De EU-begroting voor 2018, goedgekeurd door het Europees Parlement (EP), verlaagt de aan Turkije toegekende pre-toetredingssteun met 105 miljoen euro en bevriest 70 miljoen meer om “opnieuw te worden beoordeeld aan de hand van de ontwikkelingen”. Het reeds gebruikte budget laat nog geen vooruitgang zien op gebied van mensenrechten.
Het vonnis over de begroting van de Europese Unie (EU) werd aangekondigd door de EP-rapporteur voor de algemene begroting Siegfried Mureşan, EP-Begrotingscommissie-voorzitter Jean Arthuis en EU-commissaris voor begroting en personeelszaken Günther Oettinger.
Volgens de aankondiging zal het begrotingsinkomen van de EU in 2018 160,1 miljard euro bedragen en zullen de uitgaven 144,7 miljard euro bedragen. Het budget wijst 77,5 miljard euro toe aan groei- en economieprogramma’s, 59 miljard euro aan landbouwsteun en 11,2 miljard euro aan het O & O-programma Horizon 2020. 9,7 miljard euro wordt besteed aan administratieve uitgaven van de vakbond, terwijl het budget voor vluchtelingen en veiligheid 4,2 miljard euro zijn.
105 miljoen euro minder voor Turkije
De 105 miljoen euro die aan Turkije zou worden gegeven als onderdeel van een instrument voor pre-toetredingssteun (IPA) zal worden verlaagd. Nog eens 70 miljoen euro wordt bevroren, totdat er voldoende vooruitgang is geboekt op het gebied van de mensenrechten.
Muresan, Arthuis en Oettinger lazen een gezamenlijke verklaring op de persconferentie en benadrukten dat de bezuinigingen op de hulp van Turkije het gevolg zijn van de minachting van het land voor onderwerpen zoals persvrijheid en mensenrechten. De verklaring luidde: “Zolang Turkije afziet van Europese democratische normen, kunnen we zo’n regime niet financieren met EU-middelen.”