Het Egyptische ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelde de Turkse bezetting van de stad Afrin, en de daaruit voortvloeiende schendingen van de rechten van burgers die onderworpen zijn aan massale ontheemding en ernstige humanitaire risico’s.
“Volgens de verklaring van het ministerie van Buitenlandse zaken is Egypte van mening dat de voortdurende schendingen van de Syrische soevereiniteit onaanvaardbaar zijn, het politieke landschap bemoeilijken, de inspanningen van de bestaande politieke regeling ondermijnen en de humanitaire crisis in Syrië verergeren.”
In de verklaring worden alle regionale en internationale partijen opgeroepen om hun rol te spelen om ervoor te zorgen dat het politieke proces wordt gesteund om de crisis op te lossen en om verdere verslechtering van de veiligheid en de humanitaire situatie te voorkomen.
Turkije verwerpt op zijn beurt de beschuldigingen en liet middels een geschreven verklaring weten dat “Turkije bijdroeg aan de territoriale integriteit van Syrië door te vechten tegen een separatistische terreurgroep” en dat “de aantijgingen dat de operatie een schending van de burgerrechten en de verdieping van de humanitaire crisis in Syrië onwerkelijk zijn.”