Turkije is door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) veroordeeld voor inbeslagname van documenten van drie advocaten van de gevangen Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan. De rechtbank in Straatsburg zei dinsdag dat het beslag leggen op de elektronische gegevens van de advocaten en de weigering deze terug te geven “onnodig was in een democratische samenleving”.
Het Tribunaal heeft Turkije schuldig bevonden aan schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat betrekking heeft op het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven. De Turkse staat moet nu elk van de drie eisers een vergoeding van 3.500 euro betalen. De advocaten wenden zich in 2012 tot het Tribunaal in Straatsburg nadat de openbare aanklager in Istanboel hun elektronische gegevens in beslag had genomen.
Volgens de rechtbank in Straatsburg wilden de onderzoekers geheime communicatiekanalen van Abdullah Öcalan uit de gevangenis vinden.
Achtergrond
Abdullah Öcalan verblijft sinds 1999 in eenzame opsluiting op het gevangeniseiland Imrali, Turkije. Sinds de opheffing van het totale isolement op het gevangeniseiland in de Zee van Marmara, hebben er tot nu toe vijf legale bezoeken plaatsgevonden aan Öcalan. Het totale isolement op Öcalan werd verbroken dankzij een massale (wereldwijde) hongerstaking van de Koerden. De advocaten van Öcalan hebben hun cliënt voor het laatst gezien op 7 augustus.