- Duitsland
Duitsland vervolgt politiek actieve Koerden in overeenstemming met de Turkse staat. Volgens §§129a/b StGB zitten momenteel elf Koerdische activisten in Duitse gevangenissen: Kenan Ayaz en Kadri Saka in Hamburg, Özgür Aydın in Bremen, Mehmet Çakas in Hannover, Sabri Çimen in Wittlich, Mazlum Dora en Merdan Kızılkaya in Stuttgart, Ali Engizek in Düsseldorf, Tahir Köçer in München, Abdullah Öcalan en Ali Özel in Frankfurt.
De Koerdische journalist Berdan Doğan sprak met Arno-Jermaine Laffin van het Rechtsbijstandfonds AZADÎ e.V. over het onderwerp. AZADÎ werd opgericht nadat de PKK in Duitsland verboden was en biedt sinds 1996 advies en juridische bijstand aan Koerden. De vereniging documenteert de repressie tegen de Koerdische beweging en doet public relations-werk.
Volgens de huidige informatie van uw bureau zijn 66 activisten getroffen door afgeronde of lopende procedures op grond van artikel 129b van het Wetboek van Strafrecht. Waar worden ze van beschuldigd?
Het belangrijkste punt is dat de getroffenen politiek actief waren als vermoedelijke PKK-leden of kaderleden en verantwoordelijk zouden zijn geweest als hoofden van regio’s of gebieden in Duitsland. Tot de specifieke activiteiten waarvan zij worden beschuldigd behoren bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten of busreizen, het geven van instructies of advies, het inzamelen van donaties, maar ook het beslechten van geschillen, campagne voeren voor de HDP of ontmoetingen met politici.
Naast deze 66 slachtoffers die sinds 2010 gevangen zitten op beschuldiging van lidmaatschap van de PKK, lopen er nog andere procedures op grond van artikel 129a en 129b van het Wetboek van Strafrecht (StGB) waarin de verdachten ervan worden beschuldigd de PKK te steunen. Ze zitten niet in de gevangenis, maar de beschuldigingen lijken sterk op elkaar en als er eenmaal een beschuldiging bij de rechtbank is geuit, worden ze meestal veroordeeld. Het is ook belangrijk om te vermelden dat de politie en het openbaar ministerie veel meer mensen onderzoeken vanwege beschuldigingen van lidmaatschap of steun, zonder dat deze onderzoeken ooit voor de rechter worden gebracht of dat de betrokkenen er ooit achter komen. Dat zijn honderden mensen die worden bespioneerd. Daarom worden de artikelen 129, 129a en 129b StGB ook wel “snooping-paragrafen” genoemd.
Hoe gaat het met de families en vooral de kinderen van deze getroffen mensen? Ontvangen deze gezinnen psychologische of educatieve ondersteuning? Heeft u contact met de directe familie van de getroffenen?
De situatie van de getroffen activisten is anders. In veel gevallen hebben ze geen familiebanden, in andere gevallen zijn er wel familieleden hier of in andere Europese landen. AZADÎ zou volledig overweldigd worden door het verzorgen van de psychologische zorg voor deze gezinnen. Maar er zijn contacten.
Uiteraard worden gezinnen – vooral kinderen – enorm getroffen door deze situatie. De arrestaties van activisten gaan vaak gepaard met huiszoekingen. De politie besteedt er bijvoorbeeld geen aandacht aan of er kinderen van welke leeftijd dan ook aanwezig zijn als zij gewapend en op krijgshaftige wijze huizen binnendringen, spullen vernielen of alles plunderen.
In één geval werd een activist voor de deur van zijn familie aangevallen door een grote politiemacht, tegen de grond gegooid, vastgebonden en meegenomen. En dit alles voor de ogen van de talrijke buurten. Dit scenario maakte iedereen bang en was bedoeld om de indruk te wekken dat dit een gevaarlijk persoon was. En tegelijkertijd raakten de familieleden door dit politieoptreden in diskrediet door hun buren. Iedereen kan zich voorstellen dat zulke brute gebeurtenissen een dramatische impact hebben op de getroffenen en de gevolgen daarvan.
Het proces tegen Kenan Ayaz loopt momenteel in Hamburg. Mehmet Çakas, Sabri Çimen, Tahir Köçer en Ali Özel werden de afgelopen weken veroordeeld tot meerdere jaren gevangenisstraf. Observeer en begeleid jij deze procedures?
Zelf kunnen wij niet aanwezig zijn bij de individuele proefdata, die twee, soms drie dagen per week zijn in elke proef verspreid over Duitsland. Daarom vertrouwen wij op procesobservatie door lokale groepen en activisten. Als u ons regelmatig rapporten schrijft of het ANF-persbureau rapporteert over de processen, is dat van groot belang voor ons. Wij staan echter in nauw contact met de verdedigers en worden op de hoogte gehouden.
