Het isolement van Abdullah Öcalan betekent dat een vreedzame oplossing voor de Koerdische kwestie door de Turkse staat zal worden afgewezen. Advocaat Mesut Beştaş ziet Europa als medeplichtig en roept op tot druk van de EU op Turkije.
Abdullah Öcalan is volledig afgesloten van het publiek in de gevangenis van Imrali. Er is geen contact met de buitenwereld en zelfs zijn juridisch adviseur kan niet met hem communiceren. Aanvragen voor bezoekvergunningen worden systematisch afgewezen of genegeerd door de Turkse autoriteiten, telefooncontacten of schriftelijke communicatie worden ook voorkomen.
Het verantwoordelijke parket in Bursa beval in september voor het laatst een bezoekverbod van zes maanden en gebruikte de “Routekaart voor onderhandelingen” die in 2009 aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens werd gepresenteerd als reden.
In Amed (Turks: Diyarbakir) sprak advocaat Mesut Beştaş met ANF Nieuwsagentschap over de eenzame opsluiting van Abdullah Öcalan. De advocaat wees erop dat het isolement op Imrali bijna 22 jaar voortduurt: “Het staatsisolatiebeleid houdt verband met de Koerdische kwestie. De politiek van de staat hangt af van een oplossing voor de Koerdische kwestie. Als we naar de staatspolitiek kijken, wordt duidelijk hoe er met de Koerdische kwestie wordt omgegaan.
Wat er op Imrali gebeurt, is in strijd met het internationaal recht. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft geoordeeld dat het proces tegen de heer Öcalan in Turkije illegaal was. Dus het proces had moeten worden heropend. Dat is echter niet gebeurd. Zelfs op internationaal niveau is er geen druk op Turkije uitgeoefend om een nieuw proces te laten plaatsvinden. De reden hiervoor is dat de heer Öcalan een politiek persoon is. Öcalan speelt een belangrijke rol in de Turkse politiek.”
Vanuit juridisch oogpunt kon het isolement niet worden gerechtvaardigd, benadrukte Beştaş en waarna hij verwees naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en internationale instellingen die isolement definiëren als foltering, mishandeling en mensenrechtenschendingen. Hij herinnerde eraan dat in het laatste rapport van het Europees Comité tegen Foltering (CPT) isolatie voor het eerst openlijk werd besproken als een onaanvaardbare maatregel. Tegelijkertijd bekritiseerde Beştaş het feit dat het rapport niet werd gevolgd door handelingen, het werd alleen gepubliceerd.
Europa moet Turkije onder druk zetten om een einde te maken aan het isolement, benadrukte de advocaat: “Instellingen zoals het CPT kunnen uitspraken doen en suggesties doen. Om het isolement te beëindigen, moet de EU ingrijpen. Helaas zijn mensenrechtencriteria de laatste tijd steeds minder belangrijk geworden. We kunnen niet zeggen dat de EU het isolement serieus nam. De EU-staten moeten verwijzen naar de bevindingen van het CPT en Turkije een waarschuwing geven. Als deze waarschuwingen niet effectief zijn, moeten sancties worden opgelegd aan Turkije. Helaas besteden de EU en de internationale instellingen niet de nodige aandacht aan de kwestie. De reden hiervoor zijn de politieke en economische overeenkomsten met Turkije.