Tijdens de plenaire zitting van het Europees Parlement (EP) werd een persconferentie gehouden over de oproep van Abdullah Öcalan tot vrede en een democratische samenleving.
De persconferentie, getiteld “Na de oproep van de heer Öcalan: Vrede en een democratische oplossing voor de Koerdische kwestie in Turkije” werd georganiseerd door de Koerdische Vriendengroep van het Europees Parlement. Deelnemers waren onder andere Per Clausen van de Linkse Fractie, Andreas Schieder van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten, Leoluca Orlando van de Groenen, Evin Incir van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten, en Fayik Yağızay, de vertegenwoordiger bij de Raad van Europa voor de Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie (DEM-partij).
De persconferentie benadrukte dat de oproep van Abdullah Öcalan een kans biedt om de Koerdische kwestie op te lossen door vrede en een democratisch kader. De sprekers benadrukten dat het omzetten van deze oproep in een vredesproces afhangt van positieve stappen van Turkije en andere landen. Er werd benadrukt dat de oproep een kans biedt op vrede, democratische vooruitgang in Turkije en het recht van het Koerdische volk op zelfbestuur. Bovendien werd de leidende rol van Öcalan erkend als cruciaal voor het proces.
Schieder: Een niet te missen kans voor Turkije en de regio
Andreas Schieder van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten verklaarde dat de oproep van Öcalan een niet te missen kans is voor Turkije en de regio. Schieder zei: “Deze oproep is een unieke kans voor vrede, democratie en het recht van het Koerdische volk op zelfbestuur. Turkije moet diepgaand en vastberaden op deze oproep reageren.”
Hij benadrukte dat de situatie van het Koerdische volk in Syrië, Irak en Turkije rechtstreeks verband houdt met deze oproep en voegde eraan toe: “Als leden van het Europees Parlement moeten we druk uitoefenen op de Turkse staat en zijn functionarissen om stappen te zetten in de richting van vrede. Dit is een niet te missen kans voor een vreedzame toekomst en het initiëren van een vredesproces.”
Clausen: Geen vrede zonder gerechtigheid
Per Clausen van de Linkse Fractie benadrukte dat er een einde moet komen aan het decennialange conflict en voegde eraan toe: “Een echte vrede is een vrede waarin mensenrechten niet worden ontkend. Er kan geen vrede zijn zonder gerechtigheid.”
Clausen benadrukte de noodzaak om een einde te maken aan de politieke chaos en militaire operaties in het Midden-Oosten. Hij voegde eraan toe: “Het bereiken van vrede in Turkije en Syrië is van groot belang voor de hele regio. We kunnen niet van echte vrede spreken als de rechten van onderdrukte volkeren niet worden erkend. De oproep van de heer Öcalan biedt een historische kans voor democratie en vrede.” Hij benadrukte ook dat etnische groepen en verschillende politieke stemmen zich vrij moeten kunnen uiten, zonder angst of onderdrukking.
Orlando: Tijd voor verandering in Turkije
Leoluca Orlando van de Fractie De Groenen vestigde de aandacht op de strijd van het Koerdische volk. Hij verklaarde: “Met de oproep van Öcalan is de weg naar vrede in Turkije geopend. Nu wachten we tot de Turkse staat ‘ja’ of ‘nee’ zegt.”
Orlando verklaarde dat Turkije als lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) de mensenrechten moet respecteren en voegde eraan toe: “Turkije, dat beweert een NAVO-land en een vriend van het Westen te zijn, moet de realiteit onder ogen zien. We zullen een parlementaire vraag indienen bij de Raad van Europa om hen aan te sporen dit proces te steunen.”
Hij benadrukte dat het veranderingsproces is begonnen en dat deze kans niet mag worden gemist.
Evin Incir: Turkije moet deze kans grijpen
Evin Incir van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten verklaarde dat de oproep van de heer Öcalan een belangrijke kans is voor Turkije. Ze concludeerde: “De Turkse staat moet onderdrukte volkeren en etnische groepen erkennen binnen een democratisch kader. Dit is een kans voor Turkije om zijn toewijding aan de mensenrechten en het internationaal recht te tonen.”
Incir herinnerde aan Turkije’s lange geschiedenis van weigering om etnische groepen te erkennen en voegde eraan toe: “Nu, meer dan ooit, heeft de Turkse staat een historische kans om onderdrukte volkeren en etnische gemeenschappen binnen een democratisch kader te erkennen.”
Incir benadrukte ook dat deze kwestie al lange tijd onderwerp van discussie is binnen zowel het Europees Parlement als de Raad van Europa, en merkte op: “Het toetredingsproces van Turkije tot de Europese Unie heeft nu een stadium bereikt waarin het diepgaander kan worden besproken in het licht van deze mogelijkheid. Voor het Koerdische volk is dit een unieke kans om te leven in het land van hun voorouders, waar hun ouders en grootouders geboren en getogen zijn, met hun eigen cultuur en taal. De Turkse staat moet deze kans erkennen en ernaar handelen.”
Bron: ANF