- Rojava/Noord-en Oost-Syrië
In de zelfbestuurde gebieden in Noord- en Oost-Syrië wonen meer dan een miljoen intern ontheemden. Velen van hen zijn intern ontheemden, zoals de 400.000 mensen die het kanton Afrin moesten verlaten na de Turkse invasie in 2018.
De regio staat onder een zwaar embargo. De autonome gebieden in Noord- en Oost-Syrië krijgen praktisch geen hulp meer, aangezien de Sêmalka-grensovergang bij Dêrîk wordt gecontroleerd door de KDP, de regerende partij in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak) van e Barzani-clan, die nauw samenwerkt met Turkije. De grensovergang Til Koçer (Al-Yarubiyah), die verder naar het zuiden wordt gecontroleerd door het Iraakse leger, werd in 2018 ook gesloten bij besluit van de VN-Veiligheidsraad nadat Rusland hierop had aangedrongen. In 2020 werd de sluiting herbevestigd. Door de sluiting van deze grensovergang zijn VN-hulpleveringen vanuit Irak niet meer mogelijk en blokkeert het Syrische regime hulpleveringen via Damascus. Het doel van Rusland was dat hulpleveringen aan de regio alleen via Damascus zouden komen en zo het Assad-regime een extra middel zou geven om druk uit te oefenen op het autonome bestuur. Het Assad-regime maakt goed gebruik van dit instrument en blokkeert praktisch alle humanitaire hulp aan Noord- en Oost-Syrië. Dit legt een bijzondere druk op de Shehba-regio, die ongeveer 90.000 oorspronkelijke inwoners en nog eens 400.000 ontheemden telt.
Om toch voor de mensen te kunnen zorgen heeft de humanitaire hulporganisatie Heyva Sor a Kurd ( Koerdische Rode Halve Maan) gezondheidstenten in de vluchtelingenkampen geplaatst en zijn er ook Heyva Sor a Kurd gezondheidscentra opgezet in de dorpen die ver van de Avrîn ziekenhuis dat de regio bedient.
Op dit moment zijn er zeven centra, één in het kamp Berxwedan, één in het kamp Serdem, in de steden Ehdas en Tel Rifat, evenals in Ehrez, Birc Qas en Ziyaret.
Het embargo treft kinderen en ouderen bijzonder hard
Door het embargo van het Assad-regime raken bepaalde medicijnen bijna op en zijn sommige medicijnen al niet meer verkrijgbaar. In de centra van Heyva Sor a Kurd is er een gebrek aan medicijnen tegen ontstekingen, bloeddruk, diabetes en pijnstillers, die vooral nodig zijn voor kinderen en ouderen. Het personeel van Heyva Sor a Kurd zorgt niettemin voor de mensen naar vermogen, houdt de bloeddruk onder controle en probeert het gebrek aan medicatie te compenseren door kruiden aan te bevelen ter verlichting van infecties.
Volgens Heyva Sor a Kurd bezochten vóór de aanscherping van het embargo dagelijks 1.500 mensen de faciliteiten. Nu is het aantal zelfs gestegen tot boven de 2.000.
De inwoners worden geconfronteerd met een catastrofe
Het persbureau ANHA sprak met Heyder Reşîd, het hoofd van het Heyva Sor, een Koerdisch gezondheidscentrum in het kamp Berxwedan. Reşîd waarschuwt voor enorme problemen door een gebrek aan medische apparatuur en medicijnen. Met name kinderen en ouderen met luchtwegaandoeningen en verkoudheid worden bedreigd. De gezondheidscentra hebben geen medicijnen meer voor verkoudheid, longziekten en infecties. Daarnaast zijn voertuigen door gebrek aan brandstof buiten gebruik en moeten patiënten lopen.
Reşîd deed een beroep op het Internationale Rode Kruis en de Wereldgezondheidsorganisatie om het embargo tegen de regio op te heffen en waarschuwde dat de inwoners van het kanton en de vluchtelingen uit Afrin met een “grote catastrofe” te maken zouden krijgen als het embargo voortduurt.
Rebîhe Mihemed, die in het Berxwedan-kamp woont en voor behandeling naar het Heyva Sor, een Koerdisch gezondheidscentrum, komt, verklaarde dat kinderen en ouderen ziek worden door gebrek aan dieselbrandstof, omdat verwarming niet meer mogelijk is. Ondanks alles zorgt Heyva Sor a Kurd zo goed mogelijk voor de mensen.