- Rojava/Noord- en Oost-Syrië
Op de 13e viering van de Rojava-revolutie herinnerde Rohilat Efrîn, algemeen commandant van de Vrouwelijke Volksbeschermingseenheden (YPJ), aan de oorsprong van de revolutie en benadrukte tegelijkertijd het huidige belang ervan. In een uitgebreid interview met ANF Nieuwsagentschap analyseerde ze de rol van vrouwen in de omwenteling in Syrië en schetste ze de uitdagingen voor een democratische toekomst.
“De vrouwenrevolutie van 19 juli was geen symbolische beweging,” zei Efrîn. “Het was een concreet antwoord op echt geweld, marginalisatie en ontkenning door de staat.” Ze benadrukte dat de Syrische protesten in 2011 aanvankelijk een uiting waren van een algemene sociale opstand – maar in het noorden en oosten van Syrië, met name in de Koerdische regio’s, opende zich al snel een onafhankelijke weg: “De mensen wilden meer dan alleen de vervanging van een regime. Ze wilden echte zelfbeschikking. En de vrouwen radicaliseerden deze eis.”
19 juli 2012, dat wordt beschouwd als het begin van de Rojava-revolutie, was een keerpunt voor de vrouwenbeweging. “Het was het moment waarop de vrouwen niet alleen deel uitmaakten van de protesten, maar zichzelf begonnen te organiseren, verdedigen en leiden,” zegt de commandant. Tijdens deze fase werd de YPJ (Yekîneyên Parastina Jinê) opgericht als de militaire tak van de vrouwenbeweging en een uitdrukking van het principe: vrouwen verdedigen zichzelf, hun gemeenschap en hun toekomst.
“19 juli was een ontwaken – niet alleen voor Koerden”
Rohilat Efrîn benadrukte dat de impact van de revolutie niet beperkt bleef tot de Koerdische samenleving. “De hoop en opstand tegen autoritair geweld verspreidde zich snel onder Arabische, Assyrische en Turkmeense gemeenschappen. Vooral in Noordoost-Syrië werd duidelijk dat een alternatief sociaal model mogelijk – en noodzakelijk – is.”
De verdediging was niet alleen fysiek, maar ook ideologisch: tegen patriarchaal geweld, tegen islamistische terreur, tegen politieke uitroeiing. “In dit opzicht zijn de YPJ niet alleen een vechtorganisatie. Ze zijn een uitdrukking van een belofte van vrijheid.”
Kobanê als keerpunt – YPJ als wereldwijd rolmodel
Een sleutelmoment in de recente geschiedenis was de verdediging van Kobanê tegen de “Islamitische Staat” (IS) vanaf de herfst van 2014. “Toen IS Kobanê aanviel, wilde het de revolutie bij de wortels verstikken. Maar het verzet, geleid door de vrouwen van de YPJ, werd een symbool van wereldwijde hoop – en een nachtmerrie voor elke autoritaire ideologie.”
De foto’s van YPJ-strijders aan het front gingen de hele wereld over. Vrouwen uit Europa, Latijns-Amerika, Afrika en de Arabische wereld toonden zich solidair – sommigen sloten zich zelfs aan. “We zagen hoe internationalistische vrouwelijke strijders schouder aan schouder stonden met onze kameraden. Dit was geen symbolische solidariteit – het was concrete zelfverdediging tegen fascisme en vrouwenmoord.”
Democratie door decentralisatie
Rohilat Efrîn waarschuwt dat de politieke toekomst van Syrië alleen mogelijk is in een gedecentraliseerd, niet-centralistisch en democratisch samenlevingsmodel: “Syrië is een land met vele talen, culturen en religieuze banden. Een model dat al deze stemmen onderdrukt of homogeniseert zal alleen maar leiden tot nieuw geweld.”
Ze roept op tot een grondwet die diversiteit wettelijk garandeert, niet alleen tolereert: “Waarom zou er maar één kleur, één taal, één manier van leven zijn in Syrië? Dat is niet realistisch – en het is niet eerlijk.”
“YPJ zal geen afstand doen van haar verantwoordelijkheid”
Gezien de voortdurende politieke onzekerheid en militaire spanningen vindt Efrîn dat de YPJ nog steeds een plicht te vervullen heeft. “Zolang Syrië geen veilig, vrij en gelijk leven voor iedereen biedt, zullen we onze beschermende functie vervullen. Dit is geen tactische, maar een strategische verplichting.”
Tegelijkertijd benadrukte ze: “Zelfverdediging is geen doel op zich. Het is het middel om ruimte te creëren voor een nieuw sociaal leven.”
Een erfenis die verplicht
In het laatste deel van het interview gaat de commandant in op het symbolische gewicht van de afgelopen 13 jaar: “We hebben een historische erfenis opgebouwd – door opoffering, door organisatie, door moed. Het is onze taak om deze erfenis door te geven. Niet als een monument, maar als een geleefde realiteit – in het dagelijks leven van elke vrouw die vandaag vecht voor vrijheid, waardigheid en zelfbeschikking.”
Bron: ANF