Duizenden mensen hebben afscheid genomen van de slachtoffers van het bloedbad van Tel Rifat in Şehba. Twee dagen geleden verloren acht kinderen en twee volwassenen hun leven in het artilleriebombardement van de Turkse staat. De slachtoffers en hun families waren eerder uit het door Turkije bezette Afrin gevlucht en zochten hun toevlucht in Şehba om aan de gewelddadigheden te ontsnappen.
De rouwende menigte verzamelde zich eerst voor het Avrin-ziekenhuis. Duizenden mensen vergezelden de kisten naar de begraafplaats, waar de slachtoffers van het bloedbad werden geëerd met een ceremonie. Veel mensen droegen olijftakken om hun verlangen naar vrede uit te drukken.Er werden vele slogans geroepen zoals “Rojava zal zich niet overgeven”, “Turkije pleegt genocide, de wereld is stil” en “Şehîd namirin” (martelaren zijn onsterfelijk).
De ceremonie op de begraafplaats van Fafin begon met een minuut stilte voor de doden en gevallenen van de Rojava-revolutie. Toen werd het Koerdische volkslied Ey Reqîb (Oh vijand) gezongen. Talloze vertegenwoordigers van het autonome zelfbestuur, de vrouwenbeweging en het maatschappelijk middenveld startten hun toespraken tijdens de ceremonie met condoleances voor de slachtoffers. Daarna volgden woorden aan de rouwenden. Aanvallen zoals het bloedbad van Tel Rifat zijn een schande voor de mensheid. Ze toonden aan dat de toekomst van de bevolking van Noord-Syrië het doelwit van de aanvallers is. De toespraken veroordeelden ook internationale mensenrechtenorganisaties voor hun onwetendheid in het licht van de Turkse aanvallen op burgers.
Aan het einde van de ceremonie droegen docenten van het Onderwijscomité voor een Democratische Samenleving (Komîteya Perwerdeya Civaka Demokratík, KPCD) de overlijdensakten over aan de nabestaanden. Onder de doden bevonden zich Abdulfatah Aliko (3), Arif Jafar Mohammed (6), Mohammed Omar Hamid (7), Imad Kifo (9), Mustafa Majeed (10), Hamouda Ali (11), Samir Hasso (12), Mohammed Hasso (15), Hussein Kuldedo (74) en Ali Othman (54).