De Turkse invasie in Noord-Syrië richt zich ook op gezondheidsteams die medische zorg verlenen aan de gewonden en de doden ophalen. De Koerdische Rode Halve maan (Heyva Sor a Kurd, vergeluijkbaar met het Rode Kruis) probeert nog steeds zijn werk voort te zetten en medische noodsituaties te bereiken.
In gesprek met ANF Nieuwsagentschap zei Berivan Şexo uit Dirbesiyê: “Ik werk hier en heb nu de taak om mij bij de begrafenisstoet aan te sluiten van drie overledenen. Door de Turkse bezetting konden we de gewonden en de doden in Serêkaniyê (Ras al-Ain) en Girê Spî (Tal Abyad) niet bereiken. Niettemin gingen onze collega’s op weg om burgers te redden. Ze werden gevangen genomen en vermoord. Met zijn aanvallen verhindert de Turkse staat ons onze taak te vervullen. Onze ambulances worden leeg teruggestuurd.”
Mihammed Osman, die ook werkt voor de Koerdische Rode Halve Maan in Dirbesiyê, legt uit: “Als werknemer van Heyva Sor doe ik een beroep op de Verenigde Naties en het Rode Kruis. Wat we doen is een humanitaire taak. De Turkse aanvallen moeten stoppen. Onze ziekenhuizen, Heyva Sor-centra en ambulances worden aangevallen. We hebben tot nu toe het contact verloren met gezondheidsteams die gewonden vervoeren in vier ambulances. In Girê Spî zijn drie van onze medewerkers vermoord. We doen een beroep op alle mensen met een geweten. Wij, Koerden, Arabieren en Assyriërs wonen in ons eigen land. Ons sociale model wordt wereldwijd als voorbeeld beschouwd. Mensen komen uit Irak, Syrië en vele andere landen om dit model te zien. Op dit moment worden we aangevallen door huursoldatengroepen van Erdoğan, die zichzelf ‘Vrije Leger’ noemen. Deze aanvallen en slachtingen moeten worden gestopt.”