Al bijna anderhalf jaar zien we dat een toenemend aantal Koerdische activisten in andere Europese landen op instigatie van de Duitse autoriteiten worden gearresteerd en vervolgens worden uitgeleverd aan Duitsland om hier te worden aangeklaagd op grond van artikel § 129b StGB van het strafrecht. Sabri Çimen werd gearresteerd in Frankrijk, Mehmet Çakas in Italië en Kenan Ayaz op Cyprus. Ook België heeft een activist uitgeleverd en in Zweden is onlangs iemand opgepakt. Dit is in het verleden gebeurd, maar slechts sporadisch en niet in deze mate. Duran Kalkan van de Uitvoerende Raad van de PKK beoordeelde deze omstandigheid in een interview met Medya Haber en zei dat Duitsland doet wat Turkije niet kan. Europese staten leveren nog geen vermoedelijke PKK-leden uit aan Turkije omdat zij daar te maken krijgen met oneerlijke processen en zelfs marteling. Dus Duitsland laat ze arresteren en beschuldigt ze hier. Deze verklaring kan niet zomaar terzijde worden geschoven.
Zitten deze mensen al in voorarrest of strafrechtelijke hechtenis in de buurlanden van Duitsland? Waar worden ze van beschuldigd en waarom worden ze uitgeleverd aan Duitsland?
De getroffenen worden gearresteerd en vervolgens in hechtenis genomen voor uitlevering. Er is dus geen sprake van voorlopige hechtenis, noch van strafrechtelijke hechtenis. Het draait allemaal om levering. De paradox is dat de respectieve staten zelf de getroffenen niet beschuldigen van misdaden.
In België hebben de rechtbanken bijvoorbeeld geoordeeld dat PKK-leden niet als terroristen zullen worden vervolgd en veroordeeld omdat zij het Koerdische conflict als een niet-internationaal conflict erkennen en gewapende conflicten naar Belgisch recht niet als terrorisme worden vervolgd. Op instigatie van de Bondsrepubliek Duitsland arresteerden de Belgische autoriteiten echter een activiste en leverden haar uiteindelijk uit, zodat zij hier werd veroordeeld wegens lidmaatschap van de PKK.
Cyprus heeft ook moeite gehad in de zaak van Kenan Ayaz, met een proces in meerdere instanties. Uiteindelijk kreeg de Bondsrepubliek Duitsland de overhand en werd hij uitgeleverd. Cyprus hoefde dat niet te doen; het had een paar jaar eerder geweigerd een Koerd uit te leveren.
De algemene toestemming die het federale ministerie van Justitie in september 2011 heeft verleend, vormt sindsdien de basis en een vrijbrief voor arrestaties, beschuldigingen en criminaliseringen. Wat is de exacte inhoud van deze machtiging en welke gevolgen heeft deze? Wat is het verschil tussen een individuele machtiging en een algemene machtiging?
Artikel 129b StGB is bedoeld om de strafrechtelijke vervolging van buitenlandse criminele of zogenaamde terroristische organisaties mogelijk te maken. Deze wettelijke norm is niet vereist om organisaties in Duitsland of in andere EU-landen te vervolgen, aangezien zij al vervolgd kunnen worden volgens de artikelen 129 en 129a van het Wetboek van Strafrecht. Nu doet het federale parket, dat verantwoordelijk is voor de vervolging op grond van artikel 129a en 129b van het Wetboek van Strafrecht, niet alle buitenlandse verenigingen die ervan verdacht worden “terroristen” te zijn, te onderzoeken. Enerzijds zou dit de capaciteiten van de overheid ver te boven gaan, en anderzijds mogen enkel organisaties vervolgd worden als dit in het belang is van de federale overheid. Daarom voorziet artikel 129b van het Wetboek van Strafrecht in een overeenkomstige machtiging die nodig is voor vervolging.
Het verlenen van de toestemming is een puur politieke beslissing van het federale ministerie van Justitie in overleg met de federale procureur-generaal, het ministerie van Buitenlandse Zaken, het federale ministerie van Binnenlandse Zaken en de bondskanselarij. Het wordt dus op het allerhoogste regeringsniveau genomen. De machtiging zelf is slechts een korte tekst zonder veel inhoud. Het hoeft niet eens gerechtvaardigd te worden. Dit maakt rechterlijke toetsing feitelijk onmogelijk. Elke verdediging in de processen tegen vermeende PKK-leden valt de machtigingen tot vervolging aan, maar de rechtbanken trekken deze machtigingen niet in twijfel.
De algemene bevoegdheid tot vervolging geldt voor toekomstige handelingen die een vereniging betreffen. Voor de PKK besloot het federale ministerie van Justitie in 2011 dat regionale en regionale leiders van de organisatie in de toekomst vervolgd moesten worden. Kort daarvoor, in 2010, had het Federale Hof van Justitie besloten dat de PKK vervolgd kon worden op grond van artikel 129b van het Wetboek van Strafrecht. Wat nog ontbrak was de machtiging tot vervolging, die het ministerie van Justitie destijds verleende. In een specifiek individueel geval wordt tegen personen een individuele machtiging afgegeven als zij niet onder de algemene machtiging vallen, d.w.z. als er actie moet worden ondernomen tegen leden onder de reeds gedekte niveaus of sympathisanten.
