestie.
De bijeenkomst werd bijgewoond door Gülistan Kılıç Koçyiğit, vicevoorzitter van de DEM-partij, Ömer Faruk Hülakü, parlementslid van de DEM-partij voor Bingöl, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en vele burgers.
De deelnemers herhaalden hun eis dat Koerdisch als officiële taal en onderwijstaal wordt erkend. Heno Ronak, medevoorzitter van de Koerdische Studies Vereniging, verklaarde: “Koerdisch onderwijs moet worden aangeboden van de kleuterschool tot de universiteit, en de verboden Koerdische namen van dorpen en steden moeten worden hersteld.”
Ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van het proces voor vrede en democratie in Turkije benadrukte Gülistan Kılıç Koçyiğit, vicevoorzitter van de DEM-partij, dat de oproepen van Abdullah Öcalan doorslaggevend zijn geweest:
“De ontwikkelingen die volgden op de oproepen van de heer Öcalan hebben ook aangetoond dat hij met de traditie heeft gebroken en een volledig nieuwe weg heeft ingeslagen. Het is onze plicht om deze weg verder uit te bouwen. Gezien de ontwikkelingen in het Midden-Oosten is het oplossen van de Koerdische kwestie de enige manier voor Turkije om overeind te blijven. Er bestaat een perceptie dat de PKK de oorzaak is van de Koerdische kwestie. We hebben het hier over een eeuwenoude kwestie. De Koerdische kwestie bestaat omdat de Koerden, een van de grondleggers van deze staat, zijn genegeerd. Daarom kan het probleem niet eenvoudigweg worden opgelost door de PKK te ontbinden en de wapens neer te leggen. De Koerdische kwestie zal worden opgelost als Turkije democratisch wordt. Als de problemen van de Koerden, de alevieten en de vrouwen worden opgelost, zal ook de Koerdische kwestie worden opgelost.”
Gülistan Kılıç Koçyiğit verklaarde dat “parlementsvoorzitter Numan Kurtulmuş zijn steentje moet bijdragen om ervoor te zorgen dat de commissie een ontmoeting heeft met de heer Öcalan”.
Ze vervolgde: “Er moeten ook overgangswetgeving worden aangenomen. Er moeten wettelijke regelingen worden getroffen voor degenen die vanwege het conflict gevangen zijn gezet en gedwongen zijn het land te verlaten. Er moeten wijzigingen worden aangebracht in de wetten inzake de tenuitvoerlegging van straffen. Wetten zoals de antiterrorismewet (TMK) en het wetboek van strafvordering (CMK) moeten worden gewijzigd.”
Koçyiğit merkte op dat het proces dankzij de strijd van het Koerdische volk tot stand is gekomen en beschreef de operaties tegen de CHP als “sabotage van het vredesproces”.
Koçyiğit vestigde de aandacht op het recente besluit van het Comité van Ministers van de Raad van Europa over het “recht op hoop” en voegde eraan toe: “Vandaag is het onze plicht om overal te strijden voor het recht op hoop en voor de fysieke vrijheid van de heer Öcalan.”
Bron: MA