Het Turkije 2024-rapport, dat jaarlijks wordt opgesteld door de Europese Commissie, het uitvoerend orgaan van de Europese Unie, is op 30 oktober gepubliceerd.
Het rapport werd gepresenteerd op een persconferentie in Brussel door Josep Borrell, de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlands beleid en veiligheid, en Olivér Várhelyi, de commissaris die verantwoordelijk is voor uitbreiding.
In het verslag wordt benadrukt dat Turkije “zich nog in een vroeg stadium van voorbereiding bevindt op het gebied van de rechtsstaat en de grondrechten. Er is geen vooruitgang geboekt op belangrijke punten die in eerdere verslagen zijn genoemd en er blijven ernstige punten van zorg.
Hetzelfde geldt volgens het verslag voor het functioneren van de rechterlijke macht, waar Turkije “zich nog in een vroeg stadium van voorbereiding bevindt en geen vooruitgang is geboekt. Ondanks de goedkeuring van nieuwe pakketten voor justitiële hervorming zijn de fundamentele tekortkomingen in het functioneren van de rechterlijke macht niet aangepakt. Turkije blijft weigeren bepaalde uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens uit te voeren. Ongepaste druk van de autoriteiten op rechters en aanklagers blijft een negatief effect hebben op de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de rechterlijke macht. Er zijn serieuze inspanningen nodig om het functioneren van het justitiële stelsel van het land aanzienlijk te verbeteren. De aanbevelingen van de Commissie van vorig jaar werden niet uitgevoerd en blijven geldig. In het komende jaar.”
Mensenrechtensituatie, een punt van zorg
Wat de algemene mensenrechtensituatie in het land betreft, stelt het rapport dat “deze niet is verbeterd en zorgwekkend blijft. Het Turkse wettelijke kader omvat algemene garanties voor de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele rechten, maar de wetgeving en de tenuitvoerlegging ervan moeten in overeenstemming worden gebracht met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) en de jurisprudentie van het EHRM. Er zijn nog steeds rechtszaken en 6 veroordelingen van journalisten, schrijvers, advocaten, academici, mensenrechtenactivisten en andere kritische stemmen wegens vermeende steun aan terrorisme. De aanbevelingen van de Commissie van vorig jaar zijn niet uitgevoerd en blijven geldig.”
Het functioneren van de democratische instellingen in Turkije wordt volgens het rapport “nog steeds ernstig belemmerd. De structurele tekortkomingen van het presidentiële systeem bleven onaangeroerd.
Politiek pluralisme ondermijnd doordat justitie oppositiepartijen viseert
Volgens het rapport “wordt het politieke pluralisme nog steeds ondermijnd doordat justitie oppositiepartijen en parlementsleden viseert.Ongeveer 8 000 leden en functionarissen van de Democratische Volkspartij (HDP) zitten momenteel in de gevangenis.In januari 2024 negeerde het Hof van Cassatie twee uitspraken van het Grondwettelijk Hof om een van de gedetineerde verdachten in het Gezi-proces, die tot parlementslid was verkozen, vrij te laten.
In mei 2024 werden verschillende voormalige HDP-wetgevers en twee voormalige medevoorzitters van de partij veroordeeld tot lange gevangenisstraffen ondanks een uitspraak van het EHRM dat ze onmiddellijk moesten worden vrijgelaten. De afsluitingszaak van de HDP op beschuldiging van terrorisme, inclusief het verbod op het politieke leven van 451 HDP-leden, is nog steeds in behandeling bij het Grondwettelijk Hof.”