Hoe beoordeelt u de effectiviteit van deze autorisaties in het licht van de criminalisering en ook de beoogde intimidatie van Koerdische medeburgers en hun internationale vrienden?
Als de hoogste niveaus van de federale overheid besluiten de leden van een organisatie als terroristen te vervolgen, kan dat alleen al een intimiderend effect hebben. Dit gaat ook gepaard met een politiek en mediadiscours dat de Koerdische samenleving in Duitsland tot ver buiten de PKK-omgeving stigmatiseert. Aan iedere Koerd is waarschijnlijk gevraagd hoe zij over de PKK denken.
Maar er zijn zeer concrete bedreigingen: ik sprak eerder over een procedure op grond van artikel 129b van het Wetboek van Strafrecht ter ondersteuning van de PKK, waarin onderzoeken werden uitgevoerd en huiszoekingen werden uitgevoerd, zonder dat er een aanklacht werd ingediend. We kennen een aantal van dergelijke procedures in het lage dubbelcijferige bereik. De vermeende handelingen verjaren pas na tien jaar. Tot het verstrijken van deze verjaringstermijn kunnen nog individuele machtigingen worden verleend. Dus als het politiek opportuun is of als de autoriteiten andere redenen hebben, kunnen deze zaken op elk moment voor de rechter worden gebracht. Dit is een reëel gevaar waarin de getroffenen jarenlang moeten leven zonder zich echt te kunnen verdedigen. Dit blijft niet onopgemerkt door de getroffenen, hun vrienden en families.
Hoe beoordeelt u het succespercentage van de juridische verdediging van de getroffenen in termen van zichtbaarheid en educatie voor het publiek?
De advocaten in de 129b-processen vechten tegen windmolens. Juridisch gezien hebben de rechtbanken en het openbaar ministerie de afgelopen jaren veel juridische belangen in het geding gebracht waar ze niet langer aan willen tippen. Maar: In België hebben we gezien dat een aanhoudende en moedige juridische strijd ertoe heeft geleid dat de Belgische rechtbanken de PKK niet langer vervolgen als terroristische organisatie, maar haar erkennen als een gewapende partij in een niet-internationaal conflict. De verdediging in België had dit niet in elke fase van de procedure verwacht.
Er valt nog veel te doen als het gaat om publieke zichtbaarheid en educatie van de samenleving. De advocaten van de verdediging doen inhoudelijk erg goed werk, maar buiten de rechtszaal merk je daar nauwelijks iets van. Daarom is het observeren van het proces en het rapporteren ervan zo belangrijk.
Tijdens de processen en op de dagen van de hoorzittingen verklaren internationale groepen hun openlijke solidariteit met de beschuldigde Koerden en hun politieke activiteiten. Waarom voelen sommige gevangenen zich verwaarloosd, genegeerd of zelfs vergeten? Welke kritiek zou u in dit verband willen uiten op de Koerdische samenleving? Waarom zouden we meer moeite moeten doen om voor de gevangenen te zorgen?
De afgelopen jaren zijn er een aantal gevangenen geweest die individueel actie hebben ondernomen om te protesteren tegen de criminalisering en hun eigen gevangenissituatie. Zo ging Mazlum Dora eind vorig jaar in hongerstaking in Stuttgart en begin dit jaar in Hamburg Kadri Saka. Maar dit werd slechts langzaam gecommuniceerd, aarzelend opgepakt buiten de gevangenissen en nauwelijks ondersteund. In dit opzicht moeten wij als AZADÎ eerst zelfkritisch zijn voordat we anderen kunnen bekritiseren – vooral de gevangenen of de Koerdische samenleving. Uiteindelijk hebben we onszelf ten doel gesteld politieke gevangenen te ondersteunen.
Maar we moeten ons ook realiseren dat gevangenen vaak alleen zijn. Ze zijn geïsoleerd van hun kameraden, de politieke processen en zelfs binnen gevangenissen. Dit maakt het moeilijk voor ons als AZADÎ, maar ook voor politieke structuren, solidariteitsgroepen of de samenleving, om achter hen te staan. Het is niet voor niets dat u zich verwaarloosd of te weinig aandacht voelt. Dat is het doel van de gevangenis.
In Koerdistan en Turkije handelen de gevangenen collectief en zijn ze georganiseerd. Dat ontbreekt in Duitsland. Uit de acties van Kadri Saka en Mazlum Dora blijkt echter dat de gevangenen zichzelf als politieke onderdanen zien en fundamenteel bereid zijn om zelfs in de gevangenis weerstand te bieden. We moeten de gevangenis niet zien als losstaand van onze politiek daarbuiten of als een einde aan de politieke betrokkenheid van een paar vrienden, maar als een veld van politiek debat dat ons allemaal aangaat. Daarom moeten we harder werken voor de gevangenen en structuren zoals AZADÎ versterken.