In de Noord-Syrische stad Derik protesteerden duizenden mensen tegen de Turkse invasie in Zuid-Koerdistan. De demonstratie was de eerste van een reeks acties in Noordoost-Syrië, bijeengeroepen door de Raad van de Martelarenfamilies. Ook de bevolking van Amude ging de straat op en volgende week staan er in andere steden nog demonstraties op het programma.
De achtergrond van deze demonstraties is de invasie van Turkije in Zuid-Koerdistan die maandag is begonnen. Met de de facto goedkeuring van de internationale staten bombardeerde de Turkse luchtmacht het gebied rond het vluchtelingenkamp Makhmur (Maxmur), de Yazidi-nederzetting Shengal en guerrillagebieden. Woensdag werd de militaire actie, die in strijd is met het internationaal recht, verlengd door een lucht- en grondinvasie in de regio Heftanin. Ook in Rojava zijn er steeds meer tekenen van een uitbreiding van de bezettingsaanvallen.
De demonstratie in Derik ging verder van het Vrijheidsplein tot het Martelarenplein. Op de voorste spandoek zijn foto’s te zien van de burgers die vrijdag zijn omgekomen bij Turkse luchtaanvallen in Zuid-Koerdistan. Tijdens de slotbijeenkomst zei Ibrahim Feqe van het bestuur van de Raad van Martelarenfamilies: “De Turkse staat heeft de wil van het Koerdische volk om hun vrijheid, waardigheid, taal en identiteit te verdedigen tot op heden niet kunnen breken. Het zal ook in de toekomst niet lukken.”
Namens de Jonge Vrouwen Vereniging hield Azi Berçem een toespraak en zei: “De Turkse staat en zijn bendes voeren barbaarse aanvallen uit op Zuid-Koerdistan en Rojava. In het licht van deze aanvallen moeten we onze eenheid versterken. Als jonge vrouwen, hebben we het recht om het verzet tegen de bezetter te leiden.”